Nathalie Le Blanc
‘Was je een stuk chagrijn voor je EuroMillions won, dan zul je dat vrij snel weer zijn’
Ik vind het luxueuze leven van superrijke mensen fascinerend. Niet dat ik er veel persoonlijk ken, ze figureren vooral in mijn kijklijst, die vol staat met programma’s over peperdure hotels, uitzonderlijke architectuur of exquise restaurants. Het is niet de bling die me boeit, maar het bijna absurde oog voor detail, het hoogwaardige vakmanschap en design zo doordacht dat het aan het geniale grenst. Meer Amazing Hotels dan Below Deck dus.
Meestal zie je de eigenaars en gasten amper in die luxereeksen, en dat is jammer. Want wat ik graag wil weten is: slaakt Aerin uit New York kreten van verrassing als ze op haar slaapvakantie haar vijfsterrenkamer binnenwandelt en het sublieme uitzicht ziet? Wil Charles uit Knokke nog elke dag zijn sublieme marmeren vaas van Michaël Verheyden even strelen als hij er voorbijloopt? Is Lorredonna uit Turijn elke keer blij als ze haar Birkin-tas grabbelt bij het naar buiten wandelen? Ik hoop het van harte.
Ik ben zelf nogal van het huppelend-van-blijdschap-type en als ik me in een luxueuze situatie bevind, wordt er wel eens gekird. In mijn fantasie zou ik, als ik morgen EuroMillions win, tot mijn laatste dag blij als een kind reageren op elke dure aankoop. Misschien is dat niet eens zo onrealistisch, gezien psychologen al even het effect van de hedonistische tredmolen hebben omschreven. Daarbij blijkt dat omstandigheden tot op zekere hoogte minder belangrijk zijn dan de basis waarvan je vertrekt.
Als ik me in een luxueuze situatie bevind, wordt er weleens gekird van blijdschap.
Dankzij de hedonistische aanpassing keer je – als eenmaal aan je basisbehoeften voldaan is – blijkbaar snel terug naar je basisniveau van geluk en tevredenheid, zowel na een spectaculaire positieve als na een afschuwelijk negatieve gebeurtenis.
Win je een fortuin, dan ben je uiteraard van je geldzorgen verlost. Dat is een godsgeschenk, want geldzorgen zijn verpletterend. Maar was je daarvoor een stuk chagrijn dat van zagen een kunst maakte, dan zul je dat vrij snel weer zijn, ondanks de miljoenen op je bankrekening. En was je daarvoor iemand die van elke citroen limonade maakte en overal halfvolle glazen zag, dan zul je dat blijven doen.
Ik moest aan die hedonistische tredmolen denken toen ik Sergio Herman in Spanje zag rondreizen met Bockie De Repper. ‘Mmmm’ was het meest gebruikte woord, en het genot spatte van het scherm telkens als de jonge Aalstenaar in beeld kwam. Zelfs zijn fixatie op de vraag of je van deze of gene kunt doodgaan, kon de pret niet bederven. Hij vertelde over zijn verbazing dat het leven zo gelopen was dat hij nu met een sterrenchef jamón ibérico mocht degusteren, maar ook dat het wel oké zou zijn als deze privileges weer zouden verdwijnen. Want hiervoor was hij ook gelukkig.
Bij sommige mensen zou dat vals klinken, maar ik geloof hem. Hij toonde ons wie hij was: een man wiens hedonistische tredmolen hem altijd weer naar verwondering en verrukking zal brengen. Mijn vermoeden is dat deze jonge man talent zou hebben om rijk te zijn en van elke cent te genieten, en ik hoop van u hetzelfde.
Lees ook: ‘Ware luxe is lef. Durven te vertrouwen op wat je buikgevoel zegt’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier