Heeft de seksismewet iets veranderd op straat? ‘Catcalling is nog altijd dagelijkse kost’

'De kans op straatintimidatie loert immers op elke hoek en bedreigt fundamentele rechten' © Getty Images

Catcalling is een wijdverspreid fenomeen in grote steden. In 2014 kwam er naar aanleiding van de documentaire ‘Femme de la rue’ van Sofie Peeters een wet om seksuele straatintimidatie aan banden te leggen, de seksismewet. Maar wat is er sindsdien veranderd? Politie, ngo’s en slachtoffers getuigen.

Naar aanleiding van de documentaire Femme De La Rue (2012), heeft de Belgische politiek ervoor gekozen een wet in te voeren die catcalling tegengaat: de seksismewet. Sinds mei 2014 verklaart de wet dat elk soort uiting van seksisme strafbaar is. Seksuele straatintimidatie valt daar ook onder. Wie zich er schuldig aan maakt, kan zich officieel aan een straf verwachten. Toch is er sinds 2014 nog maar één veroordeling bekend voor catcalling, dit komt van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen.

Hoe komt dat nu? Een klacht indienen bij de politie wordt door twee zaken bemoeilijkt. Zo is het vaak een woord-tegen-woord-situatie omdat er vaak geen getuige of bewijsmateriaal is. Een tweede moeilijkheid is het identificeren van de catcallers. De dader is vaak allang gevlucht en zonder een duidelijke dader kan de politie niets doen. Mensen zijn zich bewust van deze obstakels en nemen de moeite niet meer om langs te gaan. Het resultaat: een groot dark number bij seksuele straatintimidatie.

Wat is catcalling en wie heeft er zoal last van? Het wordt uitgelegd in de video hieronder.

Wat is catcalling? – Explainer VideoAlice Seghershttps://www.youtube.com/channel/UClBM_vYnwSqdPTrkn3onWiQvideo1132001.0YouTubehttps://www.youtube.com/360480https://i.ytimg.com/vi/8NvITWeZslk/hqdefault.jpg

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Gevaar om elke hoek

Voor Plan International België is het duidelijk: de bescherming in de publieke ruime moet beter aangepakt worden. De niet-gouvernementele organisatie (ngo) besloot zo’n vijf jaar geleden om zich te focussen op meisjes en jonge vrouwen tussen de 0 en 25 jaar. Ze merkten immers dat er nog veel uitdagingen zijn, zeker op vlak van straatintimidatie. Plan vindt dat de toegang tot de publieke ruimte vooral in grootsteden aan jonge meisjes wordt ontzegd. ‘Die toegang ontzeggen is een zware schending op fysiek vlak, met de eventuele mentale gevolgen’, zegt Wouter Stes, beleidsmedewerker bij Plan International België. De kans op straatintimidatie loert immers om elke hoek en bedreigt fundamentele rechten. ‘Denk aan uitgaan met vrienden. Meisjes moeten constant op hun hoede zijn en kunnen niet ten volle genieten van dit soort activiteiten.’

Om de publieke ruimte terug toegankelijker te maken voor meisjes en jonge vrouwen, startte Plan International in 2019 met Safer Cities. Dit is een digitaal platform waarop slachtoffers kunnen aangeven waar ze ongewild aangesproken zijn. Volgens Wouter Stes kan dit platform een oplossing bieden voor het grote dark number dat er momenteel bestaat rond seksuele straatintimidatie. De cijfers en locaties moeten politici en stadsbesturen motiveren om publieke ruimtes te creëren waarin iedereen zich veilig voelt op elk moment van de dag.

.
.© GF

Vier Belgische steden gebruiken op dit moment Safer Cities: Brussel, Antwerpen, Gent en Charleroi. Stad Brussel was er vanaf het begin bij, al verliep de samenwerking eerst wat stroef. ‘In het begin was er wat wantrouwen binnen het Brusselse bestuur. Ze hadden al eens zo’n project op poten gezet, maar dat bleek niet te werken. Toen ze dan zagen hoeveel meldingen er op korte tijd binnenkwamen op ons platform, zijn ze wel volledig mee op de kar gesprongen’, aldus Wouter Stes. De bedoeling is om het platform nog verder uit te breiden met meer Belgische steden.

Binnen enkele weken verschijnt er een grondige analyse van alle cijfers die ze hebben verzameld. Toch zijn er volgens Stes nu al enkele zaken duidelijk: ‘Er zijn twee soorten plekken waar catcalling frequent plaatsvindt. De eerste zijn drukke locaties waar je dicht tegen elkaar staat, zoals het openbaar vervoer, festivals, fuiven… Door de grote hoeveelheid aan mensen voelen daders zich gelegitimeerd en onzichtbaar, waardoor ze ongemerkt kunnen doen wat ze willen. De andere plek is volledig het tegenovergestelde: locaties met heel weinig sociale controle. Denk aan rustige straten en parken, vaak in de nachtelijke uren.’

Equal.brussels is de overheidsdienst van het Brussels gewest die het gelijke kansenbeleid uitvoert. Net als vele andere organisaties zoeken zij een oplossing voor seksuele straatintimidatie. In 2018 lanceerde zij daarom vier weken lang de campagne 0% Sexism. De campagne bestond uit drie luiken: seksuele intimidatie, toestemming (consent) en partnergeweld.

Pieter-Jan de Buyst is coördinator van het Brussels beleidsplan tegen geweld. Hij licht toe hoe equal.brussels catcalling op andere manier wil aanpakken, met een focus op de ruimtelijke ordening en hoe deze een groter veiligheidsgevoel kan creëren in de publieke ruimte.

In dit luisterfragment legt Pieter-Jan de Buyst uit hoe Equal.Brussels de ruimtelijke ordening anders wil organiseren.

Uit een onderzoek van Plan uit 2019 blijkt dat meer dan 40% van de mensen niet durft tussenkomen wanneer ze seksuele straatintimidatie zien gebeuren.
Uit een onderzoek van Plan uit 2019 blijkt dat meer dan 40% van de mensen niet durft tussenkomen wanneer ze seksuele straatintimidatie zien gebeuren. © Getty Images

Bystandereffect

Een belangrijk onderdeel van het werk van Plan International België is het tegengaan van het bystandereffect, een begrip uit de psychologie. Veel mensen die een voorval zien gebeuren in de openbare ruimte, grijpen toch niet in. Bij catcalling is dat niet anders, veel mensen lopen gewoon voorbij. Uit een onderzoek van Plan uit 2019 blijkt dat meer dan 40% van de mensen niet durft tussenkomen wanneer ze seksuele straatintimidatie zien gebeuren.

Volgens Wouter Stes heeft dit enkele duidelijke oorzaken: ‘Veel mensen weten niet hoe ze moeten reageren zonder de situatie te laten escaleren of zijn bang om zelf slachtoffer te worden wanneer ze tussenbeide komen.’ Om dit te verhinderen, moet je volgens Wouter Stes kunnen reageren op een gepaste manier. Daarom ontwikkelde Plan International een educatief pakket met drie strategieën die je kan toepassen wanneer je te maken krijgt met seksuele straatintimidatie. Het zou belangrijk zijn om een strategie te kiezen die aansluit bij je eigen karakter, vandaar drie verschillende opties. Zo kan je direct reageren door de catcallers aan te spreken op hun gedrag, de situatie ontmijnen door voor afleiding te zorgen of te doen alsof je het slachtoffer kent. Of je kan een extern persoon aanspreken over het wangedrag van de persoon. Dit kan iemand op straat zijn, maar ook de politie, de security of buschauffeur.

Bij catcalling krijgt het slachtoffer meestal de aandacht. Maar wat met de dader? En zit er een psychologisch proces achter catcalling? ‘Een versnipperd vrouwbeeld en een taboe rond seksualiteit binnen het gezin of onder vrienden zijn twee factoren die kunnen meespelen. De belangrijkste en steeds terugkerende oorzaak blijft echter het gebruik van macht om te intimideren’, benadrukt Sofie Peeters, maakster van de documentaire Femme de la Rue.

Er speelt zich een machtsspel af op straat

‘Een van de grootste oorzaken van catcalling is de scheiding tussen privaat en publiek’, legt Karen Celis uit. Als politicologe en genderspecialist heeft ze zich verdiept in de dieperliggende structuren achter seksuele straatintimidatie. ‘In onze hoofden ligt een structuur vast die zegt dat de publieke sfeer voor mannen is en de private sfeer (thuis) voor vrouwen. Als vrouwen zich op dat ‘mannelijk terrein’ begeven, overschrijden zij eigenlijk de grens. Ze moeten aanvaarden dat ze blootgesteld worden aan bepaald gedrag, gedrag dat hen erop wijst dat ze daar eigenlijk niet thuishoren. Met dit perspectief begrijp je waarom slachtoffers van catcalling vaak zelf de schuld krijgen.’ Volgens Celis ligt deze theorie aan de basis van catcalling.

.
.© Getty Images

De scheiding tussen publiek en privaat heeft een grote invloed, al is het niet de enige oorzaak. Er heerst ook soort competitie tussen catcallers. Mannen die catcallen willen zich ten opzichte van elkaar bewijzen, volgens Celis. ‘Als je in de publieke sfeer de scheiding maakt tussen mannelijke en vrouwelijke rollen, bewijs je zogezegd je mannelijkheid. Die mannen willen nog steeds dat stereotype beeld van een ‘echte’ man vervullen. Zij catcallen dan ook mannelijke slachtoffers die niet binnen dat beeld passen. Jezelf bewijzen en tonen dat jij hoger staat dan het slachtoffer zijn achterliggende redenen. Er speelt zich dus een machtsspel af op de straten.’

‘Met het machtsspel bestendig je jouw identiteit. Het geeft natuurlijk een goed gevoel om te kunnen zeggen dat je tot de machtigste groep behoort. Als individu is het dan ook immens moeilijk om daartegen te vechten, want dan stel je jezelf op als prooi. En wie heeft daar nu zin in?’ Groepsdruk speelt ook een rol, vertelt Celis. Niemand wil zelf een slachtoffer worden.

Beluister hier het gesprek met Karen Celis over catcalling.

Zwart-wit denken

Ofwel ben je een seksist, ofwel ben je een anti-seksist. Zwitserland bestaat niet bij seksisme, je kan er niet meer neutraal over zijn zoals vroeger. Als je niets doet tegen seksisme, dan word je gezien als iemand die het systeem in stand houdt, zelfs al ben je anti-seksistisch. Logischerwijs hebben veel mensen het daar ongelofelijk moeilijk mee.’ Toch ziet Celis er ook iets positiefs in: ‘Nu leg je de verantwoordelijkheid bij diegene die de macht hebben om aan de problematiek te werken. Als slachtoffers zelf oplossingen moeten zoeken, dan moeten zij vanuit hun zwakke positie een systeem gaan veranderen. Uiteraard gaat dat heel moeilijk en traag. Zeg je daarentegen: ‘Iedereen die tegen seksisme en seksuele straatintimidatie is, draagt mee de verantwoordelijkheid om het te stoppen’, dan is de groep die iets kan veranderen veel groter.’

Celis benadrukt dat de impact van catcalling niet onderschat mag worden. ‘De impact van catcalling is veel groter dan gedacht. Als catcaller roep je misschien één keer, maar bij vrouwen gebeurt het opnieuw en opnieuw. De herhaling zorgt voor een onveiligheidsgevoel in hun eigen straten dat maanden, soms jaren, later nog effect kan hebben.’

Geen onschuldig geflirt

Amira Cressato en Jennifer Van Nieuwenhove wonen allebei in Brussel. Iets meer dan twee jaar geleden startten ze hun Instagram-account CatcallsofBxl op. Zo zitten ze in de ChalkBackMovement (Krijt Terug). Omdat een klacht indienen een grote stap is, kunnen slachtoffers van catcalling hun een berichtje sturen. Dan gaan zij op de precieze plek van de catcall krijten wat er is gezegd. Hun doel? Bewustzijn creëren over catcallen bij de Brusselaars en zo tonen dat het niet oké is. ‘We weten niet of mensen doorhebben dat catcallen niet hetzelfde is als flirten. Flirten is iemand een complimentje geven op een beleefde manier, je toont respect en interesse. Maar catcallen is geen compliment, dat is stoer willen doen op straat en naar me roepen alsof ik jouw bezit ben.’ De woorden die slachtoffers te horen krijgen, krijten de twee meisjes op straat. Dat er dan ‘seks’ of ‘hoer’ op de stenen staat, kan hun niet schelen. ‘Het is wat vrouwen elke dag naar hun hoofd gegooid krijgen, waarom zouden we het aanpassen?’

1.0catcallsofbxlInstagramhttps://www.instagram.com/rich658

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
https://scontent.cdninstagram.com/v/t51.2885-15/e35/s480x480/170716233_1772960496207085_4890868128682164387_n.jpg?tp=1&_nc_ht=scontent.cdninstagram.com&_nc_cat=101&_nc_ohc=5zEDwuQ1hWoAX-r5vp_&edm=AMO9-JQAAAAA&ccb=7-4&oh=2dea0d56002f07c802b8093074b46c97&oe=60BD6F11&_nc_sid=b9f2ee480480

Amira en Jennifer worden zelf regelmatig gecatcalled. Dat was één van de redenen waarom ze begonnen met hun Instagram-account. ‘Vrienden en ook wij worden lastiggevallen op straat. Soms word ik zelfs vijf keer op een dag gecatcalled. Dat is toch niet normaal?’, stelt Amira. Ze wonen in Brussel en weten welke plaatsen je moet ontwijken. De stations van Brussel-Zuid en Brussel-Noord, aan het kanaal, de metrohaltes… Voor een vrouw alleen is het niet veilig, vinden de meisjes. ‘Niemand reageert erop als je gecatcalled wordt. Ze lopen je gewoon voorbij.’

Langzamerhand krijgt hun account meer volgers. Daarnaast praten ze er met vrienden over. ‘Als we met jongens over zulke onderwerpen praten, zeggen ze dat ze ons begrijpen. Maar als we dan vragen of ze vrienden corrigeren die catcallen, spreken ze zichzelf tegen. ‘Dat is gewoon raar’, zeggen ze dan. Ze voegen de daad niet bij het woord. En dat is jammer.’

Grijze zone

Bij catcalling is er vaak een grijze zone waar een opmerking kan blijven hangen op de grens van een compliment, maar even snel kan uitmonden in intimidatie. Dat bevestigt ook Sofie Peeters, de documentairemaakster die met Femme de La Rue een schokgolf door België liet gaan. Ze woonde zelf jarenlang in Brussel en weet als geen ander hoe een doodgewone vraag of opmerking al snel kan overgaan in meer.

De benadering van slachtoffers kan nog beter volgens Sofie Peeters. ‘Vaak wordt er aan mij gevraagd wat ik aanhad of waar ik precies was wanneer ik vertel dat ik ben nageroepen. Natuurlijk is dat met de beste bedoelingen, maar ze schuiven de verantwoordelijkheid van catcalling weer naar het slachtoffer. Dat kan heel beklemmend voelen’, verduidelijkt ze. ‘Als er dan in een situatie met catcalling ook maar één iemand is die op zo’n moment zegt dat het moet stoppen, kan het een wereld van verschil zijn’, voegt ze nog toe. Scholen en sociale media kunnen volgens Sofie Peeters ook een belangrijke tool zijn om meer jongeren te leren over seksuele straatintimidatie.

In dit audiofragment legt Sofie Peeters met een duidelijk voorbeeld uit hoe hetzelfde gesprek heel anders kan aanvoelen.

Ondanks haar tevredenheid over de acties van organisaties zoals Plan International, zijn we er nog lang niet. ‘Al deze campagnes kaderen in het sensibiliseren van mensen. Het laat hun inzien wat de impact van catcallen kan zijn’, vertelt ze, ‘maar het is niet genoeg. Zonder concrete acties gaan we geen verandering zien. Het mag niet bij sensibilisering blijven.’ Net daarom is Sofie Peeters fan van het idee om een agent(e) in burger te laten rondlopen in probleemzones. Zij zouden volgens haar de eerste ‘actieve’ bystanders kunnen zijn. ‘We moeten veel meer de mentaliteit creëren: je bent misschien geen deel van het probleem, maar je kan wel deel zijn van de oplossing. Door zelf een actieve rol te spelen voelen slachtoffers zich gesteund. Enkel wanneer het echt escaleert, kan de politie ingrijpen en de dader beboeten.’ Sofie Peeters vreest immers dat catcallers zich aanpassen wanneer er te veel wordt ingezet op politie. ‘Ze zullen wachten tot diezelfde politie om de hoek verdwijnt, om vervolgens verder te doen’, legt ze uit.

MOGELIJKE OPLOSSINGEN

Hoe kan er nu voor gezorgd worden dat catcalling voor eens en voor altijd stopt? Een aantal experts reiken oplossingen aan.

Wouter Stes: ‘Om catcalling aan te pakken zijn de bystandercampagnes het succesvolst. Doordat catcalling heel zichtbaar is en verbaal gebeurt in de publieke ruimte zijn er vaak getuigen. Als die mensen weten welke strategieën ze kunnen toepassen in zo’n situatie, kan er al heel veel veranderen. We hebben deze verantwoordelijkheid als maatschappij.’

Sofie Peeters: ‘Er moet worden ingezet op sensibilisering, bestraffing, onderwijs en jeugdwerking. Al deze zaken moeten hand in hand gaan. We moeten als maatschappij actieve burgers creëren en verschillende perspectieven met elkaar uitwisselen. Laten we het onderwerp bespreekbaar maken.’

Jennifer Van Nieuwenhove en Amira Cressato: ‘Luister naar de mensen die het meemaken. Zeg niet dat ze overdrijven of dat ze drama maken, kleineer ze niet. Neem het serieus en maak geen taboe van het onderwerp.’

Karen Celis: ‘We hebben nood aan acties zoals het Brussels Straatactieplan, waarbij er gebruik wordt gemaakt van opleidingen voor metropersoneel, parkwachters, urbanisatieprojecten, politiebijscholing en training etc. Het is niet alleen het optreden en op heterdaad betrappen, maar een hele waaier aan beleidsmaatregelen die er moet komen. Het is een en-en-verhaal.’

Glenn Van Iseghem: ‘Om catcalling aan te pakken moeten mensen een klacht durven indienen bij ons. Vanuit de politie zelf moeten we een toegankelijker imago verkrijgen door te garanderen dat onze agenten voldoende opgeleid zijn om slachtoffers te begeleiden.’

Uit de vele gesprekken en getuigenissen is één ding duidelijk: er zijn vorderingen in het aanpakken van catcalling, maar nog lang niet genoeg. Sinds de seksismewet uit 2014 zijn er amper klachten en veroordelingen geweest. Daar zit ook het juist het probleem: het gebrek aan dataverzameling maakt het enorm moeilijk om te bekijken of er nu daadwerkelijk verbetering is tegenover zeven jaar geleden. Er zijn veel mogelijke oplossingen, maar zolang er geen wisselwerking is tussen al deze ideeën, zal het moeilijk worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content