Limburg: Kunst met aardbeien
Enkele unieke kunstwerken in Haspengouw kaderen het landschap in. We fietsen langs een camera obscura, lopen door een gigantische ‘zoopraxiscoop’ en zoomen in en uit. Ondertussen legt de zon een filter waar geen Instagramapplicatie aankan.
“Een Vespa? Nee, we nemen wel de fiets”, had ik beslist. Want het glooiende landschap dat ik met de Limburgse fruitstreek associeer, lijkt lief, onschuldig en pijnloos om door te peddelen. Helaas, het vraagt soms een binnensmondse vloek, hard gestamp en een bemoedigende glimlach van een afdalende tegenligger om een van de korte hellingen onderweg op te raken. Ik begrijp meteen waarom langs de Romeinse Kassei in Borgloon zoveel picknickbanken neergepoot staan.
Onze doelen vandaag liggen her en der verspreid in het Haspengouwse stadje: een reeks openbare werken van internationale kunstenaars die sinds 2011 onder de titel pit opdoken. Jan Boelen, artistiek directeur bij het Hasseltse kunstencentrum z33, was de curator: “Iedereen kent dit Haspengouw uit televisieseries zoals Katarakt. Maar ons leek het veel interessanter om de onzichtbare problemen en spanningen van de streek op een poëtische manier zichtbaar te maken. Het verdwijnen van religieus erfgoed bijvoorbeeld, toerisme, het evenwicht tussen natuur- en cultuurlandschap. Dat zijn typische pijnpunten van hier.” Eerder dan kunstenaars te selecteren koos Boelen ervoor om concrete voorstellen te beoordelen. “We wilden projecten die gegrond zijn, die buurtbewoners en lokale verenigingen tot betrokken partij opnemen. Alleen dan heeft zo’n openbaar project zin.”
We waren die ochtend begonnen op het hoogste punt van de stad. Achter de speeltuin aan de kerk heeft de Japanse kunstenaar Tadashi Kawamata samen met studenten een houten sculptuur gebouwd. De burchtheuvel, een historisch belangrijke plek in de stad, kreeg op zijn rug een chaotische toren met een zacht oplopend houten pad. Meteen is de functie van de voormalige burcht weer tot leven gebracht: overzicht. Dat is niet alleen mooi, maar voor ons ook hoopgevend: we weten al dat de eerste fietskilometers naar beneden zullen gaan.
Voorbij de fruitveiling van Borgloon slaan we een straatje in tot aan de Abdij Mariënlof. Vlak bij dat klooster zette de Brit Aeneas Wilder Untitled #158, een dubbele cirkel van houten latten op houten palen, een abstracte kloostergaanderij. Wandel je erdoor, dan kijk je achtereenvolgens over jonge fruitboompjes, de kerk van Kerniel, weilanden met koeien en de abdij. En geloof ons: u kunt het wellicht ook de verleiding niet weerstaan om nóg een rondje te lopen, want door de spijlen kijken doet je elk detail beter en anders zien. Sneller is anders dan trager, wijzerzin anders dan tegenwijzerzin. Eadweard Muybridge, de fotograaf die in 1878 de beweging wilde vastleggen en daarin slaagde door het galopperende paard Sallie te fotograferen, had zich hier vast geamuseerd. Untitled #158 lijkt wel een uitvergroting van zijn zoopraxiscoop.
Je fiets parkeren aan een kerkhof in een dorp waar je niemand kent, is een vreemde ervaring, maar het is nodig om het werk te zien van Wesley Meuris. Achteraan de nieuwe begraafplaats, amper zichtbaar van de straat, staat een metalen ronde structuur op witte kiezels. Een hoge cirkel die open en tegelijk gesloten is. Een hekje achter het kerkhof leidt naar een wegel die uitgeeft op een stoere picknickbank, de ideale siëstaplaats. Het is een van die hoogzomerdagen. Een ladder staat lui tegen een goedgevulde kersenboom geleund, koeien zoeken de schaduw op, drie in formatie vliegende straaljagers scheuren boven de horizon. En toch roept het zadel weer. Zowel het spoor ten noorden van Borgloon als de Romeinse Kassei zijn trage wegen. We passeren weiden, bosjes, boomgaarden en akkers vol vlas, tarwe en lage maïs. We zien seizoenarbeiders tussen de struiken van rode bessen, kruisbessen en aardbeien.
Doorkijkkerk
En dan zien we het doorkijkkerkje, Reading between the Lines, dé trekpleister van het project, een uit honderd dunne laagjes Cortenstaal opgebouwd kerkje van tien meter hoog. Vorig voorjaar werden er in een maand tijd net geen vijftienduizend bezoekers geregistreerd door een tellertje. “Daar schrokken we wel van”, zegt Pieterjan Gijs, van architectenbureau Gijs Van Vaerenbergh dat de kerk bedacht. “Wellicht houden mensen ervan omdat het zo herkenbaar is? Hier in de streek staan veel kerkjes leeg, maar toch maken ze deel uit van het collectief geheugen van de bevolking en bezoekers. Hoe kun je een herinnering materialiseren? Dat was ons idee. We kozen bewust voor deze plek omdat je er via een glooiend pad geraakt, soms sta je dan hoger dan het werk, soms lager, soms kijk je er recht op, soms van opzij. Dat maakt dat het werk zowel zeer concreet en massief kan ogen, maar ook bijna onzichtbaar. Zo werkt ons geheugen ook: soms zijn herinneringen heel direct en concreet, maar op andere momenten heel erg vaag. Je zou het een tekening in het landschap kunnen noemen.”
Niet ver hiervandaan is dat schrijven letterlijk genomen. Het woord Twijfelgrens bengelt aan een draad in een steil aflopende wei waar onderaan een kudde koeien graast. Maar ook hier bepaalt de positie van de kijker het werk (van Fred Eerdekens), want het is enkel leesbaar vanop de Romeinse Kassei.
Tegen aperitieftijd ben ik uitgenodigd op het terras van de B&B van Paul Lambrechts, een Lonenaar die het project van dichtbij heeft gevolgd. Dat hij mij en Renaat Roekaers, cultuurbeleidscoördinator bij de stad Borgloon, Italiaanse wijn inschenkt, is geen toeval : hij woonde ooit in Toscane en het was daar dat hij voor het eerst met landschapskunst in aanraking kwam. “Arte all Arte nodigt sinds 1996 grote namen zoals Anish Kapoor, Olafur Eliasson, Sol LeWitt, Tobias Rehberger, Carsten Höller of Giuseppe Penone uit om ter plekke kunst op maat van de locatie te maken. Heel straf. Ik ben bijvoorbeeld fan van de toegangspoort van Tadashi Kawamata in Colle di val d’Elsa. Ik vind dat we heel trots mogen zijn dat hij ook hier een burcht bouwde. Wist je dat het doorkijkkerkje van Gijs Van Vaerenbergh verkozen is tot het religieuze gebouw van het jaar door de website ArchDaily ?”
Het levert Lambrechts een nieuw soort overnachters in de B&B van zijn vrouw op. “Plots kregen we architecten uit Keulen op bezoek die speciaal voor deze route naar hier komen.” Paul is grote fan en hij test het potentieel van de plekken uit: “Vorig jaar hielden we er een klein akoestisch concert aan Aeneas Wilder. Fantastisch !” Paul beantwoordt elke van mijn vragen even enthousiast, hij wordt pas stil als ik vraag hoe lang de werken hier blijven. Op dit moment is daar immers weinig duidelijk over. Hoewel het een project van vijf jaar is, zou het wel kunnen dat bepaalde gebouwen veel langer mogen blijven.
Slapen in de plantanen
Niet elk van de projecten is het hele jaar open en het laatste van vandaag is enkel in de lente en zomer open en dat is logisch, want je moet er overnachten. De Tranendreef van Dré Wapenaar zijn vier tenten die op de oprijlaan naar het kasteel van Hex in de platanen hangen. Daar tref ik niet alleen een al aangestoken barbecue aan, maar ook Ardie Van Bommel en haar verloofde. De Nederlandse is de ontwerpster van de Field Furniture ‘Pure Nature’, die ook in de dreef opgesteld staan, een serie meubelen die de typologie en de materialen gebruiken van de fruitbakken die je overal in Nederlands en Belgisch Limburg rond oogstseizoen in de appel- en perenboomgaarden ziet. De twee komen na een drukke periode op een korte vakantie. Net als ik zijn ze deze middag naar het toeristische bureau in het stadhuis van Borgloon gegaan om de sleutel van een tent én een ladder om erin te klimmen.
“Een heerlijke plek is dit. Ik ben erg blij dat hier enkele tafeltjes van mij staan, een toilet, wasbak en barbecue. Lokale voedselproductie en consumptie zijn belangrijke thema’s in mijn werk. “Ze staan hier perfect op hun plaats,” vindt Ardie, terwijl ze een slok neemt van haar glas rode wijn. “De kampeerders gebruiken ze, maar ook wandelaars en de plukkers van boer Neven. Geweldig toch.”
Echt alleen ben je in de openbare ruimte natuurlijk nooit. “Ik zag laddertjes staan en ik kwam eens kijken.” De grijze man op de koersfiets kent de plek waar ik overnacht goed. “Ik woon hier vijfhonderd meter verderop en passeer hier geregeld. Ik hoop dat jullie goed slapen, straks?” Geen enkel probleem, zo blijkt. Gewekt word ik door het geluid van een tractor. Uit het plastic raampje van mijn boomtent zie ik plukkers, gebukt tussen de rijen aardbeiplanten. En na een ochtendwandeling tot aan het kasteel, zie ik het ontbijt klaarstaan op de houten tafels : met appelstroop, een bakje aardbeien en vers appelsap kan ik niet vergeten dat ik wel degelijk in Haspengouw ben en niet in een ver zuiders land. •
PIT kan je het best te voet of met de fiets bezoeken. Een gratis kaart vind je bij Toerisme Borgloon, net als huurfietsen. De kunstwerken bevinden zich allemaal op of in de nabijheid van het fietsroutenetwerk Limburh en de wandelroute van Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren. p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier