Lang voordat Amerika z’n eerste snelweg kreeg, lokte Route 66 gelukszoekers naar het westen. Het email is inmiddels vergaan, de glans gesleten, maar de legendarische weg spreekt honderd jaar na de opening nog steeds tot de verbeelding.
End of the trail. Het bekende verkeersbord op de Santa Monica Pier is onverbiddelijk: dit is onze terminus; hier aan de Stille Oceaan eindigt Route 66, en daarmee ook ons avontuur. Er rolt een traan over de wang van mijn vrouw, een beschaamd lachje volgt.
‘Dit was het dus’, wauwel ik in deze of gene richting, me bewust van de onuitstaanbare evidentie. Ik zeg het misschien meer tegen mezelf: na zeven uitzonderlijke dagen op en langs Route 66 is onze roadtrip nu echt afgelopen.

We maken een obligate selfie aan het bord; we zien er miserabel uit. Moe, triest en emotioneel. Het weer past perfect: motregen op de pier, waar het (behalve voor pretparktoeristen) zelfs op een zonnige dag al geen pretje is.
Oude tankstations en motels met uithangborden die de tand des tijds amper hebben doorstaan: de toekomst heeft het dorpje Williams nog niet bereikt.
Toch is het een bijzonder moment. Dit is de eindmeet van The Mother Road, ’s werelds meest iconische weg, die Chicago sinds 1926 met Los Angeles verbindt. Bijna 2550 mijl (3940 kilometer) lang, waarvan wij de laatste 550 (bijna 900 kilometer) onder de loep namen. Van Flagstaff, Arizona tot aan de Californische kust, over die ene historische baan met zijn tegen het razen van de jaren opgewassen cool.
Eenzame fietser
Onze roadtrip begon een week eerder. Met de twee populairste bezienswaardigheden van Arizona achter de kiezen – de onvermijdelijke Grand Canyon en het imposante Monument Valley, want als je dan toch in Arizona bent, sla je ze beter niet over – arriveren we in het Americana Motor Hotel, een in nostalgie badend motel op Route 66 in Flagstaff, dat begin maart vooral wintersporters aantrekt. Maar de nabijgelegen San Francisco Peaks liggen er kaal en droog bij, de thermometer geeft 15 graden Celsius aan. Ook Amerikaanse skigebieden blijken last te hebben van klimaatverandering, en dus is het akelig rustig in het hotel, het aanlokkelijke zwembad verlaten.

Niet veel later slalommen mijn vrouw en ik op geleende hotelfietsen over Route 66 naar het centrum van de stad, zo’n drie mijl (of 4,5 kilometer) verderop. Een fietspad is er niet, de heuvels zijn verraderlijk en de versnellingen van mijn cruiser defect of voor de sier. Ik hoor een vloek. ‘Zijn wij nu echt de twee enige sukkels die zich al fietsend op Route 66 begeven’, sakkert mijn vrouw. Blijkbaar wel.
Ik zie er de charme nog van in: we zoeven langs autohandels en pastelkleurige motels tot we in het centrum van Flagstaff het historische treinstation opmerken. Dit is onze eerste halte: hier ligt een nieuw paspoort op ons te wachten.
Lees ook: Brooklyn by bike: hoe fietsvriendelijk is New York?
Een vriendelijk bergdorpje
‘Het is dus de bedoeling dat u zoveel mogelijk stempels verzamelt in dit Route 66-paspoort’, vertelt de loketbediende. We staan in het gedeelte van het station dat de toeristische dienst herbergt. ‘In Arizona kunt u stempels halen in Flagstaff, Williams, Seligman, Kingman en Oatman. Als u hier in Flagstaff nog meer Route 66-hotspots wil verkennen, raad ik u de Galaxy Diner, Motel DuBeau en historic downtown aan. Vergeet ook zeker onze nieuwe streetart niet, vlak naast het station, volledig in het teken van de honderdste verjaardag van Route 66.’

En zo start onze verkenning van Flagstaff, het bekende bergstadje in het hart van Arizona, versierd met graffiti, bevolkt door een hip publiek. ‘We trekken doorgaans heel wat outdoortoeristen aan’, vertelt de uitbater van het nabijgelegen Motel DuBeau, volgens haar (en Wikipedia) Flagstaffs oudste motor court motel, gebouwd in 1929 aan de originele Route 66.
Eind jaren 80 werd het stuk in Seligman ‘Historic Route 66’ gedoopt, tot op vandaag het langste ononderbroken stuk van de originele weg.
In de loop der jaren is de route behoorlijk vaak veranderd, zo blijkt. ‘Dat heeft met de makkelijke toegang tot de natuur te maken’, gaat ze verder. ‘Hier vlakbij liggen onze eigen bergen, de San Francisco Peaks, wat verderop vind je de Grand Canyon. Maar ook hier in het centrum valt er genoeg te beleven: uitstekende restaurants, tal van lokale brouwerijen, kunst, muziek. Flagstaff is a friendly mountain town.’
Ze blijkt overschot van gelijk te hebben, en ze is dan nog het Lowell Observatory vergeten, de lokale sterrenwacht, die in 1930 Pluto ontdekte. Flagstaff is duidelijk cooler dan verwacht.
Honderd jaar Route 66
De legendarische Route 66 werd in 1926 geopend en loopt van Chicago naar Santa Monica, door acht staten, over een afstand van 3940 kilometer. Veel Amerikanen gebruikten de weg om naar het westen te migreren. De Route 66 werd een symbool van het naoorlogse optimisme en speelde een belangrijke rol in de Amerikaanse cultuur. Op de website (en bijbehorende app) route66navigation.com vind je het hele traject, info over het Route 66-paspoort en over de vele verjaardagsfestiviteiten op en langs de weg in 2026.
Oude glorie
Twee dagen later, na een uitstapje naar het magistrale Sedona (dat niet aan Route 66 ligt, maar zonder twijfel de mooiste stad van heel Arizona is), zetten we koers richting het westen. Handig om te weten: niet alle delen van Route 66 bestaan nog, op veel plekken is er een snelweg in de plaats gekomen. En dus buffelen we in onze nodeloos lelijke huurwagen over de schabouwelijke Interstate 40 naar het dorpje Williams, waar je in de lucht weemoed en melancholie proeft.

Route 66 is hier duidelijk nog geen verleden tijd, het is eerder de toekomst die Williams nog niet heeft bereikt. Amerikaanse oldtimers en oude tankstations kleuren het straatbeeld en toeristen verblijven in historische motels met uithangborden die de tand des tijds maar ternauwernood hebben doorstaan.
Wat verderop, in Seligman, gekneld tussen de I-40 en de oorspronkelijke Route 66, rijden we het land van de ghost towns in, dorpen die ooit gouden zaken deden maar door de komst van de snelweg van de ene dag op de andere genegeerd werden.

‘Toen de I-40 in 1984 klaar was, stortte hier alles in’, horen we in een lokale curiosabazaar. ‘Route 66, helemaal tot in Kingman, raakte in onbruik. De enige manier voor de dorpen langs deze route (gehuchten als Seligman, Peach Springs, Truxton en Antares, red.) om te overleven was, en is, toerisme. Eind jaren 80 werd dit stuk “Historic Route 66” gedoopt en tot op de dag van vandaag is dit het langste ononderbroken stuk van de originele Route 66.’
Kortom: in Seligman staat de tijd al decennialang stil, en dat is exact de reden waarom deze negorij in de woestijn zo aantrekkelijk is. Ook Antares, nog honderd kilometer westelijker, is zo’n heerlijke halte. Enige bezienswaardigheid: het voormalige Ranchero Motel, met pal voor de deur de wel zeer kitscherige Giganticus Headicus, een groen tiki-beeld dat wel vorm maar absoluut geen functie heeft.
Door de woestijn
Via Kingman, waar Route 66 pal door het centrum snijdt en dat met veertig gebouwen op de National Registry of Historic Places pronkt, rijden we een dag later Californië binnen, waar The Mother Road tegen het Mojave National Preserve aanschurkt, een prachtig natuurreservaat dat meteen aan Joshua Tree National Park doet denken, maar dan zonder toeristen en entreegeld.

Het park herbergt zandduinen, geologische formaties, woeste woestijnlandschappen en een opmerkelijk bos van Joshua trees (Yucca brevifolia). De thermometer in de auto geeft 75 graden Fahrenheit aan, omgerekend zo’n 24 graden Celsius, niet verkeerd voor begin maart.
Pal in de Mojavewoestijn staat de bekendste lichtreclame van heel de route: Roy’s Motel & Café. Jarenlang in verval, nu langzaam in ere hersteld.
Uiteindelijk gaan we Route 66 weer op met Amboy als bestemming. Want daar, pal in de Mojavewoestijn, staat misschien wel de bekendste lichtreclame van heel Route 66: Roy’s Motel & Café, een voormalig hotel annex café annex tankstation dat jarenlang in verval was, maar langzaamaan in ere hersteld wordt. ‘Het tankstation functioneert weer en het is de bedoeling dat we ook het motel weer openen. Hopelijk lukt ons dat in 2026’, lacht de uitbater van Roy’s.

Leuk feitje: Amboy is tot op de dag van vandaag het enige dorp in de Verenigde Staten dat zijn drinkwater aangeleverd krijgt via het spoor dat achter Roy’s Motel & Café loopt. Naast het tankstation ligt nog een verlaten schooltje, een overblijfsel uit hoopvollere tijden voor Amboy.
Het uitgestrekte niets
Op de radio – beter gezegd: onze Spotify-playlist – bezingt The King Cole Trio The Mother Road en de kicks die je er kunt vinden. ‘If you ever plan to motor west, travel my way, take the highway that’s the best, get your kicks on Route 66.’
Er wordt in het nummer gewag gemaakt van Barstow en San Bernardino, twee grotere steden langs Route 66, die na het visuele spektakel van Roy’s Motel & Café – en het uitgestrekte niets van de Mojavewoestijn – ontzettend druk en ietwat ontgoochelend aanvoelen, hoewel we de nacht in het iconische Wigwam Motel (San Bernardino) doorbrengen. Onderweg was er nog één bijzondere halte: Elmer’s Bottle Tree Ranch, een twee hectare grote boerderij met meer dan tweehonderd flessenbomen.

Mijn vrouw haalt haar schouders op, ook ik ben weinig enthousiast. ‘Misschien blijkt het uiteindelijk wel een beter idee om Route 66 in omgekeerde richting te doen, te beginnen in Santa Monica.’ Ik knik. ‘Nu gaan we wat attracties betreft toch een beetje in dalende lijn.’ Ze heeft gelijk. San Bernardino voelt als een grauwe voorstad van Los Angeles, gevangen in een rooster van snelwegen die automobilisten zo snel mogelijk op idyllischere plekken willen krijgen.
Het blijkt hier bovendien nog niet zo eenvoudig om de oude Route 66 te volgen. Ze mondt hier uit in snelweg 210 die via Pasadena naar het centrum van Los Angeles leidt, om – en hier zijn we het spoor helemaal bijster – via Highway 10 in Santa Monica te eindigen. Het verkeer in en rond de City of Angels is in ieder geval vreselijk, het weer al niet veel beter.
We parkeren onze wagen bij het strand en wandelen de befaamde pier op. ‘Dit was het dus’, zucht ik weemoedig. Onze tijdreis eindigt hier.
Heen en terug
Erheen: wij vlogen met Delta vanuit Brussel, via New York, naar Phoenix en vlogen terug vanuit Los Angeles. Meer info: delta.com.
Rondreizen: een huurauto is onmisbaar om over Route 66 te rijden. Wij boekten er een via Alamo en kregen ter plaatse een gratis upgrade. alamo.be.
Formaliteiten: je hebt een ESTA nodig om naar de Verenigde Staten te reizen. Die regel je via esta.cbp.dhs.gov/ (21 dollar).
Reisperiode: wij reisden in maart, vlak voor de start van het toeristische seizoen. Van juni tot september kan het ontzettend heet worden in Arizona en Californië.
Bijzondere accommodaties:
Americana Motor Hotel (Flagstaff): een kleurrijk en betaalbaar motel aan Route 66 met zwembad. americanamotorhotel.com.
Wigwam Motel (San Bernardino): een heus wigwamdorp aan Route 66 met zwembad. wigwammotel.com.