‘Ontbossing droeg bij aan dodelijke overstromingen in Indonesië’
De recente overstromingen in het zuiden van Indonesisch Borneo hebben volgens activisten zo’n grote impact gehad omdat er in de regio jarenlang massaal bomen gekapt zijn, om plaats te maken voor oliepalmplantages en koolmijnen.
Begin januari heeft het dagenlang hevig geregend in de provincie Zuid-Kalimantan, waardoor de Barito en andere rivieren buiten hun oevers traden. Het overtollige water steeg op sommige plaatsen tot meer dan 3 meter en 112.000 bewoners moesten geëvacueerd worden. De overstromingen kostten aan 21 mensen het leven. Het gaat over een gebied met een totale oppervlakte van bijna 200.000 hectare.
President Widodo
Tijdens een bezoek aan het getroffen district Banjar zei president Joko Widodo dat de ramp te wijten is aan de zware en aanhoudende regenval. Maar milieuactivisten zeggen dat de intensieve houtkap van de voorbije decennia de impact van de overstromingen heeft beïnvloed.
In het stroomgebied van de Barito-rivier is in tien jaar tijd een gebied twee keer zo groot als Londen ontbost. De cijfers komen van de Indonesische ruimtevaartorganisatie LAPAN. Meer dan de helft van de 322.000 hectare die werd gekapt, bestond uit primair en secundair bos en kreupelhout.
Volgens Greenpeace is in de stroomgebieden van Zuid-Kalimantan meer dan 300.000 hectare bos verloren gegaan tussen 2001 en 2019. Uit een analyse van satellietbeelden blijkt dat meer dan de helft van de bossen in het stroomgebied van de Barito verdwenen is. In het stroomgebied van de Maluka, een andere rivier in het gebied, blijft minder dan één procent van de bebossing over.
‘Het toont aan dat de draagkracht van de bossen in die regio drastisch is afgenomen’, aldus Arie Rompas van Greenpeace Indonesië.
Erosie
In ontboste gebieden komt vaker erosie voor, omdat de bomen de grond niet langer vasthouden. Grondverzakkingen doen rivieren dichtslibben, waardoor ze minder water kunnen slikken en makkelijker buiten hun oevers treden bij hevige regenval. Het Indonesische agentschap voor rampenbestrijding BNPB wil de oorzaak van de overstromingen verder onderzoeken.
‘We moeten ook het ministerie van Milieu en Bosbouw betrekken bij het beheer van riviergebieden en bij de ruimtelijke ordening’, zei Raditya Jati, hoofd van de afdeling rampengegevens, informatie en communicatie van BNPB.
Satellietbeelden
Een LAPAN-analyse van satellietbeelden toont aan dat er tijdens het afgelopen decennium voor 219.000 hectare nieuwe plantages zijn bijgekomen in het stroomgebied van de Barito. Dat is zowat twee keer de oppervlakte van Los Angeles. Volgens Rokhis Khomarudin, hoofd van de teledetectie-afdeling van LAPAN, hebben de plantages een totale oppervlakte van 650.000 hectare. Dat is 14 procent van het stroomgebied van de Barito, dat in totaal 4,5 miljoen hectare groot is.
Volgens Rokhis kan dat de impact van de overstromingen verklaren. ‘We begrijpen dat plantages belangrijk zijn voor de economie, maar er moet ook aandacht worden besteed aan het milieuaspect’, zegt hij.
Palmolieplantages
Uit de analyse kon niet worden opgemaakt welke gewassen er precies in het gebied verbouwd worden. ‘Het gaat over satellietbeelden met een gemiddelde resolutie, daarom konden we niet bepalen of het om oliepalmen gaat of om andere plantages’, zegt Rokhis.
Er zijn tegenstrijdige cijfers over de werkelijke omvang van oliepalmplantages in Zuid-Kalimantan. Volgens het ministerie van Landbouw waren er vorig jaar zo’n 564.632 hectare aan oliepalmplantages in de provincie. Een lijst uit 2018 van het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft het over 424.932 hectare.
Agro-industrie
De helft van het plantagegebied, 227.791 hectare, is eigendom van of wordt gecontroleerd door de 25 grootste landbouwbedrijven en -conglomeraten in Indonesië. Dat staat in een rapport uit 2019 van TuK Indonesia, een ngo die pleit voor sociale rechtvaardigheid in de agro-industrie.
Het gaat onder meer over de conglomeraten Jardine Matteson Group, Triputra Group en Sinar Mas Group, die respectievelijk 61.932 hectare, 49.500 hectare en 48.741 hectare aan oliepalmconcessies beheren, zo blijkt uit het rapport.
Ecologische crisis
Het Indonesische Forum voor het Milieu (Walhi), de grootste eco-groep van het land, zegt dat het duidelijk is dat Zuid-Kalimantan een ecologische crisis doormaakt, veroorzaakt door ongebreidelde ontbossing. De helft van de totale oppervlakte van 3,7 miljoen hectare in Zuid-Kalimantan is verkaveld voor de palmolie-industrie en de mijnbouw.
‘We hebben inderdaad een heel sterk vermoeden dat deze overstromingen veroorzaakt zijn door ecosystemen die hun capaciteit hebben verloren’, zegt Walhi-directeur Nur Hidayati. ‘Dus bij extreem weer valt het draagvermogen weg en dat veroorzaakt rampen.’
Kisworo Dwi Cahyono, hoofd van Walhi Zuid-Kalimantan, zegt dat de vernietiging van natuurlijke ecosystemen stroomafwaarts voor overstromingen zorgt. ‘Dus dit wordt veroorzaakt door een slecht beheer van het leefmilieu en de natuurlijke rijkdommen en door het afkalven van de natuurlijke draagkracht.’
Fruit en rubber
Gegevens van Global Forest Watch tonen aan dat oliepalm niet het enige gewas is dat gezorgd heeft voor de ontbossing in de regio. In het Hulu Sungai Tengah-district, waar 64.400 mensen getroffen werden door overstromingen, bestaat het grootste deel van het plantagegebied uit fruitbomen. Die zijn goed voor 4000 hectare, terwijl oliepalmen maar 200 hectare innemen.
In het district Banjar, waar 51.000 mensen op de vlucht moesten, gaat het in de eerste plaats over rubberplantages, met een oppervlakte van 38.500 hectare. Oliepalmen staat op de tweede plaats, met 27.900 hectare.
Ontbossing
Maar in het district Balangan, waar bijna 12.000 mensen geëvacueerd werden, nemen oliepalmplantages met 19.800 hectare de grootste oppervlakte in.
Hoewel er dus telkens een ander gewas dominant is, hebben de drie districten één ding gemeen: ze hebben allemaal te maken gehad met massale ontbossing.
In 2000 waren de natuurlijke bossen in de drie districten nog grotendeels intact en namen ze 50 procent tot 78 procent van de totale oppervlakte in beslag. In 2016 waren ze bijna helemaal verdwenen.
Mijnbouw
Volgens milieuactivisten speelt ook de mijnbouw een rol. Uit gegevens van Walhi blijkt dat er 814 mijnbouwputten zijn achtergelaten door 157 bedrijven, nadat ze er hun activiteiten hadden stopgezet.
Volgens het Mining Advocacy Network (Jatam) zijn er 177 mijnconcessies, verspreid over de overstroomde gebieden.
Volgens de provinciale overheid van Zuid-Kalimantan waren er in 2013 dertien bedrijven met mijnbouwcontracten en 160 firma’s met een mijnbouwvergunning.
Alles samen nemen concessies de helft van de totale oppervlakte van Zuid-Kalimantan in. 33 procent van de beschikbare grond wordt gebruikt voor mijnbouw en 17 procent voor oliepalmplantage, zegt Walhi.
‘De belangrijkste oorzaak van ontbossing in Kalimantan (Indonesisch Borneo) is op dit moment palmolie en steenkool’, zegt Hindun Mulaika, klimaatactivist van Greenpeace Indonesië.
Precedent
Het is niet de eerste keer dat een grote natuurramp in Indonesië in verband wordt gebracht met de vernietiging van het milieu door plantages en mijnbouw. In 2019 werd het heuvelachtige gebied Noord-Konawe op het eiland Sulawesi getroffen door overstromingen die duizenden mensen op de vlucht joegen.
In een rapport zei de ombudsman van de provincie Zuidoost-Sulawesi dat ‘landconversie voor plantages, mijnbouw en illegale houtkap de oorzaken (van de overstroming) zijn’.
Het Ministerie van Milieu en Bosbouw noemde in een analyse ‘verzanding van rivieren’ en ‘oliepalmplantages’ de belangrijkste oorzaken van de ramp.
De mijnen langs de kust van Noord-Konawe zouden er bovendien voor gezorgd hebben dat de Lasolo-rivier bij de monding is verzand, wat de overstromingen in de hand heeft gewerkt, aldus het rapport van het ministerie.
Vergunningen herzien
Activisten hebben opgeroepen om de vergunningen voor plantages en mijnbouw in Zuid-Kalimantan grondig te herzien.
In de nasleep van de recente overstromingen zouden er ook geen nieuwe vergunningen mogen uitgeschreven worden, zeggen ze.
‘De huidige toestand toont aan dat het ecosysteem in Zuid-Kalimantan de rampen niet langer de baas kan’, zei Hindun.
Jatam-campagneleider Melky Nahar vindt dat de overheid mijnbouw- en plantagevergunningen zou moeten intrekken in gebieden die cruciaal zijn voor het leefmilieu en voor de mensen die er wonen, en de aangetaste gebieden zou moeten herstellen.
Soortgelijke incidenten
‘Anders zullen er (in de toekomst) meer soortgelijke incidenten zijn en zullen we opnieuw moeten luisteren naar (retorische) verklaringen van president Joko Widodo’, zegt Melky.
Jefri Raharja, een campagnevoerder van Walhi Zuid-Kalimantan, zegt dat de ontbossing die in deze regio op grote schaal plaatsvindt, ook de wereldwijde klimaatverandering heeft verergerd.
‘Kalimantan was ooit trots op zijn bossen, maar nu zijn de bossen vervangen door een monocultuur van oliepalmplantages en kolenmijnen’, zegt hij.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij IPS-partner Mongabay
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier