Brede zandstranden, miljoenen vogels en mondaine badplaatsen: ontdek de Duitse eilanden
Amrum in de Waddenzee is met een oppervlakte van zo’n twintig vierkante kilometer niet groot, maar heeft voor zo’n klein eiland een uitgesproken gevarieerd landschap. Ongeveer de helft bestaat uit een uitgestrekt zandstrand – het Kniepsand – waar altijd voldoende plaats is om te zonnen of wandelen.
Behalve het strand vind je er hoge duinen, heidevelden, bossen, kliffen, de hoogste vuurtoren aan de Noordzeekust en preshistorische graven.
Er liggen vijf dorpjes op Amrum: Wittdün auf Amrum, Nebel, Süddorf, Steenodde en Norddorf auf Amrum. Je ziet er veel oude boerderijen met typische rietdaken.
Omdat Amrum zo rijk aan natuur en zo rustig is, komen er veel dieren voor waaronder zeehonden en bruinvissen. In het noorden van het eiland ligt een beschermd natuurgebied van waaruit je bij laag water via de zeebodem naar het buureiland Föhr kan wandelen.
Je kan Amrum enkel met de boot bereiken. Je bent er in ongeveer negentig minuten. Amrum is niet verkeersvrij, maar de meeste toeristen kiezen ervoor de wagen te laten staan om de natuur en dierenwereld niet te verstoren.
Borkum is het meest westelijk gelegen Duitse eiland en maakt deel uit van de Oost-Friese Waddeneilanden. Met een oppervlakte van zo’n dertig vierkante kilometer is het iets groter dan Amrum, maar toch nog een klein eiland. Borkum ligt dichterbij de Nederlandse dan Duitse kust. Zowel vanuit het Nederlandse Eemshaven als vanuit het Duitse Emden kan je er met de boot heenvaren.
Borkum telt maar liefst drie vuurtorens. De oudste werd al in 1576 gebouwd. Daarnaast heeft het 26 kilometer aan stranden, een prachtige promenade langs de kust, oude rietgedekte boerderijen en mooie hotels.
Borkum is, anders dan de buureilanden, voortdurend door water ingesloten. Maar toch kan je er onder leiding van een gids tochten in het Wad ondernemen. De kans is groot dat je dan zeehonden op een zandbank ziet liggen luieren. Zelf kan je heerlijk ontspannen in de typische strandkorben.
Doordat Borkum altijd omgeven is door zeewater, is de lucht er uiterst gezond en arm aan pollen. En de golfstroom zorgt ervoor dat het klimaat er in alle seizoenen mild is: niet te warm in de zomer en niet te koud in de winter.
Weinig plaatsen in Duitsland krijgen zoveel zon als dit Fehmarn, gelegen in de Oostzee tussen Lübeck en Kiel, halverwege richting Denemarken. Fehmarn is het op twee na grootste Duitse eiland en een populaire vakantiebestemming. Naast de stranden, het historische plaatsje Burg auf Fehmarn, de lange fietspaden en de gemakkelijke bereikbaarheid, is het vogelreservaat Wallnau aan de westkant van het eiland en belangrijke troef. Wallnau is het grootste beschermde natuurgebied voor trekvogels in Duitsland.
Via de Fehmarnsundbrücke kan je vanuit het Duitse vasteland gemakkelijk naar Fehmarn rijden. In Puttgarden op Fehmarn kan je de boot nemen naar Denemarken.
Voor de kust van Fehmarn kan je alle mogelijke watersporten beoefenen: zeilen, suppen, surfen, kitesurfen, duiken…. Ook op het eiland zijn sportievelingen op hun plaats. Je kan er lange fietstochten maken, wandelen, beachvolleyball spelen, golfen, paardrijden, tennissen, voetballen en geocaching.
Op Fehmarn liggen vijf vuurtorens, kan je vijf musea en zeven kerken bezoeken en even stilstaan bij het Jimi Hendrix gedenkteken. In september 1970 vond op Fehmarn het Love-and-Peace-Festival plaats. Het werd het laatste optreden van Jimi Hendrix.
Frauenchiemsee is een van de drie eilandjes in de Chiemsee in Beieren. Op het Frauenchiemsee ligt een klooster van benedictinessen en op het Herrenchiemsee stond een klooster van de benedictijnen dat later van de augustijnen werd.
Frauenchiemsee is maar een piepklein eilandje van zo’n twaalf hectare. In twintig minuten kan je er helemaal omheen wandelen. Maar het klooster op het eiland heeft een hele lange geschiedenis. Het wordt al voor het eerst vermeld in 772. Tegenwoordig kan je de kerk en de toren bezoeken, maar niet het klooster zelf want daar wonen de benedictinessen.
De Chiemsee ligt op een prachtige locatie in het zuiden van Duitsland met op de achtergrond de Alpen. Behalve Frauenchiemsee ligt er nog het Herreninsel (of Herrenchiemsee) waarop Koning Ludwig II een paleis liet bouwen dat een soort tweede Versailles moest worden. Het paleis is nooit helemaal voltooid. Een groot deel van dat paleis is geopend voor bezoekers.
Het derde eilandje in de Chiemsee, Krautinsel, is onbewoond. Officieel is er zelfs nog een vierde eilandje, maar dat is zo klein dat er alleen plaats genoeg is voor één wilg. Maar het heeft wel een naam: Schalch.
Föhr wordt wel de ‘Friesische Karibik’ genoemd. Het eiland in de Waddenzee dankt die bijnaam aan het eindeloze witte zandstrand. Alleen de palmbomen ontbreken om je echt het gevoel van de Caraïben te geven.
Dankzij de lage ligging is Föhr een heel groen eiland met een overvloedige vegetatie. Natuurliefhebbers komen er dan ook aan hun trekken. Met een beetje geluk zie je aan de rustige westkust zeehonden liggen en bij eb kan je gaan speuren naar de ‘Small Five van de Waddenzee’: de zeepier, kokkel, strandkrab, wadslakje en de gewone garnaal.
Op Föhr liggen negentien dorpjes met rietgedekte boerderijen en vrolijke bloemenperken. De keuze aan knusse vakantiewoningen is er groot.
Vanuit Dagebüll op het Duitse vasteland varen er boten naar Föhr. Je kan de auto daar het beste laten staan. Je kan de wagen ook meenemen, maar je zal hem niet nodig hebben. Je kan het eiland veel beter te voet of op de fiets verkennen. Erg leuk om te doen is om bij eb via de drooggevallen bodem van de Waddenzee naar Amrum te wandelen.
Het nog geen twee vierkante kilometer grote Helgoland ligt in de Noordzee op zeventig kilometer van de kust. Wanneer je er met de boot heenvaart zie je het eiland al van ver opdoemen dankzij de hoog boven de zee uitstekende rode kliffen. De bijna vijftig meter hoge Lange Anna is de bekendste bezienswaardigheid op het eiland. Helgoland bestaat eigenlijk uit twee eilandjes: het Haupteiland en Düne. De twee werden van elkaar gescheiden tijdens een zware storm in 1720.
Omdat je op Helgoland belastingvrij kan winkelen, trekken er redelijk wat dagjestoeristen heen die hier hun slag willen slaan. Je kan er overigens uitsluitend terecht voor alcohol, chocolade en tabak.
Maar de belangrijkste reden om naar Helgoland te trekken zijn de rode rotsformaties, de zeeehonden met hun pups en de enorme aantallen trekvogels. Helogland behoort met meer dan vierhonderd verschillende soorten tot de vogelrijkste gebieden in Europa.
Ondanks de afgelegen ligging, kent Helgoland een rijke geschiedenis. Tot 1807 behoorde het tot Denemarken, maar na de Napoleontische oorlogen kwam het in Britse handen. De Britten ruilden Helgoland in 1890 met de Duitsers voor het Tanzaniaanse eiland Zanzibar. In de beide wereldoorlogen gebruikten de Duitsers het eiland, om de strategische ligging, als belangrijke marinebasis. Helgoland kreeg het daardoor tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar te verduren. De sporen daarvan zijn tegenwoordig nog zichtbaar.
Hiddensee ligt in de Oostzee ten westen van Rügen, maar het is een stuk kleiner dan zijn bekendere buureiland. Het eiland is heerlijk rustig omdat het vrijwel autovrij is. Je verplaatst je er te voet, op de fiets, met de bus of in een paardenkar.
Er liggen vier dorpjes op Hiddensee: Grieben, Kloster, Vitte en Neuendorf. Alhoewel het eiland nog geen twintig vierkante kilometer groot is en er maar dertienhonderd mensen wonen, worden er toch twee dialecten gesproken.
Hiddensee ligt in het Nationaal Park Vorpommersche Boddenlandschaft, een belangrijk broedgebied voor vogels. Hiddensee heeft een mooi en gevarieerd landschap: heidegebieden, weilanden, rotspartijen, duinen, kwelders, bossen en vooral prachtige stranden. Bovendien zorgt de duindoorn met zijn oranje besjes, die veel voorkomt op Hiddensee, voor een heuse kleurenpracht.
De weg naar die stranden wisten beroemde kunstenaars als Bertold Brecht, Sigmund Freud, Thomas Mann en zijn gezin en Albert Einstein ook al te vinden.
Juist, gelegen in de Waddenzee, is slechts vijfhonderd meter breed, maar wel zeventien kilometer lang. Het heeft een uitgestrekt zandstrand van zo’n twintig kilometer. Zelfs op dit smalle strookje land, ligt nog een meer: de Hammersee. Ook Juist is volledig autovrij.
Op Juist liggen twee dorpjes: Juist en Loog. In 2008 werd in Juist een uitkijktoren in de vorm van een zeilschip gebouwd. Het ligt aan het einde van een pier en biedt een schitterend uitzicht over het eiland en de Waddenzee.
Door de vrijwel altijd waaiende wind, groeien er weinig bomen op Juist. Wel is er een klein bosje, het Wäldchen, waar zelfs herten voorkomen. Er loopt een mooi wandelpad doorheen. Juist maakt deel uit van het Nationalparks Niedersächsisches Wattenmeer. Meer dan twee miljoen trekvogels passeren hier ieder jaar. Vogelliefhebbers kunnen vanuit Juist een boottocht maken naar het vlakbij gelegen, nog kleinere eilandje Memmert. Op bepaalde dagen in het jaar mogen kleine groepjes dit vogelbroedgebied bezoeken. De overige dagen is het verboden terrein.
Juist staat ook bekend om de gezonde lucht en de vele wellnessmogelijkheden. Het is zelfs een door de overheid erkend Kurort. Maar ook zonder behandeling is een verblijf op Juist gezond. Een wandeling door de zuivere, stofvrije lucht doet op zich al wonderen.
Net als Juist is ook Langeoog autovrij, lang (veertien kilometer) en smal (anderhalve kilometer) en maakt het deel uit van het Nationalpark Niedersächsisches Wattenmeer. Ook hier moet je dus wandelen, fietsen, paardrijden of het kleurrijke toeristische treintje nemen.
Langeoog heeft een prachtig duinenlandschap met duinen tot twintig meter hoog. Een opvallend bouwwerk is de watertoren. Deze werd aan het begin van de twintigste eeuw gebouwd omdat door de komst van toeristen de watervoorziening op het eiland niet meer toereikend was. Nu kan je de toren bezoeken en vanaf de top uitkijken over de zee en de nabijgelegen eilanden Norderney en Wangerooge.
Vanuit Langeoog kan je een boottocht maken langs de zandbanken waar zeehonden liggen. Je hebt de keuze uit twee verschillende routes. Zo’n tochtje duurt ongeveer 2,5 uur. Het is vooral leuk in de zomer omdat de zeehonden dan naar de stranden trekken om jongen te baren.
Op Langeoog ligt maar één dorpje en dat wordt via een oud spoorlijntje verbonden met de haven. Deze haven is behoorlijk groot voor zo’n klein eiland en dat heeft te maken met de rol als militaire basis tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op verschillende plaatsen op het eiland zie je de sporen van die tijd nog. De Duitse zangeres Lale Andersen, die in die jaren bekend werd met de oorspronkelijke vertolking van Lili Marleen, ligt op het eiland begraven. Er staat ook een monument ter ere van de zangeres.
Het kleine eilandje Mainau ligt in de Bodensee en staat bekend als het bloemeneiland. De bloemenperken zijn zo aangelegd dat ze zowel in de lente, zomer als herfst een kleurrijk geheel vormen. Dat is te danken aan groothertog Frederik I van Baden die er vanaf halverwege de negentiende eeuw een arboretum met tropische bomen en planten liet aanleggen.
Op Mainau staat een barok paleis uit 1746, een barokke kerk, verschillende serres, een palmenkas en een vlinderhuis.
Dankzij het milde klimaat kunnen tropische bomen als palmbomen, sinaasappelbomen en citroenbomen er toch overleven. De tuinen worden perfect onderhouden en kregen in 2007 nog eens extra cachet met kunstwerken van Stefan Szczesny.
Mainau is op verschillende manieren te bereiken vanuit het Duitse stadje Konstanz: te voet, met de fiets, wagen, trein en boot. Je moet een toegangskaartje kopen om het eiland te bezoeken. Het is het hele jaar door van zonsopgang tot zonsondergang toegankelijk.
Norderney krijgt van alle eilanden in de Noordzee de meeste toeristen op bezoek: meer dan drie miljoen per jaar. Het behoort tot de Oost-Friese Waddeneilanden, ligt tussen Juist en Baltrum en is bijna dertig vierkante kilometer groot. Autoverkeer is toegestaan op het eiland, maar wordt zoveel mogelijk ontmoedigd.
Norderney was het eerste Duitse eiland aan de Noordzeekust dat een zeebad kreeg. Al sinds 1797 trekken toeristen naar Norderney om te genieten van de lange stranden waarop ‘strandkorben’ staan om fijn in te luieren. Norderney heeft in de loop van de tijd al heel wat beroemdheden op bezoek gehad. Zo liet koning Georg de Vijfde van Hannover er een kasteel bouwen (tegenwoordig het Kurhaus) en brachten Bismarck, Robert en Clara Schumann, de schrijver Theodor Fontane, de dichter Heinrich Heine, staatsman en schrijver Walter Rathenau en schrijver Franz Kafka er tijd door.
Op Norderney ligt maar één stadje: Norderney. Het is een mondaine badplaats met volop boetiekjes, terrasjes, hotels en restaurants. Zandstranden zijn er op het eiland in overvloed. En ook al wordt Norderney drukbezocht door toeristen, echt druk voelt het er nooit aan.
Net als de andere Waddeneilanden, is ook Norderney rijk aan natuurlijk schoon met een gevarieerde plantenwereld en veel vogels. Bekend is de grote kwelder op de noordpunt van het eiland waar veel tureluurs broeden.
Net als Insel Mainau, ligt ook Reichenau in de Bodensee. In 724 stichtte de heilige Pirmin een benedictijner klooster op Reichenau. Mede daarom staat Rathenau sinds 2000 op de lijst van werelderfgoederen van Unesco.
Het klooster stond in de tiende en elfde eeuw bekend om zijn schrijfatelier en om de Karolingische miniatuurkunst. Ook wat betreft de tuin speelde het klooster een voorbeeldrol.
Het klooster is tegenwoordig niet meer in gebruik als klooster, maar kan wel bezocht worden. Dat geldt ook voor drie Romaanse kerken in de drie dorpjes die op het eiland liggen. Wandel er zeker ook naar binnen want daar zijn prachtige muurschilderingen te zien.
Reichenau heeft een oppervlakte van iets meer dan vier vierkante kilometer. Je kan er met je eigen wagen of met de bus heenrijden via een in opdracht van Napoleon III aangelegde weg. Maar je kan er ook met een boot komen.
Rügen is met een oppervlakte van 926 vierkante kilometer het grootste Duitse eiland. Al tweehonderd jaar weten toeristen de weg naar Rügen te vinden. Dat heeft vooral te maken met de prachtige witte krijtrotsen die een sterk contrast vormen met de eeuwenoude beukenbossen in het binnenland. Dit deel van het eiland wordt beschermd in het Jasmund Nationalpark dat sinds 2011 op de lijst van Unesco werelderfgoederen staat.
Behalve om de natuur en de lange stranden staat Rügen ook bekend om de vijf mondaine kustplaatsen Binz, Sellin, Baabe, Göhren en Thiessow. De statige Jugendstil hotels en villa’s, de lange pieren boven de zee en de romantische strandstoelen doen de tijden van vroeger herleven.
Maar ook de minder nostalgische toeristen kunnen terecht op Rügen. Voor hen zijn er moderne hotels en vakantieparken. Rügen is via een brug met het vasteland verbonden, maar je kan er ook met de boot heenvaren.
Een grote troef van Rügen is het fijne klimaat. Rügen is een van de Duitse plaatsen met de meeste zonuren per dag. In de zomer kan je er gemiddeld zes tot zeven uur per dag van het zonnetje genieten.
Sylt in de Waddenzee wordt vaak vergeleken met mondaine badplaatsen als Saint Tropez en dankt daaraan de bijnaam ‘Côte d’Azur van Duitsland’. Op Sylt vind je dan ook sterrenrestaurants, chique strandbars en veel dure wagens.
Maar Sylt is veel meer dan een dure badplaats en niet enkel voorbehouden aan rijke vakantiegangers. Met een oppervlakte van zo’n honderd vierkante kilometer behoort dit eiland in het noorden van de Waddenzee tot de grootste Duitse eilanden. Het heeft veertig kilometer aan witte stranden en er is altijd wel een rustig plekje te vinden. En je kan er lange wandelingen door het mooie duinenlandschap maken.
Aan overnachtingsmogelijkheden geen gebrek op Sylt. Het eiland telt twaalf dorpen, bijna zestigduizend bedden voor toeristen en zo’n twaalfduizend ‘strandkorben’.
Sylt heeft een merkwaardige vorm die ook nog voortdurend verandert. De smalle stroken in het noorden en zuiden zijn onvruchtbare zandgebieden. Het middenstuk is vruchtbaarder en veel breder.
Usedom ligt in de Oostzee en behoort gedeeltelijk tot Polen. Het is met een oppervlakte van 373 vierkante kilometer na Rügen het grootste Duitse eiland. Toerisme is de belangrijkste bron van inkomsten op Usedom.
Usedom heeft toeristen veel te bieden. Het behoort tot de plaatsen met de meeste zonuren in Duitsland, aantrekkelijke badplaatsen waar nog de romantisch sfeer van de negentiende eeuw hangt, mooie stranden, een prachtig bos dat afloopt naar de kust en waar zeearenden leven, lieflijke dorpjes en verschillende zoetwatermeren.
Usedom heeft veertig kilometer aan zandstranden, meer dan honderd kilometer aan fietspaden en zo’n vierhonderd kilometer aan wandelpaden.
Op Usedom worden met de regelmaat van de klok culturele evenementen georganiseerd. Zo zijn er klassieke muziekconcerten aan zee, zijn er de ‘Usedomer Literaturtage’, een ‘Usedomer Musikfestival’, een kleinkunstfestival en nog veel meer feestelijks.
Wangerooge behoort tot de Oost-Friese Waddeneilanden en is maar zo’n vijf vierkante kilometer groot. Net als de meeste andere Waddeneilanden is Wangerooge verkeersvrij, maar er rijdt wel een trein op het eiland en je kan er zelfs naartoe vliegen. Maar de meeste bezoekers arriveren per veerboot.
Op Wangerooge staan drie opvallende vuurtorens die alledrie uit een ander tijdperk stammen. In de Westturm is tegenwoordig een jeugdherberg gevestigd.
Op Wangerooge gaat de tijd eventjes langzamer. Wanneer je in de haven aankomt word je door een bordje met de tekst ‘Gott schuf die Zeit, von Eile hat er nichts gesagt’ begroet. Dat betekent: ‘God schiep de tijd, maar over haast heeft hij niets gezegd’. Geniet er van het strand, de duinen en de gezonde lucht.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog vond er een groot drama plaats op Wangerooge: de Geallieerden voerden er een grootscheeps bombardement uit omdat de Duitsers er verdedigingsmiddelen hadden opgeworpen. Er vielen meer dan driehonderd slachtoffers waaronder ook een groep dwangarbeiders afkomstig uit Nederland, Belgie en een aantal andere landen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier