Het Palm Springs van Frankrijk: badstad Royan is dé bestemming voor liefhebbers van modernistisch erfgoed

Villa Boomerang Royan
© Villa Boomerang – Alamy Stock Photo

De mid-century villa’s van de Franse badstad Royan waren lange tijd een goedbewaard geheim. Nochtans hoeft de felgekleurde architectuur niet onder te doen voor die van Palm Springs. Recente renovaties maken deze plek extra aantrekkelijk voor fans van fiftieserfgoed.

Of je nu met de auto of per trein naar Royan reist, op een paar kilometer van je bestemming priemt het oriëntatiepunt al boven de polders uit: de Notre-Dame. Behalve de naam hebben de beroemde Parijse kathedraal en dit gebouw nagenoeg niets gemeen. Het ontwerp uit 1958 van Guillaume Gillet lijkt wel een grijs schip van beton. Aan beide zijden loopt het immense dak zacht af in een V-vorm, als een zeil of paardenzadel. Brutalisme pur sang: van ver is het zelden liefde op het eerste gezicht.

Architecten konden na de Tweede Wereldoorlog met een schone lei starten. Royan werd het laboratorium voor moderne architectuur.

Eens je ervoor staat, oogt het indrukwekkender: de kerk is immens en ligt ook nog eens boven op een stadsheuvel. Binnenin wordt het pas echt interessant, de architect tekende namelijk ook voor het interieur. Je treft er muren in houten bekisting, een reeks ramen met de kruisweg in kleine stukjes glas (prachtig!) en rechts, ergens nederig verscholen, het mooiste beeld van Jeanne d’Arc dat je in Frankrijk zult vinden: een tengere, gitzwarte figuur in gecalcineerd metaal – tegelijk sterk, kwetsbaar, verbrand.

Maison Spirou Royan
Maison Spirou © Shoot the land

Het brengt ons meteen bij de geschiedenis van Royan, dat als een feniks uit zijn as kon verrijzen. Eind van de negentiende eeuw was deze badstad glansrijk, want ideaal gelegen aan de samenvloeiing van de monding van de Gironde en de oceaan. Tijdens de Tweede Wereldoorlog sloeg het lot toe: La Poche de Royan, een uitvalsbasis van de Duitsers, werd tot tweemaal toe gebombardeerd door de geallieerden. Op de twee uiteinden van de baai na (Pontaillac en de parkwijk), werd de stad volledig van de kaart geveegd. Van de meer dan tweeduizend negentiende-eeuwse villa’s bleef amper tien procent overeind. In het centrum lag nagenoeg alles plat, zo’n zeventienhonderd burgers lieten het leven. Een huilende ruïne.

Notre-Dame Royan
De Notre-Dame van Royan. © Alamy Stock Photo

Maar het rouwen duurde niet lang. Architecten konden er met een schone lei starten en kregen de vrijheid om een nieuwe badplaats te bedenken. Royan werd het laboratorium voor moderne architectuur. Bij ons zijn ze minder bekend, maar hier ronken de namen nog: Claude Ferret, Louis Simon, André Morisseau. Vooral Ferret zal Royan als het ware ‘omdenken’. Bij aanvang dacht hij nog aan een vrij klassieke heropbouw, met een mengeling van jarendertigarchitectuur en regionale elementen. Na een kennismaking met de kenmerkende architectuur van de Braziliaanse badstad Pampulha – getekend: Oscar Niemeyer – wijzigde zijn visie drastisch. Het nieuwe Royan was geboren.

Notre-Dame Royan
De Notre-Dame van Royan. © Alamy Stock Photo

De Boemerang en de Broodrooster

Dat Royan vlak bij het oesterparadijs Marennes-Oléron ligt, is misschien toepasselijk: de badstad zelf laat zich maar langzaam openen. Wanneer je er voor het eerst aanmeert, krijg je de indruk van rommelige vergane glorie. Maar eens je je op sleeptouw laat nemen door locals die iets van architectuur kennen, gaat er een wereld voor je open. In de straten rondom het zuidelijk gelegen park en langs de Boulevard Garnier of bij het strand van Pontaillac kun je je vergapen aan de bewaard gebleven villa’s van rond de eeuwwisseling. Hier en daar duikt tussen de bomen al een huis uit de jaren vijftig op. Villa Boomerang bijvoorbeeld, op palen in ware Corbusier-stijl, met een zweem Braziliaanse kleuren erbij. Filmmakers lenen het ontwerp van Pierre Marmouget maar wat graag als decor (check de film Adieu Jean-Pat of de serie Capitaine Marleau).

Palais dès Congrès Royan
Le Palais dès Congres. © Ontwerp: Claude Ferret, Pierre Marmouget, Jacques Bruneau en Adrien Courtois. Renovatie: Atelier Ferret Architectures en Chatillon Architectes. / Foto: Antoine Mercusot / Atelier Ferret

Van dezelfde architect is de opvallende Villa Le Grille-Pain in het centrum, nabij het strand van Foncillon. Ze ontleent haar bijnaam aan de gevelconstructie die de traphal verbergt: een reeks gebogen blauwe lijnen van beton en glastegels. Achteraan vind je hetzelfde blauw terug in de buitentrap. Vlakbij ligt La Résidence des Congrès, zeg maar La Cité Radieuse van Royan. Ook hier merk je meer dan een knipoog naar Le Corbusier: een doorgang onder het gebouw door, wisselende balkonvolumes en een vensterfaçade die aan honingraten doet denken.

Culinair is Le Pays Royanais een topregio. Het is nog leuker inkopen doen in de unieke Marché Central.

Maar de ware parel van de buurt is het recent gerenoveerde Palais des Congrès, een multifunctioneel gebouw met een bewogen architectuurgeschiedenis. Claude Ferret ontwierp het als een soort feestzaal die het weggevaagde casino moest doen vergeten. In 1957 evolueert het naar het eerste congrespaleis op Franse bodem. Ferret en zijn assistenten kiezen voor radicale vernieuwing, zowel visueel als op technisch vlak. De grondpijlers zijn onzichtbaar waardoor de rechthoek lijkt te zweven.

Die lichtheid zie je overal, dankzij een complete doorkijk vanop de strandboulevard tot in het park achteraan. Ferret concipieerde het dan ook als een immense loggia. Ook hier komen de pijlers van het modernisme terug: palen, een dakterras, de vrije indeling van ruimten en een transparante façade. Links, achter de gebogen panelen met kleine ronde lichtopeningen, bevindt zich de grote zaal. Rechts, op het eerste niveau, ligt een caféterras met zicht op zee dat ook via een buitentrap te bereiken is. Binnenin schuilen functionele ruimtes en vergaderzalen.

villa Le Grille-Pain Royan
Villa Le Grille-Pain

Doordat het gebouw vlak bij de woeste oceaan ligt, met de wind vol uit het westen, kreeg het van bij de start af te rekenen met schade. Vanaf de jaren zeventig volgen de restauraties elkaar op, niet altijd trouw aan de geest van de oorspronkelijke visionaire architectuur. Er komt zelfs een soort aanbouw. Tot een paar jaar geleden had het paleis zo goed als al zijn modernistische glans verloren en zag het eruit als een doorsnee kantoorgebouw met een ordinaire glasgevel. Pas in 2011 komt het inzicht dat dit een schoolvoorbeeld is van de jarenvijftigarchitectuur en krijgt het bescherming als historisch monument. Ook diverse structurele problemen en kwetsuren nopen tot een grondige renovatie.

La Résidence des Congrès – zeg maar La Cité Radieuse van Royan – is meer dan een knipoog naar het modernisme van Le Corbusier.

Vandaag valt het congrespaleis opnieuw te bewonderen zoals het in de fifties bedoeld was. Alles werd indertijd grondig gewikt en gewogen: de materialen, de vormen, de trappen, de deuren en wanden. Voorspelbaarheid moest wijken voor architecturaal avontuur. De grote troef is het licht, dat hier vrij spel krijgt: door de ogen van de gebogen voorgevel bij de zaal, door de grote glaspartijen elders of door de open slakvormige trap met typische fiftiesbalustrade. Na zonsondergang zorgen sobere ronde neonlampen voor warm binnenlicht. De kleuren – oranje, blauw, geel – verwijzen naar de invloed van de toenmalige architectuur in Brazilië. Ingebed vind je het CIAP, het Centre d’Interprétation et de l’Architecture et du Patrimoine, met een permanente expo rond de bouwgeschiedenis van Royan, een aanrader.

marché central Royan
Marché Central

Modernistische markt

Ook de centrale markt van Royan kreeg recent een opknapbeurt. De schelp (of parachute) in gewapend beton van architectenduo Louis Simon en André Morisseau werd gebouwd in 1956 en geklasseerd in 2002. Aanvankelijk wilden de ontwerpers het gebouw concipiëren in de jarendertigstijl van de nabijgelegen avenue Aristide Briand – de eerste as die na de oorlog werd heropgebouwd. Maar gaandeweg liet ook dit gebouw zich inkleuren door de Braziliaanse architectuur van weleer. Het initiële ontwerp was zelfs nog gedurfder en het beïnvloedde bekende gebouwen elders (vergelijk even met de Océanografic in Valence).

front de mer Royan
Front de Mer. (c) Shoot the land.

Bijzonder aan dit gebouw is de techniek: het dak zweeft als een dun zeil boven de toegangen en heeft enkel steunpunten aan de uiteinden. Hierdoor krijg je een immense open ruimte, centraal opgelicht door glastegels, met boven de ingangen aaneengesloten rechthoekige raampartijen. De toonbanken vind je in concentrische cirkels, om de paar meter heb je in- en uitgangen die van buitenaf de golvende beweging van het dunne dak volgen. Ook aan de buitenzijde is er plaats voor handel: vooral lokale boeren komen hier hun groenten, fruit, gebraden kip en pinot aanbieden. Culinair is Le Pays Royanais met zijn meloenen, oesters en ontelbare soorten vis een topregio. Het is nog leuker inkopen doen in een voedseltempel die uniek en kleurrijk oogt in wit, geel en blauw.

fifites villa Royan
Fifties-villa in avenue de Pontaillac. (c) Valerian Van Impe

Heel typisch in Royan is ook de zogenaamde Front de Mer, een architecturaal geheel aan La Grande Conche. De bouweenheden volgen de curve van het strand, met vooraan op de gelijkvloerse verdieping een passage met winkels en horeca en daarboven flats met felrode balkons. De mondriaankleuren zijn overigens nooit ver weg in deze badstad, een bewuste keuze.

Via een aantal poorten onder de flats krijg je toegang tot de U-vormige achterliggende straten. De gelijkvloerse passages hadden tot vorige zomer iets soekachtigs, en de intussen afgebroken golvende witte afdakjes namen veel licht weg. De herinrichting is de volgende stap in het heropwaarderingsplan van de badstad. Zo zal ook de Front de Mer er binnenkort weer uitzien zoals ze indertijd door de architecten bedoeld was: modernistisch, licht en luchtig, met bredere wandelpaden en uitgebreide terrassen. Langzamerhand krijgt Royan de allures van een mondaine badstad, inclusief mild klimaat.

Heen en terug

Royan ligt aan de zuidwestkust van Frankrijk, op ruim 800 kilometer van Brussel. Met de auto ga je via Parijs, Tours en Poitiers. Ongeveer een keer per dag is er vanuit Lille een rechtstreekse tgv naar Angoulème, waar je kunt overstappen op de TER naar Royan. Snellere en frequentere treinen vertrekken in Parijs, in Gare Montparnasse.

Combineer je stadsbezoek met Angoulème, Saintes, Rochefort en La Rochelle. Royan ligt ook vlak bij Ile-de-Ré en Ile d’Oléron. In Royan vind je nog veel meer huizen en gebouwen uit de jaren vijftig, je bent er makkelijk enkele dagen zoet.

Logeren in ware fiftiesstijl doe je bij hotel Le Trident Thyrsé, vlak bij de zee, het strand, de mooie natuur en veel culinair genot.

Een lokaal begeleide architectuurtrip met sportieve en gastronomische toets kun je aanvragen via degroenekameel.be

Lees ook:  Wat doe je met een monster in het midden van de stad? Hoe Hamburg haar monumentale bunker een nieuwe, groene invulling geeft

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise