Jean-Paul Mulders

‘Wie tuiniert, is niet per se een beter mens, maar ik denk soms wel dat het helpt’

Jean-Paul Mulders Columnist voor Knack Weekend en schrijver

Ik ben op bezoek bij een vriend van wie de vrouw is gestorven. Dat is intussen twee jaar geleden. Time is a great healer, hoor je weleens zeggen, maar voor sommige dingen is zelfs de tijd maar een kwakzalver.

We zitten op het terras met zicht op een zinderende tuin. Erik heeft chocolade voorzien en koekjes met amandel. Er is koffie van De Witte Zwaan, die op het pakje sierlijk over een plas met pikzwart water glijdt.

‘Zo-zo’, antwoordt hij als ik vraag hoe het gaat, en hij maakt met zijn hand een wankelend gebaar. Het bevalt me dat hij de smalltalk overslaat. Ik praat graag over koetjes en kalfjes, over Joost Klein op Pukkelpop, het ijssalon van Marc Coucke of de premier die poseert met olifantenslurven. Maar soms mag een gesprek zich tegen de essentie aanschurken.

We praten over nu en over vroeger, toen we in Ledeberg gingen dansen op rookvrije fuiven. Dat was bijzonder in de tijd dat je overal mocht paffen. Op zo’n fuif leerde hij Tania kennen, een jonge blondine die er leuk uitzag en ook nog eens het hart op de juiste plaats had. Nu is hij de enige weduwnaar in mijn kennissenkring. Dat vind ik romantischer dan ‘gescheiden’, wat klinkt alsof er een guillotine aan te pas kwam. Als de dood je scheidt, kan de liefde tenminste ongeschonden blijven.

Op de kast staan foto’s van hun dochter, die onlangs twintig is geworden. Ze lijkt sprekend op haar moeder. Hij schrikt er soms van als ze na het joggen binnenkomt, in een bezweet T-shirt dat vroeger van Tania was. ‘Je hoort weleens zeggen: het leven gaat voort’, merkt hij op. ‘Dat vind ik een wrede spreuk. Ik wíl haar niet vergeten, want vergeten voelt als verraad.’ Toch laat hij doorschijnen dat hij zo onderhand wel voor een nieuwe vrouw in zijn leven openstaat.

Op de steenweg ronkt een luie brommer. De hond brengt mij een bal, maar weigert vervolgens die af te staan. We praten over boeken die ons hebben geraakt en over de mogelijkheid van een hiernamaals. Mijn vriend gelooft daar niet in, maar na de dood van zijn vrouw gebeurden er rare dingen. Een radio begon vanzelf te spelen – eerst dacht hij dat hij het zich verbeeldde, maar hoe langer hij speelde, hoe luider het werd. ‘Na een dag of vier heb ik de stekker eruit getrokken’, zegt hij. ‘Daarna hield het op, maar toen miste ik het al.’

We kunnen de gebruiksaanwijzing opzoeken om te zien of het toestel een ingebouwde timer had, maar dat verklaart nog niet waarom het volume toenam. Het is een raadsel dat ik niet per se ontsluierd wil zien. Ik hou van techniek, maar verkies toch het wonder als het even kan.

Zo zitten we daar onder de parasol en kijken naar de dahlia’s, de stokrozen en de tulpen. ‘De tuin was haar passie’, zegt mijn vriend. ‘Ik probeer hem in ere te houden, maar kan niet beletten dat hij stilaan verwildert. Ik heb haar groene vingers niet.’

Die heb ik evenmin, maar ik heb geleerd om zulke eigenschappen te waarderen. Wie tuiniert, is niet per se een beter mens, maar ik denk soms wel dat het helpt. Je draagt zorg voor weerloos leven, en dat gaat de ene persoon nu eenmaal beter af dan de andere. Stel je sommige politici eens voor terwijl ze eigenhandig hun moestuin verzorgen. Het past als de tang op het spreekwoordelijke varken.

De zon zakt als we rondwandelen tussen gewassen met namen als Slaapkamergeluk en Gebroken hartje. Mijn vriend wijst de plek aan waar hij as van Tania heeft begraven, onder een struik die het vertikt weelderig op te schieten. Vlakbij ligt ook de kat die eerder was gestorven, maar hij weet niet meer precies op welke plek.

‘Hopelijk heb ik genoeg afstand gehouden’, zegt hij droog. ‘Ik weet niet of Tania het fijn had gevonden boven op Nestje uitgestrooid te worden.’

We grinniken. Humor is als je ondanks alles lacht.

Die avond blijft het stil als ik thuis alleen in de living zit. Geen lamp knippert in morsecode, de radio begint niet onverwachts Stop met wenen van Kaat Van Stralen te spelen.

Wel draagt de orchidee op de kast, die ik verloren waande, tegen beter weten in een nieuwe bloem.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise