Fran Bambust en Hilke Ros pleiten voor vloeiender kijk op gender
Zij was ooit een hij, hij werd een zij. Beiden veranderden van geslacht en dus dragen Fran Bambust en Hilke Ros mee de beker van m/v/x van het jaar. ‘We zijn brave transgenders, omdat we een keuze maakten. Er zijn er ook ‘stoute’, die willen flou blijven. Hopelijk geldt de nominatie ook voor hen.’
Fran Bambust is een felle. Ze is schrijfster, bedrijfsleidster, ex-hoofdredactrice van het holebi- en transgendermagazine Zizo, heel verbaal en op een aandoenlijke manier dapper. Hilke Ros is muzikante en ex-bassiste van de band Amatorski. Zij is bedachtzamer. Hun wezen spiegelt zich in hun lichaam. Massieve flinkheid versus broze vertedering.
Beiden lieten ingrijpen in het geslacht waarmee ze geboren werden. Voor Fran ging dat met worstelingen gepaard, soms wenkte zelfs het levenseinde. Voor Hilke was de reis van man naar vrouw vloeiender, zonder rimpelingen, stilletjes, zoals ze praat tijdens ons gesprek. Hilke wil het niet over te persoonlijke dingen hebben. Waar ze is in haar ‘proces’ van ‘ombouw’ – die woorden! – noemt ze een privézaak. Fran is meer een open boek.
Hoe stellen jullie jezelf voor, als iemand naar jullie verhaal vraagt?
Fran: Als mensen mij vragen hoe dat zit met mij, zeg ik: ik voel mij vrouw, maar ik ben ook transgender. Transgender zijn was mijn route ernaartoe. Ik zal ook nooit mijn verleden loochenen. Ergens zit die man daar nog. Ik doe niet alsof hij nooit heeft bestaan.
Hilke: Ik ben gewoon Hilke, wellicht ook transgender, maar daarnaast van alles. Ik ben vrouw, lesbisch, Belg, zeer begaan met anderen en nog zo veel meer.
Is het een stuk van jullie identiteit?
Fran: Ja. Wat ik ooit heb meegemaakt, heeft een effect op wie ik nu ben. Ik heb een ingrijpende periode achter de rug. Het bepaalde een stuk van mijn leven, ook voor mijn familie en kinderen. Het heeft zowat alles overhoop gegooid.
Hilke: Ik was laatst op een event in Berlijn waar het onder meer ging over muziek en identiteit. Een man vertelde dat identiteit opbouwen een wisselwerking is tussen het ik en de groep. Ik dacht na over wat dat voor mij betekende, zo’n wisselwerking. Niet veel, dus. Ik heb niet de behoefte om mij met een groep te identificeren. Uiteraard is er een verwantschap met andere transgenders, maar ik zoek ze niet op.
Fran: Ik ben ook niet dat bij-de-clubtype, al heb ik ooit zo’n praatgroep opgericht. Ik verveelde me er steendood, altijd diezelfde vragen, pff. Er schuilt niet echt een sociale werker in mij, vrees ik.
Was de verandering dan minder moeilijk voor jou, Fran?
Fran: Toch, het is ooit een heel zwaar probleem geweest.
Hilke: Je neemt wel een drastische beslissing over wat je met jouw lichaam doet.
Hilke, op jouw blog beschreef je vorig jaar je evolutie in dertien hoofdstukken. Je pleitte onder meer voor ambiguïteit.
Hilke: Voor mij is wat vanbinnen zit belangrijker dan wat je aan de buitenkant toont. Ik voelde me nooit raar bekeken, ook al was ik in mijn verschijning nogal ambigu, iets tussen man en vrouw. Toch voelde ik voor mezelf de behoefte om dat vrouwelijke te bevestigen. Daarom nam ik hormonen en vervolledigde ik mijn lichaam.
Fran: Ik was nog heel jong toen ik af en toe dacht: waarom ben ik niet zoals de meisjes? Mijn vader verwachtte van zijn zonen dat ze echte jongens waren. Ik kon daar niet altijd aan voldoen. Later, ik was toen echt in de war, ben ik bij een psychiater terechtgekomen. Ik zei hem: ‘Ik wil niet niets zijn, ik wil niet tussen twee stoelen vallen’. Ik wilde érgens bijhoren.
Fran, jij noemt jezelf een ‘brave’ transgender. Zijn er dan ook stoute?
