Ruth Goossens

‘Dankzij Knack Weekend leerde ik dat journalistiek meer was dan de Wetstraat’

Ruth Goossens Hoofdredactrice van Knack Weekend

Hoofdredacteur Ruth Goossens over wat Knack Weekend haar leerde in het veertigjarige bestaan van het blad.

Knack Weekend wordt veertig. Dat is best indrukwekkend, want het idee van gewezen CEO Rik De Nolf om aan het nieuwsmagazine Knack een cultuur- en lifestylekatern toe te voegen, dateert van lang voor kranten met zaterdagse bijlages kwamen. Nog geen jaar later werd er besloten om er een volwaardig, apart blad van te maken. Het Knack-pakket, waar later nog Focus aan zou worden toegevoegd, was geboren.

Ik ben niet veel ouder dan Knack Weekend, je zou dus kunnen vermoeden dat de eerste decennia een beetje aan mij voorbij zijn gegaan. Maar dat is niet zo. Mijn vader was abonnee van het eerste uur, ik ben met een stapel Knacks op de salontafel opgegroeid. Hij was aan het blad verknocht, en dat zeg ik zonder enige overdrijving. Toen mijn vader in financiële problemen raakte en voor een vrijwillige schuldbemiddeling koos, stond hij erop zijn Knack-abonnement te behouden. Zowel de sociaal werkster als ik vonden dat onbegrijpelijk in zijn precaire situatie, maar hij hield voet bij stuk. Achteraf begreep ik waarom: Knack was zijn venster op de wereld en Weekend liet hem dromen en ontsnappen aan de weerbarstige realiteit.

Mijn vader vertelde ons dikwijls over wat hij in Knack had gelezen in de hoop onze interesse in politiek en onze maatschappelijke betrokkenheid te vergroten. Hij scheurde ook ontzettend veel uit: hij hield van koken, design, reizen en van de mooie reportages over het leven. De knipsels hingen her en der verspreid in zijn appartement. Toen ik in Gent op kot ging om ­politieke wetenschappen te studeren, had hij bij wijze van afscheid gespaard voor een bewaarmap met recepten van de Knack Kookclub. Omdat ik geen andere kookboeken en nauwelijks ervaring had, begreep ik pas later dat het niveau best pittig was. Dankzij Knack Weekend leerde ik koken.

© Roger Dijckmans


Ik hield van de heldere standpunten van Weekend-­hoofdredacteur Tessa Vermeiren, van de wervende pen van Griet Schrauwen, de levensechte reportages van Annemie Struyf en Lieve Blancquaert, de columns van Jacqueline Goossens uit het verre, fascinerende New York, en later van Jean-Paul Mulders met zijn fraaie literaire stukjes over het dagelijkse leven. In ­Weekend las ik voor het eerst over feminisme, maar evengoed over verantwoord vlees en Belgisch design. Ik verslond de modepagina’s, versierde de muren van mijn kamer met Italiaanse en Parijse catwalkbeelden en werd al snel verliefd op de Zes van Antwerpen, onze eigen wereldvermaarde mode-iconen. Zo leerde ik dat journalistiek meer was dan alleen de Wetstraat. Dankzij Knack Weekend ontdekte ik dus ook mijn passie.

Toch was ik de laatste in mijn gezin die voor Knack Weekend aan de slag ging. Mijn lief maakte ruim twintig jaar geleden reportages voor dit blad en zelfs mijn dochter was me voor. Ze was amper zes maanden toen ze in 2004 op de arm van topmodel Ingrid Seynaeve poseerde voor een fotoshoot – en vrijwel onmiddellijk in slaap viel. Zelf startte ik hier pas in 2016, na een loopbaan bij Marie Claire. Mijn vader hoorde het nieuws van mijn transfer vlak voor hij overleed. Mijn eerste werkdag heeft hij niet meer gehaald, maar wat was hij trots dat ik Tessa Vermeiren, Trui Moerkerke en Lene Kemps zou opvolgen. Al die jaren slaagden zij erin om kwalitatief lifestylenieuws te combineren met een geëngageerde maatschappijvisie. Het is iets waar ik ook vandaag nog steeds aan hecht. Niet alleen op deze pagina’s, maar ook online. Het is een inspanning die je enkel kunt volhouden met een sterk team van excellente pennen, fotografen, vormgevers en eind­redacteurs. En niet te vergeten: dankzij geweldige lezers!

Meer weten over onze veertigste verjaardag: 40 jaar Knack Weekend

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content