Waar is die muur?
In Noord-Engeland op zoek naar Hadrian’s Wall, de indrukwekkendste grenslijn van het Romeinse Rijk. Die muur is bijna twee millennia oud, maar prikkelt nog altijd de verbeelding.
Where’s that wall?” De vrouw in het open autoraampje kijkt paniekerig. “Ik heb eigenlijk maar een half uur en wil hem de muur tonen.” Hem is de puber naast haar. Hij lijkt helemaal niet naar een muur uit te kijken, buiten zijn hoofdtelefoon bestaat er zelfs geen wereld. Wat galmt er door dat hoofd? It’s cool to know nothing van de Kaiser Chiefs, schat ik.
Als buitenlandse bezoeker leg ik de Engelse vrouw uit hoe ze een kwartiertje door die weide moet stappen om bij de restanten te komen van de enige muur die op alle Engelse landkaarten staat. Het zal te ver zijn voor hem.
De muur in kwestie, Hadrian’s Wall, is in Noord-Engeland gebouwd op bevel van die andere kaiser chief, Hadrianus, Romeins keizer van 117 tot 138. Meer nog dan de bouw van het Pantheon en enkele tempels in Rome geeft deze stenen noordgrens van het rijk eeuwige faam aan de veldheer/reiziger/keizer. Lang heeft men aangenomen dat de muur alleen maar een verdedigingslijn was, om de Picten, de wildemannen uit het huidige Schotland, tegen te houden.
Intussen hebben historici die visie wat genuanceerd. De Romeinen zijn veel noordelijker doorgestoten. Het lokale verzet was absoluut geen partij voor de enige militaire grootmacht van die tijd (denk aan de halfnaakte, met strijdkleuren beschilderde en knotszwaaiende Mel Gibson uit Braveheart, maar dan nog twaalf eeuwen primitiever).
Dit tracé werd door Hadrianus uitgekozen omdat er verder in het noorden niets belangrijks te vinden was – toerisme naar de Highlands was nog niet rendabel. Bovendien was dit zowat de smalste strook tussen de Ierse zee en de Noordzee (117 km), mét een bevaarbare haven en een vruchtbare omgeving: alle voedsel voor de troepen kon lokaal geteeld worden. Hadrianus kun je dus net zo goed een efficiënte projectontwikkelaar noemen.
Een prima uitvalsbasis om de muur te verkennen is in het midden, in de buurt van Vindolanda. Daar vind je ook de uitgelezen overnachtingsplaats : Twice Brewed. Nooit zag ik zoveel stapschoenen en wandelstokken in één caférestaurant.
Bezigheidstherapie
Waar is die muur? Laat je rondleiden door Michael Young of een van de andere gidsen in Housesteads en je ziet de muur voor je ogen oprijzen. Eerst wil Young horen waar zijn publiek vandaan komt. ” From Australia? Good. London? Fine. South Carolina? Good. Belgium? Welcome home, brave Tungrians ! This is Housesteads, the Belgian fort !”
Die Tungrians, dat waren legioensoldaten uit de streek van Tongeren. Naar Romeins gebruik bleven militairen uit dezelfde streek ook altijd samen. Na twintig jaar dienst kreeg zo’n man uit Tongeren, Friesland, Syrië of Spanje het Romeinse burgerschap.
Michael Young laat intussen de oudheid herleven. “Van Carlisle tot Newcastle, tachtig Roman miles lang (117 kilometer), zestien feet hoog (vijf meter) en bijna tien feet breed (drie meter), één lange, stenen schreeuw : ‘Hier stopt de beschaving ! Daar begint de barbarij !’ En nog was het niet imposant genoeg, aan de Schotse kant kwam een greppel, tot tien meter breed. Langs de muur, telkens op een halvedagmars van elkaar: een fort, zoals dit, onneembaar. Tussen de forten: milecastles en uitkijktorens. En zo’n milecastle mag je letterlijk nemen: als de Romeinse landmeter een plek aankruiste op een moeilijke helling, dan bouwden ze dáár, niet twintig meter verderop op een vlak stuk. Voor hun eigen comfort, misschien ook om de soldaten bezig te houden, kwam er aan ‘de veilige kant’ van de muur een vallum – ook coast to coast – een brede aarden wal waarop de troepen ongehinderd konden doormarcheren.”