Fran: De transgenders worden vaak verengd tot de groep transseksuelen die netjes de gendernorm bevestigen. De omgeving voelt zich daar het makkelijkst bij. Ik ben zowel fysiek als qua identiteit vrouwelijk. Dat is helder en duidelijk. Ik noem me wel een neovrouw, geen biovrouw, omdat ik geen biovrouwelijke jeugd heb gehad, nooit maandstonden heb gehad of zwanger kon worden. Toch behoor ik tot de brave transseksuelen die men graag op een podium zet. Je hebt ook travestieten en genderfluïde personen. Die kunnen op veel minder begrip rekenen, maar zijn een veel grotere groep. Een travestiet verkleedt zich even en wordt daarna weer ‘normaal’. Dat zijn de stouteriken, omdat ze ervoor kiezen flou te blijven.
Is Conchita Wurst een stoute?
Fran: Conchita Wurst is een spel en dat zegt Tom Neuwirth ook zelf: Conchita is een alter ego, een personage.
Hilke, ben jij braaf of stout?
Hilke: Ik beantwoord niet honderd procent aan het cliché. Ik ben wie ik wil zijn. Het is de maatschappij die een oordeel velt. Ik ga niet snel oordelen, en net dat probeer ik uit te dragen. Ik vind dat we moeten stoppen met mensen in hokjes te stoppen.
Wat vonden jullie van de recente coming-out op Vier van de tienjarige Senne die een meisje, Sanne, wil zijn?
Fran: (zucht) Dat hele interview van Karen Damen stoorde me. Neem de vraag: ‘En dan laat je je later opereren, toch?’ Toen het kind bevestigend knikte, zag ik de opluchting op Karens gezicht. Stel je voor dat Sanne had gezegd: ‘Ik wil liever tussen de twee blijven.’ Oeps. Stout kind.
Hilke: Kennen jullie Selm Wenselaers? Dat is een actrice die én borsten heeft en onderaan nog man is. Toen ze geïnterviewd werd op Radio 1 zei ze, met lage stem: “Ik wil geen operatie, ik ben te lui om dáár iets aan te doen.” Ze laat de boel nu de boel. Ook dat is een keuze, en dat moet kunnen. Je voelde wel enig ongemak bij de interviewster, Annemie Peeters. Ze kon Selm niet plaatsen, had geen referentiekader, ze was in de war. Ze gebruikte trouwens ook het woord ‘ombouwen’.
Dat bouwvakkerjargon, stoort jullie dat?
Fran: Dat is niet zo fraai natuurlijk. Anderzijds, kort na mijn “ombouwing”, had ik de indruk dat ik een beetje een openliggende straat was. Daar (wijst naar onderen) was het één wonde. Alle zenuweinden waren doorgeknipt en verlegd, de leidingen lagen echt open. ’s Nachts had ik het gevoel alsof men nog verder aan het lassen was. Tegelijk vond ik het boeiend om al dat nieuwe te ontdekken. Ik was daar enorm mee bezig. Tiens, dacht ik, hier ongeveer was het midden van mijn penis, waar zit dat nu?
Heb je fantoompijn? Voel je ‘hem’ nog?
Fran: In het begin wel, want die zenuwen zaten daar nog te vonken. Op een moment dacht ik: mijn ballen jeuken, ik heb er geen meer en toch jeuken ze, hoe komt dat toch? Je moet die nieuwe plekken ook durven aanraken, bekijken en benoemen. Jouw hoofd moet dat nog leren. Na een tijdje, en bij mij nogal snel, viel alles wel op zijn plaats.
Hilke: Ik denk er gewoon niet over na wat de oude en de nieuwe vormen zijn. Wat ik interessanter vind, is me vragen stellen die andere mensen zich niet stellen. Je merkt dingen op die anderen vanzelfsprekend vinden, maar jij minder. Op welk toilet ga je zitten, hoe word je aangesproken?
Fran: De voornaamwoorden, ‘zij’ en ‘haar’ genoemd worden, vind ik wel belangrijk. Als ik ‘hij’ hoor, vind ik dat een slag in mijn gezicht. Vooral mannen vergissen zich al eens.
Laverne Cox, de Amerikaanse transgender die meespeelt in de serie ‘Orange is the New Black’, zei in een interview dat haar kinderen nog altijd ‘dad’ zeggen. Sommige zaken kun je nooit veranderen. Of wel?
Fran: Ik heb ook kinderen, ze noemen mij Fran. Ik ben niet hun moeder, ik ben de vader. Ik heb ooit mijn zaad gegeven, daarover moet ik eerlijk blijven.
Hilke: Voel jij je nog vader?
Fran: Tja, ik zou niet weten hoe een moeder zich voelt.
Hilke: (zucht) Waar ik me soms aan erger, is de vraag: ‘En, voel jij je nu vrouw?’ Euh, hoe moet een vrouw zich voelen? Hoor ik me dan zo te voelen of voel ik voor mezelf? Bizar toch.
Zijn er dan geen vrouwelijke of mannelijke gevoelens? Jullie hebben na die hormonale storm toch veranderingen gezien?
Hilke: Je voelt je spierkracht afnemen. Ik kon bij Amatorski niet meer sleuren met zware boxen. Anderzijds, ik was sowieso al niet de man met veel kracht.
Fran: Ik wel. Ik had als man nogal wat kracht, ik deed push-ups en ik fietste. In het midden van de Paterberg kon ik het niet laten om te demareren om mijn kracht te laten zien. Nu stap ik af halfweg de berg. De vraag is: stop ik door die andere bedrading, of heb ik me wijsgemaakt dat een meisje dat niet doet? Nog iets: ik jank makkelijker.
Hilke: Ik ook. En ik laat mezelf veel vaker toe om emotioneel te zijn. Al was ik vroeger ook al vrij gevoelig.
Jullie kiezen allebei voor een vrouw als partner.
Hilke: Ik heb momenteel geen partner, maar ik noem me holebi, of bi, of lesbisch. Ook daar ben ik nogal flou in.
Fran: Ik zie mezelf eerder als bi, maar ik val vooral op vrouwen. Ik heb nu een vaste vriendin. Ik heb mijn fases gehad. In mijn Franky-periode was ik homo, in mijn Frank-periode was ik hetero en in mijn Fran-periode ben ik lesbisch.
Hilke: Ik vind het belangrijk dat niets vaststaat.
Fran: En wij, mensen, blijven veranderen. Gelukkig maar.
Hilke: Ken je die goedbedoelde opmerkingen als: ‘Nu ben je eindelijk wie je bent’? Ik zie dat het rust brengt bij velen, dat de hoop op duidelijkheid is ingewilligd. Ik denk daar alweer anders over. Ik vind genderidentiteit trouwens ook veranderlijk.
Bij jullie zijn wel definitieve zaken gebeurd. Het is niet dat je volgende week kunt zeggen: hup, en nu weer andersom.
Fran: Bepaalde dingen zijn afgesloten. Er zijn keerpunten geweest. Toch mag het je niet weerhouden voor die veranderlijkheid te gaan, in wezen zijn we als mens toch niet consequent?
Toch was ‘anders’ geboren zijn, wellicht geen cadeau.
Hilke: Mijn genderverhaal heeft me nauwelijks bedrukt. Ik ben nogal onthecht in die zaken.
Fran: Ik ben een dramaqueen. Ik heb geleden, deed meermaals een zelfmoordpoging, de laatste was zes jaar geleden, net voor mijn operatie. Sindsdien waren er nog muizenissen, maar die drang om dood te gaan is weg.
Deed je die pogingen wegens de verwarring over je identiteit, je uiterlijk, je toekomst?
Fran: Ik vond mezelf vooral monsterachtig. Wat een verschrikkelijk vies lichaam was me dat. Ik was een zware, stoere man, breed gebouwd. Ik voelde me het monster van Frankenstein, dat een lief meisje naderde en wilde aaien; het meisje rende gillend weg. Alles leek van mij weg te lopen, dus waarom nog op aarde blijven? Na de gedachte kwam de uitvoering, in korte tijd deed ik zelfs drie pogingen na elkaar. Na die derde dacht ik: we gaan het simpel houden, een braaf heteromannetje worden, compleet met vrouw, kindje, huis en tuintje. Dat lukte zelfs even, tot de onrust terugkwam en ik besloot om mezelf te definiëren als vrouw. Toch blijft het me bezighouden: hoe bewust creëer je jouw identiteit en waarom, wat sluit je dan uit? Ik heb onlangs besloten om ook met dat soort getob te stoppen.
Hilke: Ik heb mij daar nooit onrustig over gevoeld. Ik vind complexiteit een opportuniteit. Alles wat ik tegenkom, omarm ik.
Stel dat jullie als kind of jongere al de mogelijkheid hadden gehad om de verandering door te voeren. Was het dan gebeurd?
Fran: Kinderen die zich anders voelen, stop je het best niet meteen in een ander vakje. Laat ze maar spelen, uitproberen, nu eens dit, dan weer dat. Blijft de gedachte, dan kunnen ze op termijn veranderen, maar een kind meteen laten kiezen, vind ik een brug te ver.
Hilke: Op Vier, in dat programma waarin Sanne werd geïnterviewd, kwam ook een jongen aan het woord die ’teruggekeerd’ was. Hij was onderweg naar verandering, maar stopte. Dat was een stoute, zeker? (lacht) Hij wilde én man blijven en het vrouwelijke in hem toelaten.
Fran: Ik had het er laatst nog over met presentatrice Rani De Coninck. Zij vertelde me dat ze als kind heel jongensachtig was en graag in bomen klom. Ze zei: ‘Was ik nu opgegroeid, men had me misschien wel een transjongere genoemd’. Stel je voor. Dat is dus het gevaar, dat we dat genderspel te veel gaan problematiseren. Daarnaast vind ik het spijtig dat het verhaal van de transgender te vaak verengd wordt tot het transseksuele sprookje ‘lelijke eend wordt mooie zwaan’. Ik hoop dat we dat er op termijn echt uit krijgen.
Hilke: Ik zeg nooit over mezelf: man werd vrouw, ik zeg wel: ik ben vrouwelijker geworden. Een keuze is nooit af, er is nooit een eindpunt, eventueel wel een terugkeerpunt.
Fran: Dat bestaat ook: mensen die terugkeren, de spijtoptanten. Dat is weer een slecht woord, trouwens. Ik wilde wel een eindpunt om rust in mijn hoofd te krijgen.”
Hilke: “Een fermate, zoals in de muziek. Al zit daarin ook weer het woord sluiten, besluiten. Het blijft een uitdaging om daarover na te denken en te praten.
Ziet jullie omgeving jullie intussen anders?
Hilke: Ik word door vrouwen veel begripvoller ontvangen dan door mannen. Ze vinden mij al heel snel schattig. Ze zeggen ook dat ze nu een betere band voelen met mij dan vroeger. Ik vind dat grappig. Mannen voelen zich iets sneller ongemakkelijk, misschien omdat ze nogal hulpeloze wezens zijn. Ai, nu ben ik hier ook met een definitie. Toch valt me hun onhandigheid nu meer op.
Ik maak me wel zorgen omdat er heel veel fout gaat in de wereld, net omdat we in tegenstellingen blijven redeneren, man-vrouw, zwart-wit, links-rechts. Binair. Bij extremisten zie je dat in de extreemste variant. Voor hen is de norm: iedereen moet hetzelfde denken, doen en eruitzien. Dat ‘hetzelfde’ eisen van anderen vertrekt vanuit een angst voor complexiteit. Complex is voor mij de mooiste uitdaging.
Extremisme zorgt voor collectieve reacties en voor nieuwe groepen, zoals: allemaal achter de Franse vlag op Facebook.
Hilke: Ik heb mijn gezicht niet verdriekleurd.
Fran: Ik heb die eerste dagen na Parijs niets gepost op Facebook. Je mag ook gewoon sprakeloos en even zonder mening zijn, en intussen verwerken, toelaten, ontdaan én verwonderd zijn. Even die chaos chaos laten zijn. Even geen helderheid.
Om terug te gaan naar het onderwerp: jullie hebben voor jezelf wel enige orde in de chaos gebracht.
Fran: Oké, ik had dat nodig, maar ik zal altijd weten dat dit een creatie is. Als ik zou denken: dit is de waarheid, born that way, of: nu ben ik eindelijk mezelf, dan ben ik niet goed bezig. Ik ben wel een ander bouwwerk, een nieuwe constructie, omdat het voor mij comfortabeler is.
Hilke: Ik heb een keuze gemaakt die me nieuwe mogelijkheden biedt.
Fran: Ik vind het leuk om een extra label te hebben. Mijn vrouw zegt: ‘Een label hebben, is zoals een sticker kleven op je valies wanneer je op reis gaat’. Dat klopt. Ik wil niet één sticker op mijn valies. Plak maar vol.
Hilke: Ik heb geen probleem met mensen die maar één sticker op hun valies willen. Maar ontneem mij niet het recht om er duizend te hebben.
Door Marijke Libert/Jaagpad
Dit artikel verscheen in het nieuwe nummer van Knack Weekend over de Mens van het Jaar. De uitgave is nu verkrijgbaar in de dagbladhandels.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier