Vrije Tribune
‘Het is mevrouw’
Haydée De Loof hekelt in een blogpost, die eerder al verscheen op Work in Heels, hoe vrouwen binnen een professionele context soms aangesproken worden. Knappe jongedame, jij met je lief snoetje, schatteke… “Het is mevrouw.”
Een tijdje geleden gaf ik een presentatie aan een enthousiast en geïnteresseerd publiek. Na afloop van de vragenronde ruimde ik tevreden mijn spullen op. De zaal liep langzaam leeg. Enkele mensen bleven nog wat napraten. Terwijl ik in gedachten verzonken mijn laptop loskoppelde, hoorde ik iemand tegen zijn gesprekspartner zeggen: “Op dit punt ben ik het niet helemaal eens met de lieftallige juffrouw.” Verbouwereerd keek ik op. Lieftallige juffrouw? Had ik niet net in een professionele context een presentatie gegeven? De gedistingeerde heer (die ik overigens niet zo genoemd heb) keek vriendelijk terug. Het was ongetwijfeld niet kleinerend bedoeld, en misschien dacht hij me wel een compliment gegeven te hebben. Ik ben er toen niet op ingegaan, maar ik neem me voor om dit in de toekomst wel te doen.
‘Het is mevrouw’
Waarom dan? Als iets niet slecht bedoeld is, waarom zou ik er dan een probleem van maken? Het punt is dat zowel mannen als vrouwen gerespecteerd willen worden op de werkvloer. Ongeacht de job die je uitoefent wil je gezien worden als een professional. Je bent misschien wel een expert in je vakgebied, en wilt daar graag erkenning voor krijgen. Als iemand je dan een adjectief toekent dat niet ter zake doet bij je werkgerelateerde bezigheden, doet dit afbreuk aan je eigen professionele imago. ‘Lieftallig’ is een woord dat haaks staat op hoe ik me voel tijdens professionele activiteiten. Als ik aan het werk ben, wil ik gerespecteerd worden voor mijn inbreng en ideeën en hoef ik geen referenties te krijgen naar mijn uiterlijk. Prima als je mij tijdens een feestje complimenteert met mijn outfit, of als een dierbare mij lieftallig noemt. Maar sommige zaken zijn niet gepast in een werkcontext, hoe goed je het ook bedoelde. Het is niet omdat iets goed bedoeld is dat het ook goed is.
Lok je zulke opmerkingen dan niet uit door je graag mooi aan te kleden voor een presentatie? Ik kleed mezelf mooi aan tijdens een presentatie omdat ik me graag goed voel in de kleren die ik draag. Als ik me goed voel, straal ik zelfvertrouwen uit. Dit lijkt me net heel gepast voor een presentatie. Dit is geen vrijgeleide om me ongegeneerd op mijn uiterlijk aan te spreken. Als een man zich piekfijn uitdost voor een presentatie, dan refereer je toch ook niet naar hem als charmante jongeheer?
Gelukkig merk ik een positieve evolutie in de werkcontext. Meer en meer mensen lijken zich bewust te worden welke impact een aanspreking heeft op de uiting van respect naar de persoon. Waar onbekenden me vroeger nog aanspraken met ‘madammeke’ zie ik nu een shift, vooral bij de jongere mannen. Laatst zat ik in een cursus en zei iemand: “Haydée lijkt me een meisje, euh… vrouw, die…” Ik had toen geen aanstoot genomen aan het woord ‘meisje’, maar het is toch tekenend dat die persoon het wel nodig vond om zich te corrigeren.
Het lijkt me een goed idee om bij toekomstige voorvallen de persoon meteen aan te spreken. Ik geef jullie graag enkele voorbeelden mee. Uit eigen ervaring weet ik dat je op het moment zelf te verbouwereerd bent om adequaat te reageren. Achteraf denk je vaak: “eigenlijk had ik dat moeten zeggen, maar nu is het te laat.” Als je een aantal standaard antwoorden in je achterhoofd hebt zitten, maakt het dit een stuk gemakkelijker om in de toekomst meteen te kunnen repliceren.
Situatie 1: “Deze knappe jongedame kan u alles uitleggen over de werking van ons nieuw ledenprogramma.”
Deze opmerking is waarschijnlijk goed bedoeld. De spreker denkt je een compliment te geven, maar ondermijnt zo eigenlijk je geloofwaardigheid naar de klant toe. Daarom stel ik voor om dit op een opbouwende manier aan te pakken. Als je niet gelukkig bent met de manier waarop er naar jou gerefereerd wordt, kan je op een beleefde manier je naam meegeven zonder de spreker in verlegenheid te brengen.
“Mijn naam is … en ik leg je inderdaad graag de werking van ons ledenprogramma uit”.
Situatie 2: “We riskeren hier aan het kortste eind te trekken. Maar als ik jou voor de volgende onderhandeling stuur, kan je ze nog proberen te overtuigen met je mooie snoetje.”
Dit vergt al een iets directere aanpak. Ofwel ziet de spreker je als een competente medewerker, en is ‘met je mooie snoetje’ alleen maar een slecht gekozen toevoeging. Ofwel denkt de spreker echt dat je je uiterlijk zal nodig hebben om aan overtuigingskracht te winnen. In beide gevallen kan je hier best je inhoudelijke competenties duidelijk naar voor schuiven. Zo geef je aan dat een dergelijke opmerking niet gepast is, en vergroot je de kans dat de spreker de woorden in de toekomst zorgvuldiger kiest.
“Ik kan wel mijn professionele/communicatieve/… vaardigheden inzetten. Dat is een beter idee, niet?”
Situatie 3: “Hela, schatteke, haal eens een koffie voor mij.”
Ik hoop eigenlijk dat je zulke uitspraken nooit te horen krijgt. Tenzij je in een koffiebar werkt, maar zelfs dan is het onbeleefd. Als je op een denigrerende manier aangesproken wordt, mag je de persoon gerust op zijn plaats zetten. Subtiliteit zal dan vast niet aan deze persoon besteed zijn. Persoonlijk zou ik in deze situatie ook fijntjes de weg wijzen naar de koffiemachine. Kwestie van de spreker wat zelfredzaamheid bij te brengen. Hoe kan je dan best in deze situatie antwoorden? Kort en bondig:
“Het is mevrouw.”
Twijfel je zelf hoe je een vrouw aanspreekt als je haar naam niet kent? Je kan zeker niets fout doen door een meerderjarige vrouw aan te spreken met ‘mevrouw’. Respectvol aangesproken worden maakt het werk voor iedereen fijner. En daarbij mag het niet uitmaken of de dame in kwestie zuurstokroze stiletto’s of combat boots draagt.
Je kan Haydée De Loof volgen via haar Facebook-pagina. p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier