Nathalie Le Blanc
‘Agatha Christie zag eruit als een moemoe, maar doorbrak alle regels waaraan vrouwen zich moesten houden’
Nathalie Le Blanc staat stil bij de frappante feiten die ze al lezend opmerkte.
Weken bracht ik als tiener door in het gezelschap van Agatha Christie. Ik was een veellezer en mijn grootmoeders boekenkast bestond voor 64 procent uit haar boeken, maar de onscherpe, ietwat saaie vrouw op de achterflapfoto wekte mijn nieuwsgierigheid niet. Onterecht, want Christie blijkt een boeiende vrouw. Tenminste, volgens de recentste biografie van de hand van de Britse (tv-)historica Lucy Worsley.
Agatha Christie blijkt een en al contradictie. Volgens Unesco is ze de meest verkochte auteur en meest succesvolle vrouwelijke toneelauteur ooit. Van haar 85 boeken staan er meer dan 2 miljard exemplaren in boekenkasten overal ter wereld en haar toneelstuk The Mousetrap wordt al sinds 1952 doorlopend in Londen opgevoerd, enkel onderbroken voor de covidpandemie. Maar toen ze een paspoort aanvroeg, noteerde Christie als beroep ‘huisvrouw’. Ze wilde boven alles gewoon zijn.
Christie wordt door veel Britten gezien als de definitie van Britsheid, en ze is de bezielster van een paar van de populairste romanfiguren ooit neergepend.
Ze werd geboren in 1890, in een rijke familie met een financieel ongetalenteerde vader, en groeide op met het soort geldgebrek dat betekende dat ze wel in een landhuis met balzaal woonde, maar haar ouders altijd hun geld zag tellen. Vrouwen van haar klasse moesten goed trouwen en veel kinderen krijgen, maar zij schreef voor haar twintigste een eerste boek. Ze zag er op latere leeftijd uit als een moemoe, maar doorbrak alle regels waar vrouwen zich aan moesten houden. Ze reisde de wereld rond zonder op de brieven van haar dochtertje te antwoorden, leerde surfen in Hawaï en trouwde na haar eerste mislukte huwelijk met een veel jongere archeoloog die ze op een opgraving in Irak leerde kennen. Met het succes van haar boeken financierde ze zijn archeologie-carrière. Ze had een opvallende joie de vivre en vond ‘van alles het beste maken’ haar grootste talent, maar ze ‘verdween’ in 1926 elf dagen spoorloos tijdens een psychologische crisis toen haar eerste man een scheiding wilde en schreef gitzwarte verhalen waarin zelfs kinderen tot moord in staat waren. Ze weigerde naar een schuilkelder te trekken tijdens de Londense Blitz en draaide zich om in haar bed als de sirenes loeiden, maar tegen het hotelpersoneel dat haar niet herkende en dus niet wilde binnenlaten op de viering van de 2239ste opvoering van The Mousetrap durfde ze niet te vertellen wie ze was; ze keerde gewoon terug naar huis. De slechteriken in haar boeken zijn vaak voormalige autoriteitsfiguren – lords, leraars, advocaten – en vrouwen figureren prominent in haar verhalen, in een tijd waarin dat ronduit vooruitstrevend was. Maar ze werd ook teruggefloten door haar uitgeverij omdat ze racistische en antisemitische karikaturen schreef. Christie wordt door veel Britten gezien als de definitie van Britsheid, en ze is de bezielster van een paar van de populairste romanfiguren ooit neergepend. Bewonderenswaardig, maar ze werd door de roddelpers afgeschilderd als een slechte moeder die niet goed voor haar dochter zorgde en een leugenares die elf dagen verdween om publiciteit op te wekken. Ze was de ultieme buitenstaander, een observator die gefascineerd was door de drastisch veranderende wereld en besefte dat we allemaal verschillende rollen spelen.
Biografen hebben een onmogelijke taak, bedacht ik me tijdens het lezen van Worsleys boek. Niet alleen moeten ze de puzzel leggen van iemands leven, ze moeten ook proberen om een realistisch beeld te schetsen van wat zich in het hoofd van hun onderwerp afspeelt. Dat blijft bij Christie ook in dit boek een beetje een mysterie, maar dat maakt het net een geweldige illustratie van hoe complex en interessant we kunnen zijn. Ik zal enkele thrillers deze zomer met heel andere ogen herlezen.
Agatha Christie. A Very Elusive Woman, Lucy Worsley, Hodder & Stoughton.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier