De plaatsen die je moet zien in Banff National Park
Banff Townsite
Dit gezellige dorpje met ongeveer 7000 inwoners is gebouwd in een rustieke bergsfeer en bestaat eigenlijk maar uit één hoofdstraat. Het is genoemd naar het Schotse Banffshire, de geboorteplaats van de twee belangrijkste financiers van de Canadian Pacific Railway. Het stadje is omgeven door prachtige bergen en meren. Je vindt er twee musea die zonder meer een bezoekje waard zijn: Banff Park Museum National Historic Site en het Whyte Museum of the Canadian Rockies.
Het eerste museum werd in 1903 geopend en is daarmee het oudste museum gewijd aan de natuurgeschiedenis in West-Canada. Het gebouw is volledig van hout en opgetrokken in een bijzondere pagodestijl. Sinds 1985 is het een ‘national historic site’.
Binnenin vind je een prachtige verzameling opgezette dieren (waaronder twee kleine grizzly’s en een zwarte beer), mineralen en fossielen afkomstig uit heel het westen van Canada. In de leeszaal kan je op je gemak wat snuffelen in de verzameling boeken over de culturele en natuurlijke geschiedenis van het gebied. Kinderen kunnen ondertussen op ontdekkingstocht gaan in de Discovery Room.
Het Whyte Museum of the Canadian Rockies besteedt aandacht aan de culturele geschiedenis van de Canadese Rocky Mountains. Er zijn vier verschillende kunstgalerijen met werken van lokale artiesten van vroeger en nu.
Op het bosachtige terrein rond het museum vind je de ‘Heritage Collection’ met onder andere twee ingerichte historische huizen, waaronder dat van de oprichters van het museum Peter en Catherine Whyte, en vier blokhutten. Ook dit museum beschikt over een goed gevulde bibliotheek en een indrukwekkende collectie historische foto’s.
Cave and Basin National Historic Site
Dit is eigenlijk de plaats waar Banff National Park geboren is. De vondst van warme zwavelbronnen in een grot was immers de oorspronkelijke aanleiding om hier een nationaal park te stichten. Hier leer je het verhaal van die ontdekking en kan je een wandeling maken door de grot die door één van de ontdekkers omschreven werd als ‘some fantastic dream from a tale of the Arabian nights’.
Het oorspronkelijke zwembad is volledig nagebouwd en je mag het bekijken, maar er niet in zwemmen. Er zijn hier wel verschillende leuke plekjes om te picknicken. Tenslotte kan je er nog een korte wandeling maken naar het moeras. Kijk onderweg of je geen Garter slangen ziet – de enige slangen die hier voorkomen.
Sulphur Mountain Kabelbaan
Binnen 10 minuutjes brengt deze kabelbaan je naar de top van Sulphur Mountain op een hoogte van 2285 meter. Het uitzicht over Banff, de Bow River en de bergen in de omgeving is hier spectaculair. Op het terras van het restaurant (het hoogstgelegen restaurant in heel Canada) zijn informatieborden aangebracht zodat je de verschillende bergtoppen kan identificeren. Bovendien zie je hier mogelijk dikhoornschapen.
Je kan er natuurlijk ook voor kiezen omhoog te wandelen. Je doet er ongeveer tweeënhalf uur over en wordt beloond met een gratis lift met de gondel naar beneden. Je doet er verstandig aan warme kleren mee te nemen, want op de top kan het flink waaien.
Upper Hot SpringsIn deze mineraalbaden lig je comfortabel in water van rond de 40°C terwijl je uit kan kijken over Mount Rundle en de Spray en Bow Valley. Ga er ook eens tegen de avond heen; je kan dan genieten van de zonsondergang en de lampen onderwater zorgen voor een sprookjesachtig effect in het dampende water.
Wil je je nog meer ontspannen, dan zijn er massages en aromatherapie beschikbaar. Handdoeken en zwemkledij kan je ter plaatse huren. De Upper Hot Springs zijn het gehele jaar door geopend: in de zomer tot 23 uur en de rest van het jaar tot 22 uur.
Banff Springs Hotel
Waarschijnlijk zal je hier niet overnachten, maar het is toch de moeite waard om er een kijkje te nemen. Het hotel werd rond 1920 gebouwd en ligt op een prachtige locatie, 2 kilometer buiten het plaatsje Banff.
In dit statige hotel versierd met torentjes, koepels en kroonlijsten kan je proeven van de pracht en sierlijkheid van het Victoriaanse tijdperk. Je vindt er diverse bars, verschillende winkeltjes en 18 restaurants.
Johnston Canyon
De wandeling naar Johnston Canyon behoort tot de populairste wandelingen in het park. Het pad is gemakkelijk toegankelijk en je kan er tussen de 15 minuten en 3 uur wandelen. Johnston Canyon is een jonge maar zeer diepe kloof, die ongeveer 10.000 jaar geleden gevormd is door smeltende gletsjers. Een harde steensoort, dolomiet of bitterkalk, heeft ervoor gezorgd dat er verschillende watervallen in de canyon ontstaan zijn.
Je kan de Johnston Canyon alleen te voet bereiken. Na 10 minuutjes stappen over een breed pad ben je al bij het begin van de kloof en na nog eens 10 minuten zie je de eerste waterval, de Lower Falls. Je hebt een prachtig uitzicht op deze 20 meter hoge waterval vanaf een platform dat er letterlijk onder ligt.
Over een langzaam klimmend pad loop je langs de rand van de canyon, passeer je vijf kleinere watervallen en bereik je de Upper Falls met een hoogte van 40 meter. Hier heb je veel kans om de spierwitte berggeiten te zien. Deze waterval is extra mooi in de winter, wanneer het omlaag vallende water bevroren is. Nog iets verderop tenslotte bevinden zich de Ink Pots, een serie kleine waterbronnen die meestal fel blauw van kleur zijn, maar af en toe pinkzwart.
Bow Valley Parkway
Deze prachtige route van 24 kilometer begint bij Lake Louise en loopt tot Banff townsite. Het is een smalle weg waar je niet sneller dan 60 km/u mag rijden. Overal zijn uitrijstroken voorzien om te kunnen stoppen en rustig rond te kijken. Vaak zijn er borden aangebracht met wat informatie over de omgeving.
Je komt onder andere langs het Backswamp – een moerasachtig gebied waar veel wild leeft -, langs de Hillsdale Meadows – een grote weide omringd door espen – en langs het spookstadje Silver City dat tegen het einde van de 19e eeuw plotseling verlaten werd toen de geruchten over zilvermijnen onjuist bleken te zijn.
Lake Minnewanka
Indianen noemden dit schilderachtige meer te midden van bergen en bossen ‘Lake of the Water Spirits’. Het is het grootste meer in Banff National Park en biedt veel recreatieve mogelijkheden, zoals kanoën, zwemmen, zeilen en wandelen. Je kan er ook een 90 minuten durende cruise maken.
Sunshine Meadows
Hier vind je het mooiste alpine landschap in de Rockies, zeggen velen. Deze weiden op de grens van Alberta en British Columbia worden omgeven door een paar van de hoogste toppen in deze omgeving en de vergezichten zijn uniek. Je zult er nooit veel mensen tegenkomen, waardoor het wild er nog ongestoord zijn gang kan gaan. De weg die er heenloopt is immers voorbehouden aan een speciale shuttlebus en het aantal passagiers is beperkt.
Je kan de 6 km lange weg ook wandelen, maar dat is niet echt aan te raden. In de Meadows zelf heb je namelijk enorm veel wandelmogelijkheden, waaronder enkele waar je een hele dag voor nodig hebt. Je kan ook deelnemen aan een wandeling onder leiding van een naturalist die je vertelt over het alpine ecologische systeem, de verschillende planten en dieren en over de kleurrijke geschiedenis van de alpenweiden.
Lake Louise
Bij de Indianen stond dit meer bekend als ‘Lake of the Little Fishes’ en tegenwoordig wordt het ‘The Jewel of the Rockies’ genoemd. Lake Louise ligt in een smalle gletsjervallei op een hoogte van 1731 meter en is omringd door hoge besneeuwde bergtoppen. Het is vooral bekend door de smaragdgroene kleur van het water waarin de bergen prachtig weerspiegeld worden.
Ted Wilson, de eerste blanke die het meer zag, noemde het daarom ‘Emerald Lake’. In 1884 werd de naam veranderd in Louise ter ere van de dochter van koningin Victoria. Aan de oever van het meer staat het Chateau Lake Louise, een hotel in de trant van het Banff Springs Hotel.
In het gebied rond Lake Louise zijn ruimschoots wandelmogelijkheden, bijvoorbeeld een leuke, middellange wandeling naar Lake Agnes. Bij dit mooie, kleine meertje is een gezellig, houten theehuisje gebouwd.
Andere wandelingen lopen door alpenweiden, die in juli en augustus in volle bloei staan en waar veel fluithazen (pika’s) en marmotten voorkomen. Het lawinegevaar is hier wel veel groter dan op andere plaatsen. Zelfs midden in de zomer hoor je het ijs af en toe gevaarlijk kraken.
In de buurt van Lake Louise ligt Lake Morraine, een veel minder bekend maar even indrukwekkend meer. Het ligt beschut in de Valley of the Ten Peaks en heeft een diepgroene kleur. Vroeger stond het afgebeeld op de biljetten van 20 Canadese dollar.
Icefields Parkway
Deze weg van 230 kilometer verbindt de parken Banff en Jasper met elkaar en behoort tot de mooiste wegen van Amerika. De weg wordt aan beide kanten geflankeerd door enorme bergtoppen en dat terwijl de weg zelf al behoorlijk hoog ligt.
Onderweg kom je prachtige uitkijkpunten tegen en kan je mooie wandelingen maken. Het is dan ook aan te raden om de Icefields Parkway niet in één dag te rijden, maar er enkele dagen over te doen en onderweg te overnachten. De eindbestemming is Jasper National Park, dat qua natuurschoon zeker niet onderdoet voor Banff en bovendien een stuk groter is, maar veel minder bezoekers trekt omdat het geïsoleerder ligt.
1. Ga vanuit Edmonton naar het westen via Highway 16 naar de Cadomin grotten, net buiten het dorp Hinton. Deze grotten zijn de bekendste en best bereikbare grotten van Alberta. By Hinton kan je ook een geweldige trip maken naar de Grand Cache, de thuishaven van de Canadian Death Race en de poort naar het spectaculaire Willmore Wilderness Park – 4,600 km² wildernis van heuvels en bergen.
2. Tijdens je verblijf in Jasper National Park kan je een boottocht maken op het 26 km lange Maligne Lake, je kan gaan golfen of genieten van een lekker kopje thee tijdens een spa behandeling in het luxueuze Fairmont Jasper Park Lodge. Maar je kan natuurlijk ook de Bald Hills route wandelen, te paard een trip maken door Shovel Pass Lodge of gewoonweg lekker relaxen in de Miette Hot Springs.
3. Vanaf Jasper volg je de spectaculaire Icefields Parkway naar het Zuiden, naar Banff National Park. De immense ijsvlakten, meer dan honderd gletsjers, bloeiende bloemen en schitterende meren zijn overweldigend. Interessante punten zijn Sunwapta Falls, het Columbia Icefield Centre, Parker Ridge, Panther Falls en het uitkijkpunt bij Peyto Lake.
4. In de stad Lake Louise vind je een van de meest gefotografeerde meren in de wereld: Lake Louise. Maar Moraine Lake is eigenlijk even mooi. Daarnaast wordt dit gebied beschouwd als een mekka voor wandelaars en bergbeklimmers.
5. Van Lake Louise neem je de Bow Valley Parkway (Highway 1A) route naar Banff. Onderweg kan je stoppen in Baker Creek (hier kan je eten of overnachten) en in Johnston Canyon (mooie plek om te picknicken, wandelen of overnachten).
Vervolg je tocht naar het legendarische park Banff. Een overzicht van Canada’s alpine historie krijg je in het Banff Cave en Basin Centennial Centre. Bezoek ook het Banff Park Museum en het Whyte Museum. Voor panoramische uitzichten kan je de Sulphur Mountain Gondola nemen of een boottocht nemen op het Minnewaka meer.
6. Van Banff rijd je oostwaarts over Highway 1 en zal je langzaamaan de Rocky Mountains achter je laten en belanden in een heuvelachtig landschap. Als ook de heuvels steeds kleiner worden bereik je je eindbestemming Calgary.
Welke dieren leven er?
In het relatief kleine Banff vind je een ongelofelijke gevarieerde en rijke dierenwereld. De hoogteverschillen, de plantengroei en het klimaat zijn daar verantwoordelijk voor.
Beren
Het bekendste dier in Banff National Park is de grizzly. De natuurlijke omgeving met subalpine bossen, alpine toendra’s, weiden, rotsen en ijs is perfect voor deze beer. Grizzlyberen zijn talrijker in Banff dan zwarte beren, maar toch zal je eerder een zwarte beer tegenkomen omdat die zich ophouden in de lager gelegen gebieden terwijl grizzly’s liever de hogere stukken in de backcountry opzoeken.
De twee soorten zijn niet altijd even makkelijk uit elkaar te houden omdat de kleur van hun vacht nogal kan variëren. Je moet daar dan ook niet naar kijken om te zien welk soort beer je voor je hebt. Let meer op de grootte, de spieromvang en het gezicht.
Grizzly’s zijn groter (grizzly’s wegen ongeveer 500 kg en zwarte beren maar 290 kg), hebben een zeer duidelijk schouderblad, veel zwaardere voorpoten en een plat gezicht. De grizzly’s danken hun naam trouwens aan de grijze vacht (‘grizzled fur’) rond de voorpoten. Zwarte beren zie je vooral in de Bow Valley en Saskatchewan Crossing en grizzly’s langs de Bow Valley Parkway.
Wat je moet doen als je een beer tegenkomt tijdens een wandeling lees je in onze berengids.
Dikhoornschapen
Deze zeer behendige dieren hebben zich bijzonder goed aangepast aan het landschap in de Rocky Mountains. Ze springen heel snel van de ene naar de andere rots en hun bewegingen doen denken aan die van een hert.
Ze hebben een zandbruine vacht en een wit achterwerk. De mannetjes hebben opvallende spiraalvormige hoorns en de vrouwtjes kleine puntige hoorns. In de zomer leven ze in de hooggelegen alpenweiden en in de winter trekken ze naar de dalen.
Dikhoornschapen raken helaas steeds meer gewend aan mensen. Moeders leren hun jongen dat wegen een potentiële bron van eten zijn, terwijl ze hen er eigenlijk uit de buurt zouden moeten houden omdat er nog al eens dieren doodgereden worden. Geef ze daarom nooit iets te eten, ook al bedelen ze erom. Twee goede plekken om ze te zien zijn Lake Minnewanka en de weg naar Mount Norquay.
Berggeiten
Deze witte, majesteitelijke dieren zijn een symbool van de Rockies. Ze komen er veel voor, maar worden zelden gezien. Ze verblijven het liefste op hoge, afgelegen bergkammen omdat ze daar weinig te vrezen hebben van roofdieren. Ze zien er bijzonder gespierd uit, hebben een klein sikje en korte zwarte hoorns en zijn zeer goede klimmers. Ze hebben een enorme dikke vacht met daaronder een flinke laag vet om warm te blijven in het extreme klimaat hoog op de bergtoppen.
De huid van de mannetjes is extra stevige rond hun achterwerk zodat de stoten van andere mannetjes minder pijnlijk zijn. De vrouwtjes zijn overigens de baas in de kuddes. Om ze tegen te komen, wandel je het beste naar de Plain of the Six Glaciers of Mount Fairview, beide in de buurt van Lake Louise. Je zal waarschijnlijk wel een goede verrekijker nodig hebben, want maar weinigen hebben het geluk ze van dichtbij te zien.
Wilde katten
Er leven twee soorten wilde katten in Banff, namelijk de poema en de lynx. Dat zijn zeer schuwe dieren die hoofdzakelijk ’s nachts rondtrekken. Alhoewel ze redelijk veel voorkomen in Banff, zal je ze hoogstwaarschijnlijk niet zien.
De twee soorten zijn gemakkelijk uit elkaar te houden. De poema is veel groter en heeft duidelijke zwarte vlekken op de achterkant van zijn oren, op zijn staart en in zijn gezicht. De lynx heeft een veel kortere staart, maar wel veel grotere voeten die in de winter dienen als een soort sneeuwschoenen.
Wilde honden
Er komen drie soorten hondachtige dieren voor in Banff, namelijk wolven, coyotes en vossen. Wolven waren lange tijd afwezig, maar nu leven er ongeveer 45, verspreid over vijf roedels. Ze lijken op een herdershond, maar ze zijn veel groter en hebben een ruwere vacht. De kleur varieert van bijna wit tot zwart. De meeste wolven in Banff hebben een donkere vacht. Je ziet ze soms langs de Bow Valley Parkway en bij Lake Louise in de zomer en rond Lake Minnewanka in de winter.
Coyotes zijn veel kleiner en dunner en hebben grote, puntige oren, een borstelige staart en een grijze vacht. Ze lopen vaak langs de kant van de weg omdat ze op zoek zijn naar doodgereden dieren. Ook het Bankhead gebied, Vermilion Lakes en de Bow Valley Parkway zijn goede plaatsen om ze te signaleren.
De vos tenslotte heeft een scherp getekend gezicht en een bijzonder lange, harige staart. Net als de coyote zijn ze vooral actief tegen de avond en tijdens de nacht.
Herten
Wapiti’s zie je door het hele park verspreid. Het zijn grote, geelbruine herten met witte vlekjes op het achterwerk. Aan deze witte vlekjes danken zij hun naam. Wapiti betekent namelijk letterlijk ‘wit achterwerk’.
De mannetjes hebben enorme geweien die ze in het najaar gebruiken om te vechten met rivalen, maar soms ook om mensen uit de buurt te houden. Ieder jaar worden er in het najaar toeristen aangevallen door mannelijke wapiti’s en in het voorjaar door vrouwelijke wapiti’s die hun pasgeboren jongen beschermen. Wanneer een wapiti begint te stampen, je aanstaart of zijn oren omhoogsteekt, kan je beter maken dat je wegkomt.
Andere herten in Banff zijn de muildierherten en witstaartherten. Deze soorten zijn moeilijk uit elkaar te houden en leven in volledige harmonie met elkaar. Je herkent de muildierherten aan hun grote oren en de witstaartherten aan hun opvallende witte staart.
Tot voor kort zag je nog geregeld elanden in Banff, maar nu zijn ze bijzonder zeldzaam. Alleen langs de Icefields Parkway, de weg naar Jasper National Park, worden ze wel eens gesignaleerd. Bijzonder is nog een kudde kariboes, die in het noordelijke deel van het park, in het Siffleur Watershed gebied, leeft. De kudde is klein en wordt zeer goed beschermd.
Praktisch
Ligging
Banff ligt in het westen van Canada, in het westelijke deel van de provincie Alberta, 128 km ten westen van Calgary, 850 km ten oosten van Vancouver en 401 km ten zuidwesten van Edmonton. De afstand tussen het dorp Banff en Lake Louise bedraagt 55 km en tussen Banff en Jasper 287 km. De Trans Canada Highway 1 loopt dwars door het park en parallel daaraan de veel rustigere Bow Valley Parkway.
Grootte
Banff National park bestrijkt 2.564 km². Dat is ongeveer even groot als Belgisch Limburg.
Klimaat
De Canadese Rocky Mountains kennen een zeer afwisselend klimaat dat bovendien afhankelijk is van de hoogte. In de zomer is het er zeer aangenaam: fijne temperatuur, weinig neerslag en op zonnige dagen blijft het licht tot 23.00 uur, ideaal voor kampeerders.
Ook in de herfst komen er veel warme dagen voor, terwijl de lucht zeer helder en fris is. Het verschil met de zomer is dat de dagen langzamerhand minder lang worden en dat het tegen de avond behoorlijk kan afkoelen.
Vanaf november begint het meestal te sneeuwen, maar sneeuwstormen zijn op ieder moment in het jaar mogelijk, zelfs hartje zomer. In de winter is het gemiddeld -12°C, maar vrijwel ieder jaar in december of januari is er een periode van een week of twee dat de temperaturen plots dalen tot onder de -30°C.
Banff heeft het geluk te kunnen profiteren van de warme Chinookwinden, die er van het ene op het andere moment voor zorgen dat het voorjaar lijkt. In maart begint de lente, maar de sneeuw blijft nog liggen tot in april en hoog in de bergen zelfs tot het midden van de zomer. In mei en juni valt de meeste neerslag, meestal in de vorm van regen, maar soms valt er nog wat sneeuw.
De UV-straling in Banff is overigens het gehele jaar door bijzonder sterk. Dat heeft te maken met de hoogte en de zoninval in het gebied. Mensen verbranden er bijzonder snel. Zorg dus voor een grote fles zonnebrandcrème en een goede zonnebril.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier