Verboden de babyberen mee naar huis te nemen: wat je leert tijdens een bezoek aan Nationaal Park Abruzzo in Italië
Abruzzo is zowat het minst bekende van de vijfentwintig nationale parken van Italië, maar door zijn rijkdom aan biotopen wel een van de meest waardevolle. Wie zijn bezoek goed plant, kan er zeldzame bloemen en beren bewonderen. En het hele jaar door ook kunst.
Sla er een boek of internetpagina over nationale parken op na en gegarandeerd lees je dat het oudste beschermde natuurpark van Italië dat van Gran Paradiso is, nabij Turijn. ‘Maar dat klopt niet’, vertelt mijn gids Martha me. We ontmoeten elkaar in Pescasseroli, een bergdorpje in het hart van Abruzzo (voluit het Nationaal Park Abruzzo, Lazio en Molise), ter hoogte van Rome. Typische chalets en rijhuisjes wisselen elkaar af in gele en grijze tinten rondom een centraal plein met hoge naaldbomen. Het is er rustig, maar niet ingeslapen. De tweeduizend inwoners maken zich op voor de komst van tweedeverblijvers, motards en wandelaars uit Rome en Napels. In de zomer zoeken ze verkoeling, in de winter wat sneeuwpret (om te wandelen, niet om te skiën). Anderen hopen tijdens een vroege wandeltocht door de bossen van het park een Apennijnse wolf of een Marsicaanse bruine beer te kunnen spotten. En dat allemaal in een bijzonder fotogenieke setting. Want wist je dat Abruzzo destijds als decor werd ingezet voor talloze spaghettiwesterns uit de jaren 60 en 70?
Kleine vriendelijke beer
Dat het mogelijk is om beren te zien in en rond Pescasseroli, hoor ik niet alleen van Martha. Ook het ijzerwerk op de gevels, de geverfde sporen op de straatstenen, de winkeletalages tot zelfs de vorm van mijn koekje bij mijn ochtendkoffie willen me dat duidelijk maken. Al zijn het vooral de verschillende waarschuwingsborden in het dorp die indruk maken. Niet dat de lokale exemplaren, die weleens het dorp doorkruisen om van de ene op de andere berg te raken, extreem gevaarlijk zijn. ‘Tot op vandaag werden geen agressiegevallen van Marsicaanse beren tegenover mensen genoteerd’, stelt Martha me gerust. In tegenstelling tot de grotere Europese bruine beer uit de Alpen, die wel durft uit te halen, is hun orso gentile (vriendelijke beer) niet alleen veel kleiner, hij eet ook uitsluitend planten en insecten. De borden verduidelijken vooral hoe zeldzaam en kwetsbaar de dieren zijn. ‘Boven op de zestigtal volwassen beren die in het park leven, werden dit jaar achttien welpen geteld, waarvan het merendeel het waarschijnlijk niet zal overleven’, weet Martha. ‘De populatie is klein, de welpen zijn dan ook vaak het gevolg van inteelt, waardoor ze zwakker zijn. Om die reden laat je ze best met rust, ook al komen ze tam over.’
Ecologische trendsetters
‘De bewoners van Pescasseroli waren honderd jaar geleden al ecologische trendsetters’, gaat Martha verder. Ze ontvangt me in het nogal verouderde bezoekerscentrum van het park, pal in de dorpskern van Pescasseroli, waaruit ook de officiële parkrangers, gidsen en herboristen dagelijks vertrekken op hun rondes. ‘Hier op het dorpsplein, op 9 september 1922, riep Erminio Sipari samen met een paar andere prominenten uit het dorp, de grond uit tot beschermd natuurgebied. Sipari stamde af van een rijke herdersfamilie, raakte geïnspireerd door andere initiatieven zoals in Yellowstone in de VS en Sarek in Zweden en werd een voorloper van de natuurbeschermingsbeweging in Italië. Hij zag het park als de enige manier om de krimpende populaties van gemzen (een soort berggeit die makkelijk te verwarren is met de steenbok, maar wendbaarder en fijner is gebouwd) en Marsicaanse bruine beren te beschermen tegen jagers. Het ontstaan ervan was met andere woorden een echt burgerinitiatief.’ Pas in januari 1923 werd Abruzzo door het Italiaanse koninkrijk erkend, één maand nadat koning Vittorio Emanuele zelf had besloten om Gran Paradiso als nationaal park te beschermen. ‘Tja, wie was dan echt eerst?’ lacht ze.
Gestolen welpen
De volgende dag neemt gids Andrea me mee op wandel door La Camosciara, een relatief toegankelijk stuk van Abruzzo dat je bereikt via een grote open vlakte, omringd door bergen en heuvels. In de volksmond wordt het daarom l’anfiteatro genoemd. Hij vertelt me dat dit gebied geliefd is bij zowel ervaren wandelaars als bij gezinnen omwille van z’n dichte beukenbossen, heldere bergstroompjes en twee schilderachtige watervallen, waar we later ook zullen langslopen, de Cascate delle Ninfe en de Cascate delle Tre Cannelle. Én vanwege de kans om herten, wolven en beren vooral bij zonsop- en zonsondergang te spotten op de bergflanken.
Venusschoentjes zijn adembenemend mooi. Voor sommige wandelaars is het zoeken naar de zeldzame orchidee een soort pelgrimstocht.
Regel één is duidelijk: wijk niet van de paden af. Het park is onderverdeeld in vier zones: woonkernen (er zijn nog meer dorpen in het park waaronder Opi en Barrea), gebieden waar vee veilig kan grazen, toeristische wandelpaden en een laatste zone waar enkel officiële parkrangers en herboristen zich mogen begeven. Regel twee is even helder: kruis je een dier, dan blijf je ervan af. Want als je ze aanraakt, dan dood je ze, las ik op een bord. ‘Klopt. Het gebeurt nog te vaak dat mensen zogezegd achtergelaten hertenkalfjes of berenwelpjes denken te redden’, vertelt Andrea. ‘Dat is niet zo. Ze stelen ze van hun moeder, die verderop eten zoekt of schuilt.’
Spirituele ervaring
Andrea babbelt honderduit over de waardevolle natuur die ons omringt. Want aangezien gemzen voornamelijk in de hogere, onherbergzame regionen van het park leven en de beren in de lagere, kon ook de bijbehorende flora van het vijftigduizend hectare tellende gebied meegenieten van de koninklijke bescherming. En die flora is vandaag met haar tweeduizend aanwezige soorten bijzonder rijk en gevarieerd. Negentig procent van Abruzzo mag dan uit prachtige beuken bestaan – sommige delen behoren tot de oudste van Europa en werden in 2017 door Unesco erkend als werelderfgoed – je vindt er bijvoorbeeld ook zestig verschillende soorten esdoorns en een waaier aan geurende bloemen.
Zo is er de Marsicaanse iris die op open graslanden op een hoogte tussen de 1000 en 1800 meter een paar weken bloeit tussen mei en juni. De rode lelie die op zonnige, droge hellingen groeit en ook talrijke kleurrijke orchideeën waarvan de mooiste en zeldzaamste de Scarpetta di Venere, oftewel het venusschoentje, is. Naar die laatste ga ik met Andrea op zoek, nadat duidelijk wordt dat ik dit jaar voor de iris en lelie in mid-juni net te laat ben. ‘Ze zijn adembenemend mooi’, weet hij. ‘Sommige wandelaars maken er echt een soort pelgrimstocht van, ze zien het als een spirituele ervaring om ze te vinden.’ Die ervaring wordt me helaas niet gegund. Het exemplaar dat we langs een heldere bergstroom vinden na een voormiddag snuffelen aan wilde rozen, goudenregen, vlierbloesem en jeneverbes, lijkt al een dag of twee uitgebloeid. De boosdoener, zo verklaart Andrea, is het uitzonderlijk natte voorjaar waar niet alleen wij, maar ook Noord- en Midden-Italië mee te kampen hadden.
Lees ook: Al wandelend de wereld rond: 6 wonderlijke wandelreizen
Oscarwinnend parfum
Niet helemaal getreurd, want terug in Pescasseroli kan ik dankzij een derde ontmoeting alsnog het parfum van de zeldzame bloemen van Abruzzo opsnuiven. Nabij het centrale plein spot ik een atypisch winkeltje met een groene luifel waarop een gouden beer en de naam Parco1923 prijken. Een lokaal parfum- en verzorgingsmerk opgericht door Ugo Morosi en Paride Vitale. De eerste is opgeleid als acteur en bracht hier zijn zomers als kind door bij zijn grootmoeder, de tweede is een tv-persoonlijkheid die er geboren en getogen is en dit jaar een gids uitbracht over zijn heimat, D’amore e d’Abruzzo. Ze werden een koppel nadat Ugo Paride’s vreemde, maar toch vertrouwde accent herkende op een feestje in Milaan.
Twee jaar lang werkten ze nauw samen met de herboristen van het park en de Italiaanse neus Luca Maffei om, onder andere, het kostbare, zoete parfum van de Marsicaanse iris en het venusschoentje te kunnen vatten in zeepjes, lotions en geurkaarsen. En het heeft geloond. Eind september werden ze nog gelauwerd met drie prijzen van de prestigieuze Academia del Profumo. Zeg maar de Oscars van de parfums in Italië.
Lokale mecenassen
In het dorp lijkt iedereen Ugo te kennen. Samen met zijn vriend is hij dan ook vastbesloten om Pescasseroli en Abruzzo duidelijker op de kaart te zetten. Dat doen ze behalve met geurtjes en de reisgids die tegen eind 2024 in het Engels zou moeten verschijnen, ook met investeringen in andere projecten. Zo is er een boetiekhotel, Villa Parco, dat ‘zeer Wes Anderson’ zal zijn en volgend jaar de deuren zal openen op een heuveltop net buiten het dorp. En Arteparco, een groeiend openluchtkunstenparcours. Sinds 2018 nodigen ze in samenwerking met de gemeenteraad en andere partners jaarlijks een kunstenaar uit om een werk ‘in situ’ te maken in de buurt van de Erminio Sipari-trail, genoemd naar de oprichter van het park.
De volgende dag trekken we samen naar het bewuste parcours. We wandelen glooiende hellingen op, langs gele en witte bloemenvelden, gerestaureerde rifugio’s met loslopende paarden en een magisch beukenbos waar we een ochtend lang zo goed als alleen in ronddwalen. Van doorzichtige schildersezels die je het landschap helpen te framen naar een enorme houten sculptuur van een open hand tot het silhouet van een kind dat zich achter een rots verbergt.
Zo doet het nationaal park het begrip ‘verborgen parel’ nog maar eens eer aan. En dat in alle seizoenen en op elk tijdstip van de dag.
Praktisch
Het Nationaal Park Abruzzo, Lazio en Molise is het hele jaar door gratis te bezoeken. Meer info via parcoabruzzo.it
Pescasseroli is een uitstekende uitvalsbasis om in het nationale park te wandelen. Er zijn verschillende kleine hotels en restaurants. Je bereikt het dorp via een autorit van 2 à 3 uur vanuit Rome. De dorpen Opi en Barrea, dat uitkijkt op het gelijknamige meer in het hart van het park, zijn interessante alternatieven.
Met kinderen op stap? Nabij Civitella Alfedena is er een gecontroleerd reservaat waar je Apennijnse wolven kunt zien. Een met hekken afgesloten stuk vangt ook wolven op die (tijdelijk of langdurig) niet meer in een vrije omgeving kunnen overleven.
Wie nieuwsgierig is naar het parfum van de bloemen uit de Abruzzo kan de Parco1923-verzorgingsproducten ook in ons land vinden, onder meer in de La Casa del Tabaco-boetieks. Meer info, ook over het toekomstige hotel en de reisgids, via parco1923.com
Lees ook: Op stap: 3 lusvormige wandelingen uit de wandelbijbel ‘Groot Wandelboek Vlaanderen’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier