Het verhaal achter de schat die Gent door haar vingers liet glippen
Dit is best een ongewoon verhaal over een archeologische schat uit Gent die voetjes kreeg. Zopas zag de schat via een Nederlandse publicatie weer het daglicht.
Zopas verscheen er bij de Nederlandse uitgeverij Poldervondsten een lijvig boek over een schat aan middeleeuwse bodemvondsten uit Gent. Het gaat om honderden vondsten die behoorlijk tot de verbeelding spreken en een verrassing zijn voor al wie tuk is op de middeleeuwse cultuur. Maar deze collectie blijkt enkele jaren geleden uit Gent te zijn ontsnapt. Hoe zit de vork in de steel?
In 2012 ondernam de gereputeerde en zeer actieve Gentse Dienst Stadsarcheologie, zowat de oudste van ons land, een groot onderzoek van de bodem van de Waalse Krook, in afwachting van de bouw van de nieuwe stadsbibliotheek. De Waalse Krook is een oude Scheldebocht waar er in de middeleeuwen heel wat huidvetters actief waren, van de vroege 14de tot eind 16de eeuw. Alle aandacht van de archeologen ging naar deze middeleeuwse activiteit en er werd een groot deel van het terrein – ruim 2000 m² – systematisch opgegraven. Wat in termen van stadsarcheologie een heel groot project is.
Maar een ander deel van het terrein, vooral bestaande uit dempingspakketten, bleek erg vervuild en mocht niet worden onderzocht door de stadsdienst. Deze grond werd vervolgens door de aannemer afgegraven en afgevoerd naar Berlare om te worden aangewend als dijkversterking. Het ging om een 22.000 kubieke meter grond, grotendeels bestaande uit middeleeuws afval.
Amateurarcheologen
Deze grond ontsnapte echter niet aan de aandacht van de amateurarcheologen en metaaldetectoristen die dergelijke grond opzoeken om er met behulp van detectors bodemvondsten uit te halen. Ze weten goed dat dit soort afvallagen vol archeologica steken. Zonder dat de Gentse archeologen op de hoogte waren, aldus Gunter Stoops, archeoloog van de Gentse Dienst Stadsarcheologie, doorzochten deze amateurs de afgevoerde aarde. Hadden ze dit op het terrein zelf gedaan, dan waren de vondsten stadseigendom, nu dus niet.
Nadien werden alle vondsten wel, zoals het hoort en voorgeschreven wordt door Onroerend Erfgoed, door de amateurs gerapporteerd aan de Dienst Stadsarcheologie, aldus depotarcheoloog Maarten Berkers. Alles werd dus door de stad beschreven en gefotografeerd.
Tweede verrassing
Het gaat niet zomaar om een ‘dagelijkse’ vondst, maar om een heuse schat die bijna aan de aandacht was ontsnapt. De tweede verrassing kwam er enkele dagen geleden met de publicatie van het boek ‘Gezocht en Gevonden’ waaraan trouwens heel wat Nederlandse specialisten hebben meegewerkt. Door het mooie en interessante boek blijkt de schat van de Waalse Krook pas echt tot de verbeelding te spreken. Want wat vonden de metaaldetectoristen allemaal? Uiteraard vooral metalen voorwerpen en in mindere mate vondsten van hout, leder of keramiek. Deze vondsten geven ons wel een uniek beeld van de leefcultuur tussen 1300 en 1600.
Uiteraard zitten er heel veel munten en penningen bij uit West- en Zuid-Europa, maar ook muntgewichten, lakenloodjes en broodpenningen. Het gaat ook om kledingaccessoires zoals gespen, riemtongen, knopen, belletjes, vingerhoedjes en enkele prachtige sieraden waaronder zelfs gouden ringen! Het neusje van de zalm zijn de pelgrimstekens en andere badges die de pelgrims op de kleren spelden.
Naast de schitterende loden bedevaartinsignes zijn er ook tal van profane badges met scabreuze voorstellingen van vulva’s en fallussen. En dan zijn er ook nog de talrijke stukjes speelgoed van lood en tin en muziekinstrumenten zoals fluitjes en mondharpen. Er zitten zelfs oorlepels en tandenstokers bij. Door de talrijke illustraties zien we in het boek hoe al deze kleinoden werden gebruikt.
In situ en ex situ
Het gaat natuurlijk niet om systematische opgegraven materiaal, dus niet in situ gevonden. Het zijn zogenaamde losse vondsten, ex situ, waarvan we alleen de vindplaats kennen, de Waalse Krook. De archeologie gaat om meer dan het bestuderen van de materiële vondsten alleen. Vroeger werd meer nadruk gelegd op het materiële, nu gaat het om de studie van de gehele context, wat veel complexer is. Vanuit archeologisch standpunt zijn dit dus niet echt archeologische vondsten. Wat niet wegneemt dat het een schitterende collectie middeleeuwse bodemvondsten is die een beetje aan Gent lijkt te zijn ontsnapt.
Het verhaal heeft natuurlijk ook te maken met het fragiele evenwicht tussen de archeologen en amateurarcheologen, die wel naar elkaar toe zijn gegroeid en op vele plaatsen samenwerken. Vroeger was er een soort concurrentiestrijd met als gevolg dat er nogal wat vondsten en contexten verloren gingen. Maar hier en daar laten archeologen toe dat de metaaldetectoristen afgevoerde grond doorzoeken. In Gent gebeurt dit niet, omdat de archeologen er zelf aan metaaldectectie doen, aldus archeoloog Gunter Stoops. Maar hier is het niet gebeurd.
Feit is ook dat je in ons land niet zomaar met een metaaldetector aan de slag mag. Het Agentschap Onroerend Erfgoed is terecht streng, de zoeker heeft een vergunning nodig en mag geen vondsten opsporen op beschermde sites of op het terrein waar archeologen actief zijn. De vondsten dienen ook te worden gemeld, wat hier gebeurde. Laten we nu hopen dat deze collectie binnenkort op zijn minst in Gent wordt tentoongesteld!
Het boek “Gezocht en Gevonden”, van Uitgeverij Poldervondsten kost 45 euro en kan je bestellen via het tijdschrift Vind, www.gezochtengevonden.be www.vindmagazine.nl. p>
Piet Swimberghe
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier