Geschiedenis

Algemeen wordt aangenomen dat de eerste nederzetting van de stad gelegen was bij een haven. Pas in 43 voor Christus, toen de Romeinen dit gebied veroverden, ontstond Londen. De Romeinse bezetting duurde tot 410. In Londen zijn er nog overblijfselen uit die periode, zoals delen van de stadswallen en het bronzen beeld van Hadrianus.

In 410 kwam er een einde aan de Romeinse heerschappij. Het Romeinse leger trok zich terug en Londen was weer vrij. Dit bleek van korte duur. In 499 vielen Germaanse stammen (waaronder de Angelen) het eiland binnen en gaven het de naam Engeland. De Germaanse heerschappij duurde vijf eeuwen.

In 1066 won de Normandische hertog Willem de Veroveraar de slag bij Hastings van de Engelse koning Harold II en veroverde zo het eiland. Hij spaarde Londen de stadsbewoners hem de troon aanboden. Zij behielden hun rechten en de stad werd een vooraanstaand commercieel centrum.

In 1087 woedde er een heftige brand in de Londense binnenstad: St. Paul’s Cathedral en vele huizen werden vernietigd. In de daarop volgende eeuwen zou Londen nog dikwijls geteisterd worden door branden en epidemieën.

In de periode van de Tudors veranderde de architectuur in Londen grondig, vooral onder Henry VII en VIII. Er kwamen paleizen bij de vleet, kerken en kloosters werden verwoesten in de interne godsdienstoorlog en een deel van de protestantse elite vloog de brandstapel op of verloor letterlijk het hoofd..

Pas onder Elizabeth I in de tweede helft van de zestiende eeuw, kwam er weer rust in Londen. Onder haar bewind bloeide het theater. Haar opvolger James VI, lijfde Schotland in waardoor heel wat Schotten in de hoofdstad Londen kwamen wonen.

In 1655 brak een grote pestepidemie uit in Londen waardoor de hogere klassen de stad verlieten. Er vielen tienduizenden doden. In 1666 ging een groot stuk van de stad in vlammen op. De brand was ontstaan in een bakkerij en verspreidde zich razendsnel door de strakke wind.

In de tweede helft van de achttiende eeuw werden de stadsmuren gesloopt want het grondgebied werd te klein voor de steeds groeiende bevolking (bijna 1 miljoen). Begin negentiende eeuw waren de levensomstandigheden in Londen erbarmelijk. Getuige hiervan Charles Dickens en zijn roman Oliver Twist.

In 1805 won admiraal Nelson de slag bij Trafalgar; Engeland kreeg de overmacht op zee en Londen monumentale gebouwen om de macht van het Engelse Rijk aan iedereen duidelijk te maken. Zo bijvoorbeeld Buckinghamhouse dat later omgebouwd werd tot een paleis.

Vanaf het begin van de industriële revolutie speelde Londen een belangrijke rol. De groeide en midden negentiende eeuw werd de eerste metrolijn in gebruik genomen.

Tijdens Wereldoorlog I werd Londen gebombardeerd door Duitse Zeppelins, die echter niet heel effectief bleven zodat de schade beperkt was. Tijdens Wereldoorlog II daarentegen werd Londen bestookt met V2-raketten die echte ravages aanrichtten.

Vandaag is Londen en bruisende metropool met een grote culturele uitstraling.