Op bezoek in de tempel van Le Corbusier: een architecturale parel in niemandsland

© Ekkow

Haar zoektocht naar schoonheid en rust bracht fotografe Wendy Huygebaert naar de poorten van Le Couvent de la Tourette, een van drie religieuze gebouwen van de hand van Le Corbusier. Pelgrims, architectuurstudenten en toeristen leven er in harmonie met dominicanen.

Le Couvent de La Tourette bevindt zich in Eveux, midden in de glooiende heuvels rond Lyon. Wie er te voet wil komen, moet over het nodige doorzettingsvermogen beschikken. De dichtstbijzijnde bushalte is kilometers ver. De weg kronkelt zich bocht voor bocht naar omhoog. Telkens weer denk ik dat we er zijn, maar pas kilometers later is het zover. Nieuwsgierigheid heeft me meer dan 700 km van huis naar hier gebracht, naar een architecturale parel die niet verscholen zit in het landschap maar er net deel van uitmaakt.

Le Corbusier nam drie jaar de tijd om de site te bestuderen, de koers van de zon te volgen en het landschap op te nemen, alvorens het ontwerp vorm te geven. Het werd een studie in stilte die nog altijd haar vruchten afwerpt. Tijdens de drie dagen dat ik er ben, vind ik geen enkele ruimte in het gebouw die het zonlicht niet aanraakt. Het versterkt het sacrale karakter van La Tourette alleen maar.

© Ekkow

Maar tien jaar gebruikt

Dat Le Couvent de la Tourette ingebed werd in het niemandsland van Lyon was uit noodzaak. De dominicanerorde zocht een nieuwe locatie voor haar opleidingscentrum, een plaats waar ze de rust en stilte konden vinden om te bidden en te studeren. De broeders werden eerst zeven jaar ingewijd in filosofie en theologie om met voldoende adelbrieven gehoor te geven aan de essentie van hun roeping: het bekeren van andere zielen. Tien jaar na de inwijding kreeg Le Couvent de la Tourette echter al de doodsteek. Een locatie midden in de stad kreeg toch de voorkeur. De besparingen op akoestiek en dubbel glas, ingegeven door de eerste oliecrisis (de bouw ving aan in 1956, de eerste broeders trokken erin in 1959), bleken toch te zwaar door te wegen. De dominicanerorde zelf bleef wel aanwezig, bijgestaan door enthousiaste medewerkers zoals Florence Damey. Ze trakteert iedereen die aan de kloosterpoorten aanklopt op een brede glimlach en maakt hen wegwijs in hun tijdelijke verblijf. Want door het ontwerp van Le Corbusier kreeg het gebouw een nieuw leven: het werd de perfecte bestemming voor pelgrims op zoek naar rust, en voor architectuurstudenten en -liefhebbers op zoek naar een unieke ervaring.

© Ekkow

“Ruw beton is een werk van liefde. Het leeft van binnenuit en net binnen in die structuur gebeuren er vitale dingen”, liet Le Corbusier ooit optekenen. Een gedachte die ook door mijn hoofd gaat als ik door het complex wandel. Het telt 100 sobere cellen, die nooit allemaal bezet zijn geweest. Ze meten 1,83 meter breed en 5,92 meter lang. Mochten het hotelkamers zijn, ze bleven zelfs in het hoogseizoen leeg. Ze bieden allemaal zicht op licht en het landschap aan de horizon. De kleuren geel groen en rood, die overal in het gebouw terugkomen, brengen de kamers tot leven. De afmetingen van de cellen zijn overigens niet toevallig gekozen. Wie zijn armen spreidt zou met zijn vingertoppen net beide muren kunnen strelen, zo gaat het verhaal. Al is de mens gegroeid sindsdien.

© Ekkow

Absoluut minimalisme

Behalve de eigen cel krijgen gasten ook toegang tot de rest van het klooster, waarin Le Corbu niet alleen basiskleuren gebruikte, maar ook basisvormen combineerde. Kubussen en piramides wisselen elkaar af, met als hoogtepunt de dakkapel, die als een vuurtoren boven het landschap uittorent. Alleen de bovenste verdieping, waar de broeders verblijven, is afgesloten voor het publiek. Meerdere keren per dag kun je aansluiten bij de gebeden. De rest van de dag baadt de kerk in stilte, op wat geroezemoes van studenten na.

© Ekkow

Soberheid typeert ook de maaltijden die de broeders driemaal per dag serveren. Het absolute minimalisme van Le Corbusier gaat hier een perfect verstandshuwelijk aan met de principes van de orde. Het spel van licht en schaduw op de betonnen muren dat zich de hele dag door voltrekt maakt het elke keer weer verrassend om ergens langs te lopen. Ik voel me als een kind in een snoepwinkel dat telkens weer een nieuwe zoete zonde proeft. Ik verleng mijn verblijf zelfs met een nacht om me nog wat langer aan die stilte en rust te kunnen laven.

© Ekkow

Overnachten in Le Couvent de la Tourette van Le Corbusier kan vanaf 56 euro per nacht. couventdelatourette.fr

Meer architectuurretraites

1 Bedevaartskerk van Neviges

Mariendom, Duitsland

Ook de bedevaartskerk van Neviges/Mariendom verleidt menige architectuurliefhebber tot een verblijf. Het gebouw van Gottfried Böhm, dat de vorm van een tent meekreeg, werd opgetrokken tussen 1963 en 1972. Hij putte daarvoor inspiratie uit het werk van Mies Van der Rohe en Walter Gropius. De invloeden van expressionisme en post-Bauhaus laten zich duidelijk lezen in het gewapend beton waaruit het gebouw bestaat.

Voor 30 euro verblijf je in het pelgrimshuis dat kamers voor twee of vier personen heeft. mariendom.de

2 Tautra Mariakloster

Tautra, Noorwegen

Op het Noorse eiland Tautra vind je dit recente klooster. Een van de unieke kenmerken is het houten dak, dat variërende lichtpatronen creëert gedurende de dag. Architecten Jensen & Skodvin bouwden het voor 18 cisterciënzerzusters. Ze verwelkomen er iedereen, gelovig of niet. Je moet wel de stilte respecteren en alcohol, sigaretten en gsm’s zijn niet toegelaten. Retraites van drie dagen worden aanbevolen. Je kunt er ook terecht voor vrijwilligerswerk voor een periode van 1 maand tot 1 jaar.

Een overnachting kost 70,50 euro, voor drie vegetarische maaltijden leg je 57,50 euro op. Studenten betalen de helft. tautra.org

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content