Tussen verf en water: wat je kan leren van aquarellessen in Cornwall

St Ives School of Painting © Bob Berry
Nathalie Le Blanc
Nathalie Le Blanc Journalist Knack Weekend

Kunstenaars kiezen vaak de mooiste plekken om te werken en in Engeland is dat niet anders. Al sinds 1938 is er een schilderschool in St Ives, een prachtig kustdorpje in Cornwall. Redacteur Nathalie Le Blanc volgde er drie dagen aquarelles.

‘Dat kun je dan schilderen, straks.’ De vrouw heft haar glas witte wijn naar de oranje zonsondergang boven Porthmeor Beach. We zijn aan de praat geraakt bij het aperitieven en ik vertelde dat ik hier ben voor de School of Painting. Turner Sea and Sky, zo heet de driedaagse workshop die ik kom volgen. Inspiratiebron is J.M.W. Turner, de 18de-eeuwse schilder die de aquarelkunst naar een hoger niveau tilde.

Ik ben net zo enthousiast als de kleuter die ik op het strand zie, huppelend bij elke golf die komt aanrollen. Voor alle duidelijkheid: ik heb geen tekentalent en durf wat ik doe amper ‘schilderen’ te noemen. Maar ik word ongelofelijk blij van kliederen met verf, en het werkt als een pauzeknop voor mijn soms doordraaiende brein. Na een paar onlinecursussen is het tijd om live les te volgen, en St Ives is op dat vlak een droombestemming.

Kunstkolonie

De School of Painting ligt aan het strand waar ik gisteren een vinho verde dronk, en terwijl de golven gisteren nog kleutervriendelijk waren, zijn ze vandaag metershoog en oorverdovend. ‘Onze locatie is niet toevallig’, legt docent Hilary Jean Gibson uit. ‘Het licht, de indrukwekkende natuur, de bijna tropische kleuren van de oceaan en het charmante stadje lokken al sinds de 19de eeuw kunstenaars naar deze plek. Ook Turner schilderde hier, in 1811, en sinds begin vorige eeuw kwamen er kunstenaarsclubs en galeries. Artiesten vestigden zich in de leegstaande workshops van de lokale vissers. Dat liep niet altijd makkelijk, want het was een zeer gelovige gemeenschap en die kunstenaars waren hun soms toch te bohemien. Er zijn verhalen van zeelui die het werk van schilders in zee gooiden omdat ze op zondag schilderden. Maar ze leerden met elkaar leven. In 1938 besloten twee schilders, Robert Borlase Smart en Leonard Fuller, een school op te richten en tot vandaag delen we dit gebouw met vissers, die in de kelders hun netten en spullen opslaan.’

We, dat zijn vandaag dus Hilary en vier onervaren aquarellisten, die al snel een van Turners meesterwerken moeten kiezen om na te schilderen. Geïntimideerd, ik? O ja.

Kopie van een genie

Als ik ooit al getwijfeld heb aan het nut van kopiëren, dan bewijzen de volgende dagen het tegendeel. Een palet van amper drie kleuren kiezen, een kleurenwiel schilderen, Turners geniale penseelstreken bestuderen en imiteren — mijn leercurve is Himalayaans. De docent toont en vertelt constant dingen waarvan ik denk: dat moet ik opschrijven, maar ik ben te druk bezig met verf, penselen en veel water.

De studio van de School of Painting, aan het strand. De ruisende golven en het mooie licht maken dit een heerlijke plek om te werken. © NATHALIE LE BLANC

Benieuwd naar onze andere reisreportages? 15 uitzonderlijke reiservaringen

Als het tijd is voor de lunch, wil ik het liefst gewoon doorwerken. Maar we moeten van Hilary naar buiten en ze heeft gelijk. De combinatie van nieuwe kennis, informatie over Turner en iets doen wat ik nog nooit eerder deed, doet mijn brein knetteren op de best mogelijke manier. Ik loop met een grijns op mijn gezicht richting lunch en mijmer over het absolute plezier van nieuwe dingen leren. Een van mijn medecursisten zit tegen het einde van de dag al aan een negende kopie, maar ik werk geconcentreerd aan mijn derde versie. Ik kan niet zeggen dat ik trots ben, maar hier en daar zijn er een paar vierkante centimeters waar ik oprecht blij mee ben.

Net als ik denk dat ik bepaalde kleurschakeringen begrijp, schakelen we over op ‘nocturnes’ en bruin papier, en blijkt alles weer anders. Terug naar af dus, maar het geeft wel geweldige tinten. Note to self: koop bruin aquarelpapier. We zijn als groep trager dan gemiddeld, lacht Hilary, maar we leren snel bij en morgen gaan we ook even buiten schilderen.

Schilderen en doorschuiven

Aan Hilary’s tafel hangt een lijstje met benodigdheden om plein-air te schilderen. Het verraadt niets over het logistieke zottekot dat volgt. Het waait nog altijd een paar beaufort, dus wandelen we met een palet in de hand door het doolhof van straatjes dat St Ives is, op zoek naar een beschutte plek met zeezicht. Twee handen blijken te weinig voor papier, potlood, penselen, verf, water en keukenpapier. Bovendien moet het snel gaan, want we krijgen maar een halfuur. Dat geeft een soort stress die tot mijn verrassing zeer aangenaam blijkt.

De volgende dag ben ik beter georganiseerd en mijn ski-jas met veel zakken blijkt perfect als draagbare penselenhouder. Maar ik maak een strategische fout en kies een schilderplek zonder beschutting, waardoor penselen, paletten en zelfs mijn bord met papier bijna wegwaaien. Ik weet niet of het de wind is, of het zelfvertrouwen na drie dagen les, maar ik ga er helemaal voor.

Het licht, de indrukwekkende natuur, de bijna tropische kleuren van de oceaan en het charmante stadje lokken al sinds de 19de eeuw kunstenaars naar deze plek.

‘Krachtige kleuren’, lacht Hilary. Er zit zand tussen mijn tanden en in mijn verf, mijn keukenpapier waait weg, dus veeg ik mijn penselen aan mijn broek af en de rotsen die ik schilder lijken nergens op, maar het is, zoals ze in het Engels zeggen, exhilarating. Ik denk dat dit is hoe buiten spelen op een ietwat gevaarlijke plek voelde, lang geleden.

© NATHALIE LE BLANC

Op weg terug naar de school vertelt een van mijn medecursisten over vorige workshops. ‘We gingen dan wel naar huis met tien verschillende schilderijen, het was vaak een soort paint-by-numbers, je deed exact na wat de instructeur deed. Nu schilderen we dan wel Turner na, maar leer ik zo veel meer. Ik vind zelfs dat kleurenwiel niet meer nutteloos.’ Ik begrijp wat hij bedoelt. Drie dagen intensief met iets bezig zijn voelt als een ongelofelijke luxe.

Na zo veel concentratie op twee of drie meesterwerken, organiseert Hilary een aquarelcarrousel. Elk van ons krijgt één kleur, een leeg blad en een minuut om een aanzet te geven tot een landschap. Na die minuut schuiven we door, en gaan we weer één minuut aan de slag, nu op het werk van onze buur. Het resultaat is een kwartier hilariteit en vijf werken waar de spontaniteit van afspat. Als het gevaar bestond dat we dit allemaal te ernstig zouden nemen, dan is dat bij deze afgewend. Ik pak mijn werkjes in met een gevoel dat veel kan en niets moet, en dat ik nog jaren ga teren op wat ik hier geleerd heb.

St Ives, vakantiedorp

Vanuit het café van het Tate-museum, hoog boven het stadje, is het duidelijk hoe propvol het oudste deel van St Ives is. Op het schiereiland in de vorm van een zwaluwstaart staan de kleine vissershuisjes als – excuseer de woordspeling – sardines in een blik op elkaar gepropt. De meerderheid van die huisjes zijn vandaag vakantiewoningen. St Ives is namelijk absurd populair.

St Ives is net een postkaart. Vanuit Seaforth Guesthouse zie je de haven bij laagtij leeglopen. © GF

Duizenden dagjesmensen komen voor de stranden en boottochtjes, en allemaal proberen ze hun fish-and-chips en ijsjes niet door de meeuwen te laten stelen. Er zijn de wandelaars die over het kustpad van Cornwall stappen, de surfers die hopen op grote Atlantische golven en mensen die gaan shoppen in de vintage winkels. Je hoort ook veel posh accenten en heel wat van de vissershuisjes die nu tweede verblijven zijn, zijn ingericht in japandi-stijl. Denk Knokke, met bijbehorende hippe cocktailbars, lunchtentjes en fine-diningadressen.

Een Turner zit er niet tussen, maar het is niet het resultaat dat telt, maar het schilderplezier, ontdekte redacteur Nathalie. © NATHALIE LE BLANC

Verder is er nog de kunstkant van St Ives. Dit dorp, waar mensen als beeldhouwer Barbara Hepworth woonden, en Turner, Whistler en Rothko op bezoek kwamen, heeft iets meer dan vijfduizend inwoners, maar toch zijn eigen afdeling van het Tate en een hele lijst invloedrijke galeries. Er komen niet alleen kunstliefhebbers en zondagsschilders op vakantie, er wonen en werken nog altijd tientallen artiesten.

Deze plek is veel dingen voor veel mensen. Het is dan ook een plaatje, waar je lekker eet en aan de praat raakt met boeiende mensen, in een verbluffend landschap dat je niet alleen wilt schilderen, maar waar je ook uren naar kunt kijken. Een mens zou voor minder gaan schilderen, gewoon om hier op aquarelles te kunnen komen.

Heen en terug

Schilderen: Turner Sea and Sky staat regelmatig op het programma van de St Ives School of Painting en kost 395 pond (ongeveer 410 euro) voor drie dagen. De school biedt ook uitstekende onlineklassen aan vanaf 25 pond (ongeveer 30 euro). schoolofpainting.co.uk

Logies: de website van de School of Painting verzamelde logeeradressen. Wij kozen voor Seaforth Guesthouse, een heerlijk Brits pension met zeezicht, waar eigenaars Debbie en Carl hun gasten hartelijk ontvangen. seaforthstives.com

Transport: wij reisden naar Londen met Eurostar (vanaf 44 euro enkel), en van Londen naar St Erth (vanaf 82 pond of ongeveer 96 euro enkel) met Great Western Railway, een treinrit van zo’n 5,5 uur. De korte rit van St Erth naar St Ives is een van de mooiste van het VK. eurostar.com en gwr.com

Info: op visitcornwall.com vind je info over logies, transport, maar ook evenementen zoals tentoonstellingen, het St Ives September Festival of openstudiodagen.

In de buurt

– Het Lizard-schiereiland: lieflijk kun je dit landschap niet noemen, maar adembenemend is het zeker.

– Penzance: dit stadje had zijn ­eigen kunstenaarskolonie, je zwemt er in het prachtige art deco Jubilee-bad en het is een prima uitvalsbasis voor schilderachtige plekken als St Michael’s Mount, Mousehole en het ­Minack Theatre.

– Bedruthan Steps: een van de mooiste stranden ter wereld, met immense rotsen waar je bij laagtij tussen kunt wandelen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content