Safari and the city: waarom Kenia op de reisradar van elke stadsmus moet staan
Van de golf van creativiteit in Nairobi tot een grensverleggende ecolodge en jonge Masai die carrière willen maken: in Kenia heeft de toekomst vele gezichten. Journalist Wim Denolf raakte er in de ban van de ondernemerslust – en werd gebeten door de safari bug.
‘Wees gerust,’ had Griet Huyberechts me vooraf gezegd, ‘je zult de hotspots van Nairobi zien, en contact met locals is onze specialiteit.’ De voormalige reisagente uit Oud-Heverlee, al langer gepassioneerd door Afrika, reisde in november ’21 naar Kenia met vriendinnen en maakte er kennis met met Edward Orieto, een ervaren safarigids die net zoals de hele Keniaanse toerismebranche zwaar getroffen was door de pandemie.
Om de sector nieuw leven in te blazen, stampten Huyberechts en Orieto drie maanden later samen Kwanga Safaris uit de grond. Het in Nairobi gevestigde safaribedrijf stippelt, weg van de voorgekauwde formules en tourist traps, gepersonaliseerde en authentieke reiservaringen uit in het land en wil tegelijk lokale ondernemers en gidsen ondersteunen.
Zo wordt enkel samengewerkt met lodges waar ook de safaridrivers een goede maaltijd en nachtrust genieten en werft Kwanga Safari binnen de overwegend mannelijke gidsenwereld ook vrouwelijk talent aan – een duurzame aanpak die de Belgische reisorganisatie Connections tot een intensieve samenwerking inspireerde.
Discobar op wielen
Als stadsjongen klinkt het maatwerk van Kwanga Safaris me als muziek in de oren: Nairobi vormt voor mij het hoofdgerecht op deze reis, de natuur en het wildlife beschouw ik als toemaatjes. Griet heeft vooraf in videocalls grondig naar mijn interesses gepeild en laat er dan ook geen gras over groeien: na de avondlanding op de luchthaven van Nairobi overnacht ik in The Social House, een knus designhotel dat dubbelt als kosmopolitische ontmoetingsplaats voor de lokale jetset, en amper wakker zit ik met Kwanga-gids Alex, een jonge twintiger, al in een overvolle matatu of deelbus. Meer dan zeventig procent van de inwoners maakt er dagelijks gebruik van, en de rit is een ervaring op zich: zoals veel lokale matatu’s is ook de mijne zowel een bontgekleurd graffitikunstwerk als een discobar op wielen. Uit de speakers knalt Afrikaanse pop en door de raampjes zie ik amper waar ik ben – dit is beter dan koffie.
Een aanslag op de zintuigen is ook de wandeling nadien door downtown, het overbevolkte en chaotische stadscentrum. Toeristen zijn hier schaars, en worden vrijwel altijd vergezeld door een gids. Tsunami, mijn 33-jarige gastheer, is letterlijk geboren en getogen op straat en leidt nu bezoekers rond in opdracht van Nai Nami, een lokale organisatie die straatkinderen omschoolt tot stadsgids.
Terwijl we op het panoramische helipad van het Kenyatta Conference Center de vele wolkenkrabbers en bouwwoede in Nairobi bewonderen, vertelt hij me zijn door drugs en criminaliteit getekende levensverhaal en praat hij over de scherpe tegenstellingen in de stad. Er valt onmogelijk naast te kijken: welgestelde Kenianen en de grote expatgemeenschap wonen in prachtig aangelegde wijken met vorstelijke villa’s, en tegelijk leeft ruim veertig procent van de bevolking onder de armoedegrens.
1/3
© Wim Denolf
2/3
© Wim Denolf
3/3
© Wim Denolf
1/3
© Wim Denolf
2/3
© Wim Denolf
3/3
© Wim Denolf
Creatieve renaissance
Nairobi is een van ’s werelds groenste steden en de enige met een nationaal wildlifepark binnen haar grenzen. Toch stond ze tot voor kort amper op de radar van de bijna twee miljoen toeristen die Kenia jaarlijks bezoeken. Velen waren vooral uit op safaritochten of een strandvakantie elders in het land.
Maar de metropool met ruim vijf miljoen inwoners en talloze etnieën en culturele tradities geeft meer dan ooit de toon aan in Oost-Afrika. De eerste klimaattop op het Afrikaanse continent vorig najaar stimuleerde er infrastructuur- en verfraaiingswerken, Lonely Planet roemde Nairobi onlangs als dé stad om dit jaar te bezoeken, en ondertussen boomt het ondernemerschap in de creatieve sectoren.
Het maatwerk van mijn lokale touroperator komt dan ook van pas: twee dagen lang rijdt mijn driver Brian me langs kunstgaleries, conceptstores en multidisciplinaire werkplekken in het groen waar ontwerpers en ambachtslui maar al te graag hun werk toelichten.
Jong en ondernemend
Om te begrijpen wat de zogenaamde ‘renaissance’ van Nairobi voedt, spreek ik in The Social House af met Sunny Dolat, een local die furore maakt in de internationale modewereld als curator en creatief directeur en onlangs door vakblad Business of Fashion tot de meest invloedrijke modeprofessionals ter wereld werd gerekend. Zelf richtte hij in Nairobi het creatieve platform The Nest Collective op.
‘De interesse in lokaal talent is enorm toegenomen tijdens de pandemie’, legt Dolat uit. ‘Afrikaanse vakantiegangers konden toen niet naar Europa of Amerika, maar ontdekten plotseling hun eigen continent. Daarnaast stijgt de vraag naar creativiteit uit Afrika sowieso wereldwijd en is Nairobi een van de snelst groeiende steden ter wereld. De bevolking is jong, ondernemend en geconnecteerd. Velen volgen nooit een kunst- of modeopleiding, maar leren zichzelf de benodigde vaardigheden.’
Tot slot spelen ook noodzaak en engagement een rol, meent Dolat: ‘Velen willen boven op hun creatieve ambities werk verschaffen aan hun gemeenschap, terwijl upcyclingmerken als Africa Collect Textiles en Rummage strijden tegen de textielafvalberg en milieuproblemen die de massale import van tweedehands fast fashion uit de rijke landen veroorzaakt.’
Juweel van kameel
De zoektocht naar ‘cool Nairobi’ leidt me langs rijke buurten met een koopkrachtig publiek en eenvoudige woonwijken waar werkruimten betaalbaar zijn, maar ook naar Kibera, met ruim een half miljoen inwoners de grootste sloppenwijk van Afrika. De levensomstandigheden grijpen er naar de keel, en tegelijk sta ik te kijken van de bedrijvigheid in de vele ambachtelijke ateliers in de wijk, vaak niet meer dan een hok met een minimum aan werktuigen.
Zo word ik in Kibera verliefd op de juwelen in onder meer kameel- en runderbot van Victorious Bone Crafts, en op de kleurrijke prints van David Avido, een 27-jarige ontwerper die zichzelf en ondertussen tientallen anderen leerde naaien en dankzij sterren als Beyoncé en Bruno Mars internationale belangstelling oogst. Naast het modelabel Lookslike Avido, dat ondertussen vijftien mensen tewerkstelt in Kibera, lanceerde hij ook de ondertussen jaarlijkse Kibera Fashion Week, die lokaal modetalent promoot.
1/2
© Wim Denolf
2/2
© Wim Denolf
1/2
© Wim Denolf
2/2
© Wim Denolf
Inwendig protesteer ik dan ook wanneer ik op dag drie in de jeep van Kwanga Safaris stap om de natuur in te duiken – wat zou ik graag nog meer willen zien van Nairobi. Mijn chauffeur Robert, een opgewekte vijftiger uit Mombassa, weet echter wat me te wachten staat en heeft er alle vertrouwen in: ‘Je zult de tijd van je leven hebben.’
Zebra’s aan de voordeur
De volgende drie dagen verkennen we de Great Rift Valley ten noordwesten van Nairobi. De kilometersbrede vallei werd tientallen miljoenen jaren geleden gevormd door tektonische scheuren en loopt van Libanon tot Mozambique dwars door Kenia. De afstand tot de hoofdstad bedraagt slechts negentig kilometer, maar het weelderige landschap met steile hellingen, slapende vulkanen en eindeloze vista’s roept meteen een andere wereld op.
Ter plaatse wacht me de ene verrassing na de andere. Zo overnacht ik in een lodge waar de zebra’s, giraffen en waterbokken letterlijk aan mijn voordeur staan en maak ik een fietssafari in Hell’s Gate, een uitgestrekt nationaal dierenpark dat model stond voor Disney’s The Lion King. Toch heeft het park zijn naam niet gestolen. Imposante kliffen en ravijnen, dichtbegroeid woud met stomende warmwaterbronnen en rotstorens in gestolde lava: het vulkanische verleden zorgt voor een mysterieuze, haast dreigende sfeer.
1/2
© Wim Denolf
2/2
© Wim Denolf
1/2
© Wim Denolf
2/2
© Wim Denolf
Elders geven langs de weg grazende zebra’s, impala’s en waterbokken aan dat we Lake Naivasha naderen, een immens zoetwatermeer dat omringd wordt door op export gerichte bloemenkwekerijen, acaciabossen en papyrusmoerassen. Ik stap er over op een sloep en vaar met Robert en de jonge stuurman tussen nijlpaarden die verkoeling zoeken in het meer. Ondertussen scheren aalscholvers, Afrikaanse zeearenden, haviken, lammergieren en andere roofvogels laag over het water en mijn hoofd.
Aards paradijs
Halverwege de tocht meren we aan bij Crescent Island, een weinig bezocht privénatuurreservaat in het midden van het meer. Het idyllische oord vormde in ’85 het decor van de kaskraker Out of Africa en is met z’n weidse grasvlakten en exotische boom- en plantsoorten de ideale plek voor een uitgebreide wandelsafari. Roofdieren ontbreken hier, zodat de zebra’s, gnoes, gazellen, buffels en struisvogels amper opkijken van mijn aanwezigheid. Dit is het aards paradijs, kan ik alleen maar denken.
Toch ben ik blij dat plaatselijk ranger Divan me vergezelt op mijn wandeling. Zijn uitleg leert me een hoop over de gewoonten van de meer dan duizend dieren op het eiland, terwijl zijn waakzaamheid geen overbodige luxe is. Terwijl ik van dichtbij een kudde masaigiraffen bewonder, sluipt amper een meter verder een rotspython door het hoge gras. De ranger kan zijn pret nauwelijks verbergen wanneer ik een glimp van Afrika’s grootste slang opvang en verschrikt wegschiet.
1/3
© Wim Denolf
2/3
© Wim Denolf
3/3
© Wim Denolf
1/3
© Wim Denolf
2/3
© Wim Denolf
3/3
© Wim Denolf
Geen fotosessie
Echt overstag ga ik wanneer we zeventig kilometer noordwaarts een dag halt houden bij Lake Nakuru. De vissen en algen in het ondiepe zoutmeer creëren op de oevers een spektakel van grote witte pelikanen, Afrikaanse maraboes en vooral honderdduizenden roze flamingo’s, en het omringende nationale park is de droom van elke avonturier. De hobbelige safariritten over onverharde, vaak ondergelopen wegen zorgen regelmatig voor spanning in de jeep, en Robert is ervaren genoeg om te weten waar de meer dan tachtig zoogdiersoorten in het park zich ophouden. Zwarte en witte neushoorns, leeuwen, luipaarden, hyena’s, de bedreigde rotschildgiraffen, knobbelzwijnen en bavianen: mijn fototoestel draait overuren.
Toch blijkt een wildlifesafari geen fotosessie te zijn. Dieren in het wild zijn onvoorspelbaar en laten zich niet dirigeren, zodat ik al gauw besef dat ik beter mijn eigen ogen gebruik. Sommige taferelen kan ik dan enkel in mijn hoofd opslaan, het is wel op die manier dat de ongerepte natuur het meest binnenkomt. ‘Nog even’, zeg ik regelmatig tegen Robert wanneer we een perfect kijkplekje gevonden hebben en de emoties de overhand nemen. Helemaal stil worden door het zicht van dieren die in vrijheid leven, nederigheid voelen omdat mensen hier slechts te gast zijn – daar had ik op voorhand niet op gerekend.
1/5
© Wim Denolf
2/5
© Wim Denolf
3/5
© Wim Denolf
4/5
© Wim Denolf
5/5
© Wim Denolf
1/5
© Wim Denolf
2/5
© Wim Denolf
3/5
© Wim Denolf
4/5
© Wim Denolf
5/5
© Wim Denolf
Elektrische safariwagens
Na een rit van bijna tweehonderdvijftig kilometer richting het zuiden en de grens met Tanzania bereiken we de Masai Mara, het kroonjuweel van Kenia’s wildlifeparken. Bijna anderhalf keer zo groot als Waals-Brabant, onmetelijke savannes met struiken en hier en daar een dadel- of acaciaboom en rivierbos: zowel op de grond als vanuit een luchtballon zal het natuurreservaat een diepe indruk op me maken. Bovendien slaap ik op de oever van de Talekrivier in een van de acht tentenkamers van Emboo River Camp, de luxueuze ecolodge die de Belgische Valery Super en Loic Amado hier in 2019 openden.
‘Alles is begonnen toen we in 2018 zelf de Masai Mara bezochten’, vertelt Valery (35) me tijdens de lunch. ‘We konden er niet bij dat mensen hier de natuur kwamen bewonderen, maar wel verbleven in lodges met dieselgeneratoren, vervuilende terreinwagens en hopen afvalwater dat onbehandeld de bodem insijpelt.’ Emboo River werkt dan ook volledig op zonne-energie en is de enige lodge in de regio met een volledige vloot van elektrische safariwagens. De voertuigen schrijden zo stil door het landschap dat ze dicht bij de dieren in het park kunnen komen, en mijn hart bonst wanneer nauwelijks enkele meters verder een troep leeuwen een buffel verscheurt en ik later haast oog in oog sta met een kudde olifanten.
1/5
© Wim Denolf
2/5
© Wim Denolf
3/5
© Wim Denolf
4/5
5/5
1/5
© Wim Denolf
2/5
© Wim Denolf
3/5
© Wim Denolf
4/5
5/5
Later toont Valery me onder meer de verticale tuinen waar de lodge zelf kruiden, fruit en groenten teelt. Verderop ontdek ik de biovergisters die al het voedselafval verwerken tot biogas voor de keuken, die vooral plantaardige gerechten bereidt. ‘Ik was vroeger juridisch experte voor de VN en de EU in Afrika en Loic bouwde Uber mee uit – we waren dus geen duurzaamheids- of hospitalityexperten. Maar daardoor hebben we samen met lokale partners wel onbevooroordeeld alle opties onderzocht. Afrika wordt disproportioneel getroffen door de klimaatverandering, waardoor veel jonge bedrijven supergemotiveerd zijn om te innoveren en duurzame technologie te ontwikkelen. Al deden we ook uitvoerig een beroep op de knowhow van de Masai. De waterplanten die in twee lagunes elke druppel van ons afvalwater zuiveren bijvoorbeeld, die hebben zij voor ons geïdentificeerd.’
Harde landing
De band met de lokale gemeenschap, herkenbaar aan zijn kleurrijke gewaden en sieraden, is alomtegenwoordig in Emboo River. Zo hadden Masai een grote hand in de bouw en inrichting van het domein, luisteren ze het kampvuur ’s avonds regelmatig op met zang en dans en werken vandaag tientallen mannen en vrouwen uit de omgeving in de lodge. ‘De oudere generaties zijn vaak veehouders en seminomaden die vasthouden aan een traditionele levenswijze’, legt Valery me uit. ‘Veel jongeren daarentegen volgen een opleiding tot werkman of safarigids, zodat ze zichzelf en hun familie een ander leven met onder meer toegang tot medische zorg kunnen geven.’
1/3
© Henrik Nilsson
2/3
3/3
1/3
© Henrik Nilsson
2/3
3/3
Wanneer het team me twee dagen later al zingend uitwuift, valt het afscheid me onverwacht zwaar. Dat ligt niet aan mij, begrijp ik op de lokale airstrip waar een klein toestel me naar Nairobi zal terugbrengen. Verbonden door een unieke omgeving en de dagelijkse verrassingen en opwinding die bij wildlifesafari’s horen, staan verschillende gidsen en passagiers er met tranen in de ogen.
Twee uur later lunch ik in het hipste restaurant van de metropool, en zit ik er verdwaasd bij. Griet Huyberechts van Kwanga Safaris had me hier voor gewaarschuwd – goed vertrouwd met de ervaring ter plaatse, weet ze dat klanten Nairobi beter aan het begin van hun reis ontdekken. Toch treft de stadsdrukte me als een mokerslag. Morgen zal ik dan thuis zijn, mentaal is de landing nog niet voor meteen.
Praktisch
Vluchten: Brussels Airlines vliegt vanaf juni rechtstreeks van Brussel op Nairobi in 8u15. Tickets zijn nu reeds te koop, vanaf 462 euro/p.p. Tijdens het zomerseizoen zijn er zes vluchten per week, in het winterseizoen vier per week. brusselsairlines.com
Rondreis: ons hele verblijf in Kenia, inclusief de overnachtingen in boetiekhotels en safarilodges en de safaritochten, werd mogelijk gemaakt dankzij de Belgische reisorganisatie Connections, die in Kenia een exclusief partnership heeft met de Belgisch-Keniaanse touroperator Kwanga Safaris.
Samen bieden ze verschillende reizen naar Kenia aan, zoals een achtdaagse trip met highlights van Oost-Afrika zoals de Great Rift Valley, de Kilimanjaro en de Masai Mara (vanaf 2329 euro, vlucht inbegrepen) of een twaalfdaagse reis waarbij dezelfde highlights worden aangevuld met een verblijf aan het strand van Diana Beach, ten zuiden van Mombassa (vanaf 3139 euro, vlucht inbegrepen).
Ook een reis op maat zoals in deze reportage is mogelijk. Connections werkt dan een voorstel uit op basis van je wensen en budget. Daarbij is alles mogelijk, van een Engelssprekende stadgids in Nairobi en jeepsafari’s met een ervaren chauffeur tot het transport tussen de verschillende bestemmingen. Meer info op connections.be en in de 23 Connections reiswinkels.
Hotels: in Nairobi sliepen we in boetiekhotel The Social House, in de Great Rift Valley in hotels van Sopa Lodges en in nationaal park Masai Mara in Emboo River Camp. Al deze logeeradressen zijn boekbaar via Connections.
Visum: voor Kenia heb je een ETA (electronic travel authorisation) nodig, waarvoor we 34,09 dollar betaalden. De verwerkingstijd van je online aanvraag bedraagt doorgaans maximaal 3 dagen. etakenya.go.ke
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier