Met kerst gaf onze reisjournalist haar man een hamer cadeau. Een saai, praktisch geschenk? Allesbehalve. Samen gingen ze op stenen tikken in Dorset aan de Zuid-Engelse kust. Want fossielen zoeken, zo ontdekten ze, is er verrassend populair.
Ik durf het bijna niet te zeggen, maar ik heb mijn man met kerst een hamer cadeau gedaan. Voordat je medelijden krijgt en denkt dat we zo’n ingedut koppel zijn dat niets beters weet te verzinnen dan elkaar praktische cadeaus te geven, moet je weten dat het niet zomaar een hamer betreft. Het is een fossielenhamer. En daarom sta ik nu bij zeven graden Celsius en wegzakkend tij in Zuid-Engeland voorovergebogen tussen de rotsen te zoeken naar die ene steen. Wat we al niet doen voor de liefde.

‘De steen die we vandaag zoeken is meestal duidelijk gelaagd en geeft een heel specifieke tsing als je erop tikt. Ik hoor direct of het amateurs zijn die aan het hameren zijn. Geoefende fossielenjagers horen meteen of ergens een fossiel in zit’, legt fossielenexpert en gids Brandon Lennon ons uit. Hij groeide op aan de kust die een groot deel van de regio Dorset beslaat en door de Britten ook wel de ‘Jurassic Coast’ wordt genoemd. Dit is een walhalla voor fossielenjagers, want met elke hevige regenbui of woest kolkende zee brokkelt er weer een stuk van de kliffen af, waarna het gesteente met daarin mogelijke prehistorische schatten achterblijft op het strand. Schatten die doorgaans 190 miljoen jaar oud zijn. Het was Lennons vader, een bekend geoloog in Groot-Brittannië, die hem de kneepjes van het vak leerde. De omgeving deed de rest.

Wapen van keuze
Het is nog niet volledig laagtij als we het strand bij Lyme Regis opstappen in het kielzog van Lennon, en toch zie ik al een handvol jagers het strand afspeuren, duidelijk herkenbaar aan hun gebogen houding en harnas van regenkleding. Zodra ik iets dichterbij kom, zie ik dat elke fossielenjager zijn eigen voorkeurswapen heeft. De een schuimt het strand af met een plamuurmes, een ander kiest voor een hamer en sommigen beginnen, net als wij, met een zeef. Misschien niet zo spectaculair, maar Lennon weet wat hij doet.

‘Zoeken naar fossielen was voor de lokale bevolking altijd een aangename bezigheid, maar sinds corona is het echt ontploft. Mensen hadden niets te doen en dit was een manier om toch samen op afstand iets te ondernemen. Sindsdien kan het erg druk zijn op de stranden. Op feestdagen struinen hier makkelijk vijfhonderd fossielenjagers rond.’ De populariteit beperkt zich niet tot de fysieke omgeving. Lennon heeft maar liefst 386.000 volgers op Instagram. ‘Ik postte een video waarin ik een redelijk grote steen open tikte en een ammoniet tevoorschijn kwam. De volgende ochtend had ik opeens duizenden volgers. Mijn vrouw was tot diep in de nacht bezig met het beantwoorden van alle reacties en vragen’, lacht hij.

Met onze plastic zeef focussen we ons voorlopig op de kleinere exemplaren, niet groter dan een vingertop. We vinden een paar ammonieten die in pyriet – het zogenaamde fool’s gold – zijn versteend en een gefossiliseerde steel van een waterlelie. Het is bijzonder, maar ergens hopen we toch op iets groters. Want het kan. De meest fascinerende ontdekkingen werden op dit strand gedaan.
Ik heb geluk, mijn man minder. Blijkbaar gaat ook hier de serendipity factor op: soms vind je de mooiste dingen als je er niet naar zoekt.
Het was Mary Anning, een autodidactische geoloog en paleontoloog, die in 1811 niet alleen een bijna compleet versteend skelet van een ichthyosaurus boven wist te halen, in 1828 ontdekte ze ook nog eens het allereerste complete skelet van een vliegend reptiel in Engeland. Omdat ze een vrouw was en uit een lagere sociale klasse kwam, kreeg ze bij leven amper erkenning voor haar werk en mocht ze geen lid worden van de Geological Society in Londen. Inmiddels is haar nagedachtenis in ere hersteld en is er naast een standbeeld aan de zee ook een glas-in-loodraam in de kerk te zien dat haar levensverhaal vertelt – geschonken door diezelfde Geological Society.

190 miljoen jaar geschiedenis
Ik begin te snappen waarom Anning haar leven hieraan wijdde, want de jacht werkt verslavend. Zodra ik iets vind, hoop ik nog iets te vinden. Lennon lacht om ons beginnersenthousiasme, bij hem is die drang lang geleden omgeslagen in een kalm vertrouwen. Alles wat hij ooit hoopte te vinden, zoals een wervel van een dinosaurus of een grote prehistorische kreeft, heeft hij inmiddels afgevinkt. Toch is een van zijn meest memorabele vondsten geen dinobot, maar een ammoniet van ongeveer een meter doorsnede. Met een foto prijkte hij op de voorpagina van de lokale krant. ‘Het mooie is dat je nooit weet wat er uit de sedimentlagen tevoorschijn kan komen. Misschien wel een nieuw soort landdier dat nog niet is ontdekt’, mijmert hij.

Tijd voor het grotere werk. Lennon laat ons zien op welke markeringen we moeten letten. We vinden iets, eindelijk mag er naar de hamer gegrepen worden. ‘Hoor je dat? Heel anders dan dit, toch?’ vraagt hij, terwijl hij op een andere steen klopt. Ik hoor geen verschil. Zelf heeft hij twee mooie stukken gevonden die mijn man los mag tikken. Een welving van in calciet versteende ammoniet wordt zichtbaar.
‘Dit is de eerste keer in 190 miljoen jaar dat deze ammoniet het zonlicht ziet’, zegt Lennon, en dan realiseer ik me wat we hier aan geschiedenis in handen hebben. De rest van het opkuiswerk doen we in zijn werkplaats. Na een spoedcursus fossielen prepareren, trekken we – met een paar ammonieten, een stukje zeeleliestengel en een deel van een prehistorische inktvis in onze rugzak – naar de pub om op te warmen met een dampend hete fish pie.

Teennagel van de duivel
De volgende dag tijgen mijn man en ik met onze vers opgedane kennis naar het strand van Charmouth, een andere fossielenhotspot. We kennen de markeringen, weten hoe pyriet eruitziet en we vinden… niets. Alle stenen lijken op elkaar en we durven niet zomaar op iets te tikken, bang door de mand te vallen. Feit is dat we niet echt weten wat we doen. We raken in gesprek met John, een Engelsman gehuld in een oranje windjack, wollen muts en joggingbroek. ‘Ik heb vier bedrijven en dit,’ zegt hij wijzend naar de stenen rondom ons, ‘geeft me rust.’ Al kan het soms ook behoorlijk frustrerend zijn, vertrouwt hij ons grinnikend toe.
Het mooie is dat je nooit weet wat er uit de sedimentlagen tevoorschijn kan komen. Misschien wel een nieuw soort landdier dat nog niet is ontdekt.
Bovenaan Johns wensenlijstje staat een wervel van een pliosaurus, een kolossaal zeemonster waarvan een twee meter lange schedel in 2023 uit de kliffen van Dorset naar boven kwam. ‘Laatst vond iemand hier zo’n wervel met een stuk rib er nog aan, natuurlijk op de dag dat ik er niet was’, lacht hij. Toch heeft hij zelf al veel mooie items opgediept, getuige de vele foto’s op zijn gsm. ‘Mijn vrouw wordt gek van al die stenen in huis. Ik had al veel vissersgerei en nu dit.’

John is een goed getrainde amateur en helpt ons op weg door te laten zien waar pyriet in hopen achterblijft in het zand. Na een halfuurtje laat ik me op een steen zakken, terwijl mijn man doorzoekt. Ik kijk om me heen en zie mannen, vrouwen, families, geliefden en vrienden op jacht, terwijl ze de hond uitlaten of in stilte zij aan zij het strand afspeuren. Zelfs een hele schoolklas stuift voorbij en laat zich verderop in het zand zakken, fossielen jagen is hier echt voor iedereen.
Ik peuter wat in het zand en haal ineens een versteende schelp boven die ik herken van de fossielenkaart die Lennon ons gaf, omdat ze een grappige bijnaam heeft: devil’s toenail. Wanneer ik me omdraai, springt de gekartelde rand van een ammoniet me in het oog, een kleintje weliswaar, maar toch echt van pyriet. Mijn man heeft minder geluk. Blijkbaar gaat ook hier de serendipity factor op: soms vind je de mooiste dingen als je er niet naar zoekt.

We besluiten ons matige succes te vieren in een pub in Seatown, op aanraden van Lennon. ‘Ga nu je nog kunt, want deze pub zal over een paar jaar met de kliffen de zee in spoelen.’ Terwijl we ons tegoed doen aan fish-and-chips en een stevige appelcider uit de regio, kijken we door het raam naar het kronkelpaadje van het South West Coast Path dat over de kliffen omhoog loopt. Morgen laten we de fossielen even liggen en gaan we een etappe van het langste langeafstandspad van Engeland wandelen, bekend van de biografische bestseller Het zoutpad van Raynor Winn. We kiezen een route langs het helderblauwe water van Lulworth Cove en de mooi uitgesleten rotsformatie Durdle Door.

Als we de volgende ochtend via eenbaansbinnenwegen door groene valleien met eeuwenoude bomen en dikke hagen van dorp naar dorp rijden, zijn de komende dagen ineens volgepland. Dáár willen we straks echt nog even stoppen, bij die oude cottages met rieten daken, en bij die rommelige, charmante boekenwinkel.

Even later stuiten we op een grote antiekzaak waar we later voor zullen omrijden. Op de terugweg passeren we boomgaarden waar de beroemde appelcider van Dorset wordt gemaakt en, nadat we een verkeerde afslag nemen, bevinden we ons plots te midden van heuvels met jonge wijnranken waar we een proeverij reserveren om later die week Engelse bubbels en chardonnay te proberen. De laatste dagen komen we haast tijd tekort. Het zijn deze pareltjes achter de kust die misschien nog wel de mooiste vondst blijken te zijn van Dorset.

Heen en terug
We namen de Eurostar van Brussel naar Londen en reisden met een huurauto verder naar Dorset. Retour treinreis vanaf 88 euro per persoon. eurostar.com
Er zijn tal van opties voor een verblijf in Dorset, van Engelse cottages tot luxehotels en glampings. Wij verbleven in The Stone Barn vlak bij Bridport, een oude schuur die is omgetoverd tot self-catering cottage. Vanaf 492 euro voor drie nachten.
In de buurt
– Dorset is bekend om zijn appelciders. Reserveer een proeverij bij een boerderij of stel in een boerderijshop zelf een tasting samen.
– Voor liefhebbers van schilderachtige dorpen met fotogenieke cottages zijn Sherborne, Shaftesbury en Abbotsbury een absolute must.
– Genoeg van het platteland? Bournemouth is een grote kuststad met een retro pier, Christchurch een historische stad met middeleeuwse kerk en ruïne.
Warm op in een seaside sauna. In bijna elke badplaats zijn er cabines per uur te huur. De zee biedt daarna verkoeling.