Een museum dat het maritieme verleden en heden, maar ook de toekomst van de haven van Antwerpen binnen Europa wil benadrukken. Dat is het voorstel voor het Wereldhaven Maritiem Museum in Antwerpen dat jaarlijks een miljoen bezoekers moet trekken.
Eric Van Hooydonk, de voorzitter van Watererfgoed Vlaanderen, bestudeerde tientallen buitenlandse maritieme musea en maakte op basis daarvan een voorstel voor het ‘WHaMM’, voluit het Wereldhaven Maritiem Museum, dat dichtbij MAS zou kunnen komen.
Topstuk van de collectie: de Charlesville
Topstuk van de tentoonstelling zou de Charlesville zijn: het laatste lijnschip tussen Europa naar Congo, met vertrek in Antwerpen. Dat schip – tot voor kort een jeugdherberg – ligt sinds eind mei gezonken in Poolse wateren, maar zou na een mini-restauratie in het droogdok komen te liggen.
Rond de boot komt een glazen koepel van zo’n 40 meter hoog en 156 meter lang, waarin plaats is voor onder meer hotelkamers, een Afrikaanse weelde aan planten, alsook expositieruimte in verschillende thema’s.
In het WHaMM zou ook een prominente plaats voor entertainment zijn. “Denk maar aan Kapitein Haddock en Kuifje”, zegt Van Hooydonk. Aan de overkant zou de stad Antwerpen ruimte moeten vrijmaken, zodat er ook plaats is voor een samengebrachte collectie van historisch waardevolle laad- en loskranen.
Superstar-museum
Van Hooydonk ziet nog wel enkele bezwaren. Zo moet volgens hem de historische achterstand op vlak van watererfgoed ingehaald worden om een volwaardige collectie te krijgen. Het plan kost ook heel wat, maar de hoogleraar aan de UGent plaatst het “superstar”-museum dan ook in dezelfde grootteorde als bijvoorbeeld het Guggenheim in Bilbao.
“Wanneer u investeert in een ‘superstar’-museum, dan heeft dat een return en is dat winstgevend”, aldus Van Hooydonk, die zelfs kansen ziet voor privé-investeerders.
Antwerps schepen voor Stadsontwikkeling Rob Van de Velde (N-VA) prees de voorzitter van Watererfgoed Vlaanderen om zijn studie en beloofde de plannen “met evenveel enthousiasme” aan zijn collega’s over te maken.
De Charlesville, het laatste Congoschip van het land, was een gemengd passagiers- en vrachtschip dat in 1950 in Antwerpen werd gebouwd. Het lag tot dit jaar aangemeerd in de Duitse haven Rostock en diende als jeugdherberg, onder de naam Georg Büchner. Het schip werd afgevoerd naar Litouwen om tot schroot te worden verwerkt. Maar het zonk volgens Van Hooydonk echter “onder mysterieuze omstandigheden”.
Redding van de Charlesville
De hoogleraar en advocaat gespecialiseerd in maritiem recht ziet echter wel mogelijkheden om het schip alsnog te redden. “We hebben dit juridisch sluitend bekeken en dit schip is vandaag beschermd als internationaal onderwatererfgoed onder het VN-Zeerechtenverdrag. Staten moeten daarom samenwerken om het te behouden”, zegt Van Hooydonk.
“We hebben nu zwart op wit bewijs dat het vertrokken is om afgebroken te worden, wat wil zeggen dat wie het illegaal afvaltransport op touw zette en het niet beëindigde, dat moet betalen. Is het niet de ‘verschroter’, dan wel de overheid. We moeten de Duitse overheid overhalen om dit mee te bekostigen. Ook Polen zal wellicht willen meewerken, omdat het schip in de weg ligt.” (Belga/MS)