Hoeveel slaven kostte dit bouwwerk, wil ik weten. “Niet één. Alles, van landmeting tot het steenkappen en bouwen, alles was het werk van de legioenen zelf. Sterker nog : als een legioen werd afgelost, brak het eerst zijn volledige kampement af. De nieuwkomers konden opnieuw beginnen, met krek hetzelfde grondplan. Ik zei het al : al dit machtsvertoon was eigenlijk ook bezigheidstherapie, militaire drill.”
19 eeuwen oude moordzaak
Andrew Birley, de archeoloog die de opgravingen bij Vindolanda leidt, heeft het ook over afbreken en heropbouwen. “We graven almaar dieper in de tijd, intussen legden we al tien bouwlagen bloot, tien forten op dezelfde plek.” Veertien jaar is de ploeg nu bezig met truweeltjes en borstels. “Met die snelheid en met ons bescheiden budget zijn we nog makkelijk een eeuw zoet.”
Hun vondsten vullen niet alleen het museum, maar helpen vooral de historische kennis vooruit. “Lang nam men aan dat de scheiding tussen soldaten in het fort en de landlieden erbuiten absoluut was. Maar we vonden net iets te veel haarspelden, elegante kammen, vrouwenschoenen en juwelen in het kamp om dat nog te geloven. Echt schrikken was het toen we het skelet ontdekten van een jonge vrouw. In het fort ! Dat kan alleen maar op een moord wijzen, dat vrouwenlichaam was weggemoffeld. Want Romeinse begraafplaatsen bevonden zich altijd een eind van de bewoonde wereld, en daar waren ze wél zeer strikt in. We stootten misschien op de oudste moordzaak van Engeland. Niet inspector Morse, maar wij, met ons team vrijwilligers.”
Het nagelnieuwe museum van Vindolanda is een juweeltje. Uiteraard liggen er massa’s munten, wapens, harnassen en gebruiksvoorwerpen, maar dé pronkkast ziet eruit als een vitrine in de Milanese Galleria Vittorio Emanuele II: meesterlijk gestikte schoenen, elegante sandaaltjes en stevige lederen werklaarzen, sommige gehavend na eeuwen ondergronds verblijf, andere lijken pas uit de doos te komen. ” No.” De vraag om foto’s te mogen maken is snel beantwoord. ” And please, sir, don’t ask it again. No pictures.”
Uitermate trots is het museum op de honderden kleitabletten die het wist te ontcijferen. Boodschappen van haast tweeduizend jaar geleden, ze klinken alsof ze vorige week zijn geschreven: een militair put zich uit in excuses bij een overste omdat hij te laat was met een opdracht – een officier meldt een collega dat hij een rustige plek kent waar zijn oude paard de laatste maanden kan slijten – Claudia Severa nodigt Sulpicia Lepidina, de vrouw van prefect Flavius Cerialis, uit op haar verjaardagsfeestje : “(…) Ik zal je verwachten, zuster. Tot kijk, zuster, mijn liefste ziel, met wie het naar ik hoop goed gaat, en heil.” Die laatste kleitablet is overigens het oudste handschrift van een Romeinse vrouw (uit het jaar 103).
Koffie met mithras
Tijd voor een koffie. Geheel in hedendaagse Romeinse stijl is aan caffè macchiato of latte, cappuccino of ristretto gedacht: op een parkeerplaats langs de muur heeft Ant Wright zijn Piaggio Ape geïnstalleerd, met koffiemachine in de laadbak. Bij zijn excellente koffie serveert hij weetjes over de Mithrastempel die een eindje verderop ligt.
“De god Mithras, afkomstig uit Perzië, misschien zelfs uit India, was vrij populair onder soldaten, doordat hij als enige onder de Romeinse goden een hiernamaals beloofde, dat geeft toch wat perspectief aan militairen in lange dienst. Daarmee was hij trouwens een concurrent voor het prille christendom. Na het vertrek van de Romeinen gingen de christenen zelfs driest te keer in de tempel, ze onthoofdden alle beelden.”
Hadrian’s Wall was volgens Ant gewoon de langste stad uit de geschiedenis. “Reken maar mee: vijftienduizend legioensoldaten die de muur bouwden, evenveel burgers in de buurt die voedsel verbouwden en allerlei diensten leverden, en in de forten nog eens tienduizend man van de elitetroepen. Dat maakt bijna vijftigduizend, met de bevolkingsdichtheid van die tijd was dat een fenomenaal grote stad, maar wel tachtig mijl lang.”
Waar is die muur? Vaak zit die onder je voeten. Langs het Hadrianustraject vind je nergens bordjes die je aanmanen om “op het pad te blijven”. Hier geldt : “Wandel niet op één lijn.” Daarmee willen de archeologen voorkomen dat een geconcentreerde druk van honderdduizenden stapschoenen de ondergrondse schatten zou vernietigen. Moet er dan geen bredere strook afgesloten worden ? “Onbegonnen werk,” zegt Andrew Birley, “het is trouwens niet de bedoeling om alles op te graven. We weten dat er materiaal voor honderd musea onder de grond zit, het zit er veilig.”
Waar is die muur? Die is grotendeels verspreid over kerken, kastelen en oude boerderijen. In de wijde omgeving zie je vaak hetzelfde soort stenen : perfecte kubussen, allemaal op maat gekapt door Romeinse legioensoldaten. Eeuwenlang bediende iedereen zich van de muur.
Zelfs pal naast de resten van Housesteads Roman Fort heeft een boer ostentatief een waterput gemetseld met stenen waarvan hij geen factuur kan tonen. Uiteraard is recycleren geen Engels monopolie. Grote delen van de Chinese muur verdwenen in rijstterrassen en stallingen, uit de Berlijnse muur zijn honderdduizenden presse-papiers geboren en Israëls muur rond de Palestijnen deed van dag één al dienst als canvas voor Banksy en andere openluchtschilders.
Waar is mijn muur? Dat zou keizer Antonius Pius vragen, mocht hij nu de streek bezoeken. Als opvolger van Hadrianus bouwde hij zijn eigen versie, 130 kilometer noordelijker. Maar dat bouwsel maakte weinig indruk, enkele jaren na zijn dood was de muur van Antonius al een voetnoot in de geschiedenis.
De boom van Robin Hood
“Where’s that magic tree?” Even voorbij milecastle 39, dus pal in het midden van de muur, lopen twee tienermeisjes ons voorbij. Ook al is dit geen boom- maar een muurverhaal, ze zijn op het goede spoor. Twintig meter verderop duikt de muur een dalletje in en daar prijkt een stoere esdoorn.
Die Sycamore Gap is niet alleen het bekendste onderdeel van de muur, de boom is de vaakst gefotografeerde van het Verenigd Koninkrijk. In Robin Hood: Prince of Thieves (1992) is de plek minutenlang in beeld als een jonge, hongerige konijnendief achtervolgd wordt door grondbezitters, in de kruin vlucht en uiteraard gered wordt door Kevin Costner zelve.
Waar is die muur (goed voor geweest)? De origineelste hypothese hoorde ik in een B&B. Een gepensioneerde Londenaar stelde zich voor als gewezen historisch architect. “Twintig jaar geleden heb ik eens drie maanden de inventaris- en restauratiewerken geleid aan Hadrian’s Wall. Drie ellendige maanden lang sloeg de regen ons horizontaal in het gezicht. Volgens mij bouwden de Romeinen die muur om de regen uit Schotland tegen te houden.”
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Ignace Van Nevel
Zelf op zoek Wie wil proeven van archeologie op een toplocatie kan zich als vrijwilliger aan- bieden bij het team van Vindolanda. Ervaring is niet vereist om één tot vijf weken aan te sluiten bij de internationale groep. Info op www.vindolanda.com, doorklikken naar ‘volunteerprogramme’. p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier