Jean-Paul Mulders
‘Woorden zijn fantastisch, maar dun om op de boterham te leggen’
Ik ben zo’n gelukzak die van zijn liefhebberij zijn werk heeft kunnen maken, maar nu is dat werk weer in spoedtempo liefhebberij aan het worden. Zelfstandig stukjesschrijver is een onzekere bezigheid in tijden van oorlog en inflatie. Je bent beter vastbenoemd als de prijs van kaas uit de klauw loopt.
Woorden zijn fantastisch, maar dun om op de boterham te leggen. Steeds vaker moet ik denken aan Eriek Verpale, de schrijver met die letter te veel in zijn voornaam. Hij bezong de Zelzaatse wijk De Katte, het café van moeder Zulma en jonge vrouwen zoals het Arabiertje. Ik was fan van zijn brievenboek Alles in het klein, waarmee hij in 1992 de prestigieuze NCR-prijs won. Hij was wereldberoemd in Vlaanderen.
“Hoe gaat het intussen met de vrouwen?”, vroeg ik hem een jaar of tien later, toen hij mij kwam opzoeken in mijn huurhuis met composthoop in Merelbeke. Hij schudde het hoofd en zei: “Ook op dat vlak gebeurt er nog bitter weinig. Mijn winkeltje draait niet meer, jong.”
Er lag veel droefheid in de eenvoud van dat zinnetje. Sindsdien verafschuw ik leegstaande panden en begrijp ik dat je al je eieren beter niet in één mandje kunt leggen. “Wat zou je dan nog willen doen?”, vragen mensen als ik het verlangen uitdruk om mijn activiteiten uit te breiden. Eigenlijk weet ik dat zelf ook niet goed, maar dat zeg je beter niet hardop. Niets is onaantrekkelijker dan een man zonder plan.
“Een schrijfwerkerij beginnen”, opper ik voorzichtig. “Inktvis & co is de naam die ik daar lang geleden voor bedacht. Maar misschien klinkt dat intussen kinderachtig en het is mij onduidelijk wie de compagnie is.”
“Schrijfwerkerij…” Een vriend van mij proeft het woord als was het een exotische vrucht en spuwt vervolgens giftige pitten uit. “Is dat nog van deze tijd? Zou je je niet beter verdiepen in ChatGPT?”
Boze tongen beweren dat Griet Op de Beeck, schrijver van Vele hemels boven de zevende, nu driehonderd euro per sessie vangt als therapeut.
Hij heeft wel een punt. De wereld staat niet stil en het liefst wil je iets doen dat robotproof is. De inktkoelie dreigt overbodig te worden, net zoals de vertaler, de secretaresse, de tuinman, de boekhouder, de radioloog en de taxichauffeur. Al die beroepen zullen sneuvelen, volgens onderzoekers van de Universiteit van Oxford die zich voorlopig onmisbaar achten.
Ik beheers de dt-regels, maar blijf een jong veulen in het diepst van mijn gedachten. Wat zijn de opties als je vloeiend Frans en Engels spreekt, gefascineerd bent door mensen en alles van vulpennen weet? Boze tongen beweren dat Griet Op de Beeck, schrijver van Vele hemels boven de zevende, nu driehonderd euro per sessie vangt als therapeut.
Er is vraag naar therapeuten, zoals naar alles dat op de lijst staat van heerlijk concrete knelpuntberoepen. Ik overweeg een bestaan als diamantbewerker, halfautomaatlasser, syndicus, medewerker van een uitvaartdienst of operator van een papier- of kartonmachine. ‘Handlanger bouw’ spreekt ook tot mijn verbeelding, hoewel dat wellicht meer met die handlanger dan met de bouw te maken heeft.
Tegenwoordig kent niemand onder de veertig nog Eriek Verpale. Op een ochtend werd hij door zijn werkster dood in bed aangetroffen. Ik betrap mijzelf op de gedachte: was hij maar pijpfitter geworden – of redder in het zwembad.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier