Van eiland tot afgelegen berghut: wonen op een desolate plek hoeft niet eenzaam te zijn

© GF
Katrien Elen
Katrien Elen Freelancejournaliste

Leven op een afgelegen plek is voor velen een droom, maar slechts weinigen zetten de stap. Irwan, Virginie, Luna en Wout durfden het aan en laten zien dat wonen op een desolate plek helemaal niet eenzaam hoeft te zijn.

‘Eiland zoekt bewoners.’ Toen Irwan (37) die oproep zag, hoefde hij niet lang na te denken. Een half jaar lang woonde hij met zijn toenmalige vriendin op Selvaer, een piepklein eiland in Noorwegen.

‘Sinds mijn eerste bezoek twintig jaar geleden was ik aangetrokken door de extreme Noorse landschappen. Toen op Facebook de oproep om een tijdje op Selvaer te wonen voorbijkwam, heb ik die kans meteen gegrepen. De tijd hielp om de stap te zetten. We zaten in lockdown. Het leek niet alsof we veel zouden missen in Nederland. Het was heerlijk om te kunnen ontsnappen aan onze kamer.

Van eiland tot afgelegen berghut: wonen op een desolate plek hoeft niet eenzaam te zijn
© GF

Als je altijd in Nederlandse steden hebt gewoond, is een eiland met dertig bewoners waar je in een halfuur omheen wandelt erg afgelegen. Bij slecht weer vaarde er bovendien geen boot uit. Een ziekenhuis was er niet, de dokter kwam om de paar weken langs. Mijn hond Zorro heeft lange, delicate poten. Ik was altijd erg voorzichtig met hem. Als hij zich zou bezeren, kon het een paar dagen duren voordat we een dierenarts konden zien. Maar het was niet back to basics. Het huis waar we woonden had alle comfort, er was zelfs vloerverwarming.

Het voordeel van de beweging in deze richting te maken, is dat je alle tijd krijgt om te wennen. Ik voelde me meteen ontzettend rustig, ook al bleef ik telewerken op Selvaer. Het leek alsof de tijd er langzamer verstreek. In Nederland leef ik volgens wat er gepland staat in mijn agenda. Daar gaf ik me over aan de dag, ik liet me leiden door de natuur. Ook de sociale contacten verliepen spontaner. Niemand heeft er een deurbel. Je kunt er altijd bij iedereen binnenlopen. In Nederland denken we dat een georganiseerd leven ons minder stress bezorgt, maar dan negeer je dat er altijd onverwachte dingen gebeuren. Als iemand nu aanbelt in het midden van de dag, omarm ik het avontuur in plaats van vast te houden aan het idee dat ik om zes uur klaar wil zijn met werken.

Irwan
Irwan© GF / kim linssen

Al miste ik mijn vrienden en familie op Selvaer, toch was het er nooit eenzaam. Ik heb een sociale-angststoornis die af en toe opspeelt op drukke plekken. Zo’n eiland is voor mij dus ideaal. Het drukste moment van de week beleefde ik in de supermarkt… met drie anderen. Na twee weken kende ik iedereen, daardoor werd ik nooit geconfronteerd met onverwachte sociale contacten. Een kleine gemeenschap ligt me dus wel, maar daar schuilt ook het gevaar. Ik wil me niet laten leiden door mijn angst, ik wil geen kluizenaar worden. Het plan was daarom ook tijdelijk. Ik wist dat er een einde zou komen aan ons verblijf.

Meer lezen? Het huis aan het einde van Irwan Droog, De Bezige Bij.

In de Italiaanse Alpen bouwen Wout (32) en Luna (27) een oude, afgelegen rifugio om tot een luxueus gastenverblijf. Maar het desolate karakter blijft behouden.

‘We waren op de terugweg van een roadtrip naar China toen Luna’s ouders lieten weten dat ze een berghut hadden gekocht en iemand zochten om die te runnen. Na zeven maanden in een Volkswagenbusje wilden we ons avontuur graag verderzetten. Diezelfde avond hebben we beslist om het te doen, al hadden we de plek nog niet gezien.

Na de eerste lockdown zijn we verhuisd. In eerste instantie waren we bang voor het desolate. In Gent hadden we een bruisend sociaal leven, elk weekend gingen we op café. Maar we waren net lang op reis geweest, we wisten dat we alleen konden zijn met elkaar. Uiteindelijk bleek het leven in de bergen gunstig voor onze relatie. In Gent werkten we onze stress soms op elkaar uit. Hier leven we trager. Als we een boom hebben gekapt en verzaagd, hebben we goed gewerkt. Na een conflict kunnen we ook niet meer vluchten naar onze vrienden. Je kunt nergens van wegstormen, je moet het wel oplossen.

Van eiland tot afgelegen berghut: wonen op een desolate plek hoeft niet eenzaam te zijn
© GF

Heel snel hebben we een nieuw ritme gevonden samen met onze honden, katten en kippen. We staan op met de zon, ’s avonds sluiten we de dag af bij het kampvuur met een aperitief, een podcast en een boek – ook in de winter. Tussendoor bepaalt de natuur onze bezigheden. We leven grotendeels zelfvoorzienend. Boodschappen doen we zo weinig mogelijk. Het duurt wel een uur om onze berg af te dalen en ter plekke zijn we snel overprikkeld. Elektriciteit wekken we op via een waterturbine. Als het vriest, kan het gebeuren dat we een halve dag ijs moeten kappen. Verder hebben we een moestuin, plukken we paddenstoelen en maken we wijn van berkensap. Al die zaken zijn nieuw voor ons, maar de locals helpen ons op weg. Zij vinden het tof dat er een frisse wind waait door de rifugio en nemen ons onder hun vleugels. Zo leren we al twee jaar lang elke dag iets bij. Ons leven is daardoor veel rijker geworden.

Wout en Luna
Wout en Luna© GF

Dankzij het internet blijven we nauw verbonden met vrienden en familie en zijn we op de hoogte van de actualiteit. Als het gaat stormen in Gent, krijgen we zelfs een notificatie. Echt geïsoleerd zijn we alleen als we in de zomer de herders helpen bij het hoeden van de koeien op de Alpenweiden, net zoals in een roman. Dan besef je toch dat we ons zouden vervelen zonder internet.

In september kunnen we hopelijk openen. We kijken er erg naar uit om de schoonheid van deze plek te delen, maar het is ook dubbel. We zullen onze vallei niet meer permanent voor ons alleen hebben. Gelukkig verhinderen de vierentwintig haarspeldbochten dat er hier ooit touringcars naar boven zullen rijden.’ ( lacht)

rifugiovalditogno.com

Na enkele hectische jaren in Antwerpen zochten Virginie (51) en haar man een afgelegen plek voor hun gezin. Ze installeerden zich off-grid aan de rand van een klein Waals dorp.

‘In Antwerpen hadden mijn man en ik beiden een uitdagende job waarvoor we veel moesten reizen – zo tolkte ik als sinologe voor grote bedrijven in China. Hoewel we genoten van de mogelijkheden van de stad, voelden we ons er niet thuis. We snakten naar rust. In onze zoektocht naar een afgelegen plek stootten we op een verlaten woning in Wancennes. Die verbouwden we zo ecologisch mogelijk. De impact op de natuur moest beperkt blijven.

Van eiland tot afgelegen berghut: wonen op een desolate plek hoeft niet eenzaam te zijn
© Matthieu Litt

In 2013 zijn we naar hier verhuisd met twee jonge kinderen. Dat voelde meteen goed. Onze zoon van vier heeft astma, hier had hij van de ene op de andere dag geen puffer meer nodig. De stad hebben we nooit gemist. Af en toe ga ik met vriendinnen naar Namen of Brussel. Heerlijk, maar veel vaker blijven we waar we zijn.

Hoewel we afgelegen wonen, is het hier gemakkelijker om contact te leggen dan in Antwerpen. In de stad leefden we in een cocon. Als je in Wancennes met autopech aan de kant van de weg staat, kun je er zeker van zijn dat er iemand stopt. Ook op onze buren kunnen we altijd rekenen. We voelen ons nooit eenzaam. We merken ook dat we hier vaker bezoek ontvangen dan in Antwerpen. Vrienden en familie zakken graag af voor een weekend in de natuur. En via WhatsApp blijf ik in contact met mijn moeder en zus.

Virginie
Virginie© Matthieu Litt

Toen bleek dat het meer dan tweehonderdduizend euro zou kosten om ons aan te sluiten op het elektriciteitsnet, besloten we om off-grid te gaan leven. Energie wekken we op met zonnepanelen, het overschot slaan we op in batterijen. Voor de winter hebben we een generator als reserve. Dan verwarmen en koken we op hout dat we kappen op ons eigen terrein, maar zeven maanden per jaar leven we volledig op zonne-energie. Nu de energieprijzen de pan uit swingen, zijn we heel blij met onze onconventionele manier van leven. Al kan het in de winter weleens hard zijn.

Het eerste wat ik ’s ochtends doe is het vuur aansteken en water verwarmen voor thee en koffie. Ik geniet daarvan, het brengt me in contact met de natuur. Behalve als ik het vuur niet meteen in gang krijg, dan sakker ik weleens dat ik niet gewoon op de knop van de waterkoker kan drukken. Nu, echt primitief is het hier ook niet hoor. Er is vloerverwarming, we hebben een vaatwasser, een koelkast. In het begin was dat wel anders. Ons elektriciteitssysteem had de nodige kinderziektes. Ik herinner me nog dat alles plat lag en mijn man in Parijs zat voor het werk. Dan reed ik met mijn kleuters naar een plek waar ik gsm-ontvangst had zodat hij me op afstand kon uitleggen hoe ik de stroom weer aan de praat kon krijgen. Die tijden liggen gelukkig achter ons.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content