Edegem opent deeldepot: ‘De deeleconomie is echt een concept van deze tijd’

In Edegem zwaait een deeldepot de deuren open. In deze spullenbibliotheek kunnen inwoners terecht voor dingen zoals boormachines, reiskoffers en zelfs verkeersborden. ‘Het is eigenlijk een subliem idee in al z’n eenvoud.’

Het is vaak goedkoper om spullen te huren dan zelf aan te kopen. Minder spullen is ook positief voor het milieu en sociaal gezien komen mensen makkelijker met elkaar in contact wanneer ze spullen delen. Enerzijds blijft de deeleconomie – in België traag maar gestaag – aan populariteit winnen, maar anderzijds is het ook een concept dat steeds vaker op kritiek kan rekenen.

Die kritiek komt voort uit het gegeven dat delen en community vaak niet meer centraal staan. Bij diensten zoals Airbnb en Uber gaat het vooral om goedkope diensten aanbieden en zo makkelijk winst maken. Wie een kamer huurt via Airbnb aan een zeer laag tarief en een leuke, sociale ervaring beleeft met de host is eigenlijk de uitzondering. De meeste mensen verkiezen om de ruimte volledig te huren en niet te delen met de verhuurder. En hoe vaak heb je al eens een band gekweekt met je Uberchauffeur? Dan maak je vast sneller vrienden via BlaBlaCar, waarbij je meestal een langere periode meerijdt met iemand die nog lege zitplaatsen in zijn of haar auto heeft en naast de prijs van de brandstof ook graag een sociale ervaring deelt.

Je hebt dus verschillende invullingen van de deeleconomie. Afhankelijk van wat je er zelf uit wilt halen kan je die invullingen naar waarde schatten. In Edegem kiezen ze in ieder geval voor de sociale invulling van de term met hun spiksplinternieuwe deeldepot. We voelden initiatiefnemers Jeroen Van Laer en Robby Sallaets aan de tand. Om te tonen hoe zeer we dit initiatief toejuichen, fiets ik de oprichters tegemoet op een deelfiets – een rode, blitse Vélo.

Als je ergens in gelooft, moet je het gewoon doen.

Jeroen Van Laer (Groen) is Schepen in Edegem en bevoegd voor onder meer Wijkwerking. Robby Sallaets is reclamemaker, copywriter en bezieler van de moestuinblog Groenten uit Edegem. Samen startten ze in hun gemeente Edegem een deeldepot op. ‘Het idee van The Library of Things bestaat natuurlijk al en ik heb het altijd al een leuk concept gevonden. Ik had half om te lachen geopperd op de Facebookpagina van Edegem dat wij ook zo’n deeldepot zouden moeten oprichten. Daar werd vrij positief op gereageerd’, klinkt het bij Robby. Jeroen vond het meteen een goed idee en daagde Robby uit om het niet enkel bij een Facebookpost te laten, maar het ook echt uit de grond te stampen. ‘Als je ergens in gelooft, moet je het gewoon doen.’

Het is een initiatief dat draait rond sociale cohesie, kennis uitwisselen en een duurzame oplossing bieden.

Het duo ging samen op café, waar naar eigen zeggen de beste ideeën ontstaan, en plantte het zaadje voor het deeldepot. Inspiratie haalden ze onder meer bij het Britse dorpje Frome dat qua ligging en bevolkingsaantal gelijkenissen vertoont met Edegem en waar de deelbibliotheek een waar succes is. En ook Tournevie, de gereedschappenbibliotheek in Brussel, leverde een schat aan informatie. ‘Het deeldepot past goed binnen mijn idee van wijkwerking. Het is een initiatief dat draait rond sociale cohesie, kennis uitwisselen en een duurzame oplossing bieden,’ licht Jeroen toe. ‘We zijn er dus volop voor gegaan en hebben en voormalige schilderwinkel gevonden die na een opfrisbeurt dienst kon doen als depot. Ondertussen staat het ook al aardig vol met spullen die mensen gedoneerd hebben. Ik had niet verwacht dat we zo snel zo’n groot aantal spullen zouden hebben om uit te lenen, maar ben positief verrast‘, vult Robby aan.

Wat belangrijk is voor het depot, is dat het kwaliteitsvolle spullen zijn die ontleend kunnen worden. Op die manier is het een goed en duurzaam alternatief voor de wegwerpmaatschappij waarin mensen telkens iets nieuws kopen als ze iets nodig hebben, vaak tegen dumpingprijzen en van een abominabele kwaliteit. ‘Je kunt vrijwel alles heel goedkoop aanschaffen tegenwoordig. Winkels zoals Action zetten daarop in. Er zijn wel meer en meer mensen die zich bewust zijn van het probleem en er tegenin gaan. Dat is geen geitenwollensokkenfilosofie meer; het is meer mainstream geworden om het abnormaal te vinden dat je spullen na één rondje in de vuilnisbak keilt’, aldus Jeroen.

‘Wist je dat een boormachine gemiddeld dertien minuten gebruikt wordt door de eigenaars? Dat is bijna niet te geloven. In plaats van een grote som uit te geven en de boormachine zelf te stockeren, kunnen hobbyklussers veel beter een boormachine ontlenen. De deeleconomie is echt een concept van deze tijd. Mensen willen minder spullen, maar hebben ze nog steeds nodig. Men gaat ook vaak kleiner wonen en in een kleine woning is niet altijd de plaats om spullen te stockeren. Het leven is ook gewoon duur’, klinkt het bij de initiatiefnemers.

Wist je dat een boormachine gemiddeld dertien minuten gebruikt wordt door de eigenaars?

Waarom het duo gelooft in het initiatief? ‘Er is een maatschappelijke nood om meer samen te komen. Dat zie je ook aan de stijgende populariteit van buurtfeesten’, zegt Jeroen. ‘Het is een subliem idee in al z’n eenvoud. Iedereen die we er tot nu toe over hebben aangesproken, reageert positief.’ Het deeldepot wordt niet alleen een plek waar mensen snel een ladder komen lenen, maar ook een ontmoetingsplaats. ‘We hebben er expliciet voor gekozen om geen online concept te lanceren, maar een fysieke ruimte te benutten. We hopen dat mensen ideeën uitwisselen en tijdens hun bezoek’, klinkt het. Daarom zal er ook ruimte zijn voor workshops en evenementen in het deeldepot. Samenwerken met het repair café hoort daar zeker bij. ‘Zo’n events kunnen mensen over de schreef trekken om niet alles meteen weg te gooien, maar eerst proberen het te herstellen of recycleren en hergebruiken.’

Jeroen en Robby hopen een breed publiek aan te spreken met het depot. De achilleshiel van het concept is dat het moeilijk in te schatten is of de enthousiaste buurtbewoners ook echt gebruik zullen maken van het depot. ‘Dat zal de ervaring ons leren, maar we geloven er in ieder geval in en geven onszelf twee jaar om te kijken of het werkt. We kiezen bewust voor een laagdrempelig en betaalbaar concept en hopen op een succesverhaal‘, besluiten ze.