Schotland mag dan geroemd worden om zijn adembenemende hiking trails, wij haalden onze wandelschoenen enkel boven om door de straten van Glasgow en Edinburgh te struinen. Van pub naar museum, met de nodige castlecore en een ontmoeting met een Highland Cow.
Het is dus niet de magnifieke Schotse natuur die ons op de Caledonian Sleeper doet belanden, de nachttrein tussen Londen en Schotland die schitterende vergezichten belooft, als je tenminste lang genoeg blijft zitten. Op het kortere stuk tot Glasgow is de trein vooral praktisch: je reist terwijl je slaapt en spaart een hotel uit.
Wanneer na een korte nacht het ontbijt wordt geserveerd, rijden we Glasgow Central al binnen. De ‘aye’ van een aardige stationsmedewerker doet vermoeden dat het inderdaad te vroeg is voor ons Off-Peak-ticket richting hotel. Dus stappen we na de nodige espresso’s bij Gordon Street Coffee meteen het centrum in. Het station blijkt letterlijk centraal te liggen, op de drempel van het elegante Merchant City. Het is een van de oudste wijken, met hippe restaurants, leuke cafés, boetieks en de Gallery of Modern Art – in opgewaardeerde historische panden. Niet je doorsneestationsbuurt, dus.
Nineties bling
De grootste stad van Schotland wordt dit jaar 850, en pakt graag uit met haar architectuur. Al gaat het dan vaak over de 19de-eeuwse victoriaanse bouwwerken en de Glasgow Style – de Britse tegenhanger van de art nouveau met Charles Rennie Mackintosh als bekendste vertegenwoordiger.

De beroemdste inwoner vandaag moet komiek Billy Connolly zijn, wiens gezicht vele muurschilderingen siert, vaak op vervallen gebouwen die hun herbestemming afwachten. In de jaren 90 was de architecturale ijver nochtans groot, met wapenfeiten als het Clyde Auditorium – door locals ‘the Armadillo’ genoemd, zo leert ons een ritje op de sightseeingbus.

Op de andere oever van de Clyde glimt het Glasgow Science Centre, nog een architectonisch staaltje van rond de eeuwwisseling. De titel ‘City of Architecture & Design’ in 1999 was zeker niet onverdiend.
Zoals in elke rechtgeaarde grootstad drukte Zaha Hadid in 2011 ook in Glasgow een stempel op de skyline met het Riverside Museum, waar we van de bus stappen. Het transport- en technologiemuseum heeft een fabuleuze ligging bij het water, op de kruising van de Kelvin en de Clyde, met kleurige picknicktafels waar het beleg van tussen onze sandwiches waait.

Met het dichtste spoornetwerk van het VK buiten Londen kennen de Glasgowers trouwens wel wat van transport. Met een dagticket spoor je zo van de ene buurt naar de andere en mag je ook de schattige subway in, een attractie op zich. De tunnels zijn smaller dan gebruikelijk, wat alles doet krimpen tot pretparkformaat. Wachten op het perron voelt als de file voor de achtbaan, en die verwachting wordt grotendeels ingevuld door het schudden – knie tegen knie – van het retro-futuristisch ogende metrostel.
Lees ook: Tussen pub en pint: 15 bijzondere adressen in Glasgow en Edinburgh
Kalverliefde
Terug in het centrum kleurt de lucht nog wat donkerder achter de gotische kathedraal, die samen met de victoriaanse begraafplaats dubbelde als Gotham City in de film The Batman. Het plaatselijke Père-Lachaise torent boven Glasgow uit, bij goed zicht de klim waard voor wie van mooie panorama’s houdt.

Doorheen de stad zijn er nog meer filmlocaties – zo kunnen fans van Outlander hier hun hart ophalen. Onder meer op de Zweinstein-achtige universiteitssite, nog een gotische parel, waar de balscènes uit Apple TV’s The Buccaneers werden opgenomen (George Square en omgeving diende dan weer als het 19de-eeuwse New York).
De subway is een attractie op zich. Wachten op het perron voelt als de file voor de achtbaan.
Aan de andere kant van het park bezoeken we Kelvingrove Art Gallery & Museum – geen filmdecor, wel de bewaarplaats van heel wat kunstwerken, van een bekende Dalí tot de authentieke Spitfire LA198 tegen het plafond. Dit museum ligt in het coole West End, dat zich omwille van Kelvingrove Park een van de groenere wijken noemt. Dat is echter buiten Pollok Country Park gerekend, een flinke lap groen in Pollokshields, een tuinwijk ten zuiden van de stad.

Tussen de weiden en bossen die om wandelschoenen vragen, werd ook plaatsgemaakt voor The Burrell Collection, een veelgeprezen museum met de nalatenschap van de gelijknamige verzamelaar. De reden van onze expeditie zijn evenwel niet de Manets, wandtapijten en middeleeuwse artefacten, wel de belofte om er authentieke Highland Cows te spotten. Of we net iets te lang gezocht hebben? Mogelijk. Maar die meet-and-greet met twee volwassen exemplaren en drie pluizige kalfjes kunnen we wel afvinken.
Castlecore
Na het uitchecken bij een van de inwisselbare sympathieke Schotse mannen met baard en man bun (een aanwervingsvoorwaarde, vermoeden we) in de compleet met rode tartan beklede hal van Sherbrooke Castle, nemen we de trein richting Schotse hoofdstad Edinburgh. Daar staat het allerbekendste kasteel op de planning.

Ons tijdsslot valt vroeg, maar Edinburgh Castle ligt volgens de kaart vlak bij het hotel. Tot we de hoek omslaan en er voor ons een muur van trappen opdoemt. Dit is een stad met verdiepingen. Dit vraagt om een lift. Spoiler: de komende dagen zullen we weinig fietsers tegenkomen. Of – dit terzijde – mannen in rok (het waren er twee, waaronder een hippe Aziatische toerist in iets wat net zo goed een Margiela kon zijn).
Dat van die verdiepingen is niet overdreven. Met de georgiaanse New Town beneden en de middeleeuwse oude stad steil bergopwaarts (beide Unesco-werelderfgoed) kan de hellingsgraad pittig zijn. Bovendien heeft de Old Town met de South Bridge Vaults en Mary King’s Close nog een ondergrondse etage.

Als we Castle Rock bedwongen hebben, betreden we de kasteelsite met een knal: het dagelijkse kanonschot dat 1 p.m. aangeeft. Behalve vergezichten die mooier worden met het weer, kun je op het kasteel een toertje doen langs kroonjuwelen en The Royal Apartments – laatst beslapen door King Charles I in 1633.
Anno 1501 hadden de royals hun troon hoog op de tochtige rots evenwel al ingeruild voor een nieuw optrekje, helemaal beneden in Holyrood Park. Het Palace of Holyroodhouse is nog steeds de officiële residentie van de koning in Schotland, maar veel vertrekken zijn open voor het publiek. Je kunt ze verkennen met een audiogids terwijl je de draad kwijtraakt van de intriges rond Mary, Queen of Scots en co. Het paleis figureert daarnaast in, jawel: Outlander.
In het park valt er met Arthur’s Seat trouwens ook nog wat te beklimmen. De beroemde rots wordt bedwongen door Spud en Mark in de Trainspotting-sequel, en door Emma en Dex in One Day, de Netflix-serie waarin je Edinburgh wel vaker zult herkennen.
Tip van een local: Calton Hill gaat geen tweehonderdvijftig meter, maar een bescheiden honderd meter de hoogte in. De berg levert even mooie plaatjes op, en geen mens die het verschil ziet. In een stad waar je volgens de stappenteller makkelijk vijftig verdiepingen per dag haalt, is een beetje valsspelen meegenomen.
Buurtwerk
Kun je in Old Town terecht voor een flinke portie castlecore, dan is New Town de plaats om buurten te verkennen. Het toonbeeld van stadsplanning en neoklassiek design gaf de gegoede klasse van de achttiende eeuw de kans om de overbevolkte stadskern te ontvluchten.
In Old Town kun je kastelen bekijken, in New Town buurten spotten.
Op hoofdas Princes Street liggen twee herkenningspunten. Het Scott Monument is een ode aan de schrijver en vroege bewoner van New Town, Sir Walter Scott, en kan zowaar ook beklauterd worden. Wat verder prijkt de klokkentoren van The Balmoral, een vijfsterrenhotel met bekende gasten, niet te verwarren met de koninklijke residentie in de Highlands. De klok loopt altijd drie minuten voor. Op oudejaarsavond wordt ze wel even teruggezet, behalve in 2020, het pandemiejaar dat voor iedereen drie minuten sneller voorbij mocht zijn.
In New Town volgen we het Schotse equivalent van de Dansaertvlaming naar Stockbridge, een populaire wijk met hippe horeca, onafhankelijke boetieks en cosy boekenwinkels als Golden Hare Books. De National Gallery of Modern Art ligt vlakbij en, met de Royal Botanie Garden en lnverleith Park, een dot groen.

Vlakbij wandelen we ook door Dean Village, een oud watermolenaarsdorpje. De molens werden aangedreven door de ‘Water Of Leith’, zoals de waterloop hier wordt genoemd: te klein voor een rivier, te groot voor een beek, maar zeker wel water, klinkt de uitleg.
De stroom die door Edinburgh meandert mondt uit in de haven van Leith. Wat ons terug bij de Britse royals brengt, en het vijfde seizoen van The Crown waarin Queen Elizabeth II haar geliefde Royal Yacht Britannia moet opgeven. Het drijvende paleis, waarmee Charles en Diana ook op huwelijksreis gingen, ligt nu als museumschip aangemeerd in de havenwijk van Edinburgh.
De keuze tussen boot en buurt is snel gemaakt, want het levendige Leith steelt makkelijk je hart. Het blijkt een vruchtbare bodem voor creatieve ondernemers, met kringwinkels, taprooms, gastropubs en zaakjes met een hoek af, maar ook het geweldige sterrenrestaurant Heron.
Richting Leith wandelen kan via de scenic route, de Water of Leith Walkway. Wij kozen voor de gevaarlijke weg, en shopten ons een breuk langs de boekenwinkels op Leith Walk. Er rijdt ook gewoon een tram, die ons ’s avonds weer naar het centrum brengt. Tijd voor een laatste nacht in Schotland, op de Sleeper.
Heen en terug
Treinen
Wij reisden naar Londen met de Eurostar (vanaf 44 euro enkel), en van London Euston naar Glasgow Central Station met de Caledonian Sleeper. Er zijn vijf categorieën, van een zitplaats (54 pond) tot de ‘Caledonian Twin’ met badkamer en tweepersoonsbed, inclusief ontbijt en toegang tot de lounge (445 pond enkel, per kamer). sleeper.scot
De snelste trein naar Edinburgh (48 minuten, vanaf 8,10 pond) vertrekt in Glasgow Queen Street Station. In Edinburgh Waverley namen we de sleeper terug naar Londen, en de Eurostar richting Brussel Zuid. scotrail.co.uk – eurostar.com
Slapen
Glasgow: het statige Sherbrooke Castle Hotel, op nog geen tien minuten treinen van Glasgow Central, torent boven de groene wijk Pollokshields uit. Vanaf 177 euro per nacht, incl. ontbijt in het restaurant, sherbrookecastlehotel.com
Edinburgh: vlak bij het drukke Edinburgh Waverley Station, is het hedendaagse Market Street Hotel een baken van rust. Vanaf 162 euro per nacht, excl. champagneontbijt in de rooftopbar. marketstreethotel.co.uk
Meer info: visitbritain.com – visitscotland.com
Lees ook: Adembenemende highlands en een vleugje Harry Potter: met de trein naar het Schotse Skye