Budgettrip naar Londen
Vreemde munten, het is altijd even wennen, maar toch was dát niet de reden waarom we elke penny omdraaiden. Een weekend met een minibudget door Londen, een van de duurste steden ter wereld.
“Links zien jullie de Millennium Bridge. Ze verbindt St. Paul’s Cathedral met de Tate Modern, die aan de overkant van de Thames ligt. Nu rijden we door Strand Street en recht voor ons is Trafalgar Square met Lord Nelson. Die kan van op zijn pilaar tot aan de zee kijken. Rechts is ook de National Gallery. Wat verder die kant op ligt Leicester Square.”
We zitten vooraan in een rode Londense dubbeldekbus op lijn nummer 15. Op deze lijn en op lijn 9 wordt af en toe zelfs nog eens een Heritage Routemaster-bus ingezet, hét symbool voor het openbaar vervoer in de stad. “En hier is Picadilly Circus.”
We stappen over naar bus 14, die langs Hyde Park en Harrods naar het Victoria & Albert Museum en The National History Museum rijdt. Die stadsbezichtigingstoer heeft ons exact 1,6 pond per persoon gekost, de prijs van een ritje op bus of underground.
Londen mag dan een dure reputatie hebben, voor flink wat toeristische attracties zijn er goedkopere of zelfs gratis alternatieven te bedenken. Sommige bezienswaardigheden zijn altijd gratis: een hoop indrukwekkende musea, bijvoorbeeld. Of oefenconcerten van muziek- en acteeropleidingen. Of BBC-shows.
Een tijdelijk voordeel voor Europese toeristen naar Groot-Brittannië is een gunstige wisselkoers. Het Britse pond is immers door de crisis in waarde gedaald. De Londenaars zelf kunnen er niet mee van profiteren: voor hen is het leven nog steeds duur.
Iedereen de fiets op
De stad bezoeken per bus of via de underground is niet duur en bovendien vrij gemakkelijk. Maar even goedkoop en meestal zelfs sneller, alleen iets intensiever, is wandelen of fietsen.
Het Thameswandelpad brengt je steeds zo dicht mogelijk bij de rivier die de stad in tweeën verdeelt, in the Northbank en de Southbank. Het pad is eenvoudig te volgen met wegwijzers. Bovendien zijn de belangrijkste bezienswaardigheden niet ver van het water: op de Southbank het gigantische rad The London Eye, Tate Modern en The Royal Festival Hall.
Bij laagtij komt er zelfs een klein strand tevoorschijn aan Gabriel’s Wharf. Op de Northbank liggen op wandelafstand van de rivier onder andere Buckingham Palace, St Paul’s Cathedral en Trafalgar Square.
Toegegeven, het klinkt wat griezelig: op twee wielen een drukke stad verkennen waar je de weg niet kent en waar dan ook nog eens links gereden wordt. Maar het valt mee. Enerzijds is dat te danken aan de congestion charges: elke wagen die op een weekdag tussen zeven uur ’s ochtends en zes uur ’s avonds het centrum van Londen binnenrijdt, betaalt acht pond.
Nu rijden er per dag zo’n 100.000 wagens minder in het centrum. En is er dus meer plaats voor andere voertuigen. Bovendien wordt het gebruik van de fiets gepromoot. Niet zozeer voor toeristen, maar vooral voor Londenaars zelf.
We volgen op de gratis fietskaarten de wegen die door fietsers aangeraden worden. We rijden over de London Bridge, hebben ruimte genoeg op de fietspaden die tegelijk ook busstroken zijn op drukke boulevards, we nemen rotondes in de juiste richting en belanden in smalle straten waar amper een wagen passeert. Helemaal rustig fietsen is het in de uitgestrekte parken. In een stad waar een eigen tuin zeldzaam is, is dat immers de ideale zomerse weekendplek.
In Hyde Park nemen wielertoeristen, skateboarders en inline-skaters de geasfalteerde banen in. Er wordt geroeid op The Serpentine, gelezen in strandstoelen of op bankjes, met de hond gewandeld, gehonkbald of gefrisbeed. Op Nannies Lawn vieren enkele tieners een verjaardagsfeest met een paar spelletjes honkbal en een picknick.
Alternatief in het oosten
Met de fiets geraak je op plekken die met het openbaar vervoer minder evident zijn. Zoals het oosten van de stad. Buurten als Hackney, Shoreditch en Hoxton zijn pas tien tot twintig jaar geleden beginnen opleven. Het waren ontwerpers en kunstenaars die eerst naar het toen relatief goedkope gebied kwamen, op zoek naar betaalbare studio’s en atelierruimtes.
Nu vind je er belangrijke kunstgaleries zoals de White Cube, Whitechapel en Wilkinson. Op zaterdagmiddag ontmoeten hippe creatievelingen en rocksteadyfiguren elkaar op de Broadway Market. Er treden jonge straatbandjes op en marktkramers verkopen ofwel organisch, biologisch en lokaal voedsel ofwel bijzonder exotische delicatessen.
Maar ook boeken, platen en cd’s, zeep en decoratie. Op zondagvoormiddag vind je een even trendy publiek terug op de Columbia Road Market wat verderop: die straat met arbeidershuisjes dicht bij Old Street wordt dan een levendige, luidruchtige bloemenmarkt. Hoe later op de dag, hoe lager de prijzen van de exotische potplanten, kleurrijke boeketten of kleine potplantjes.
Ga je weer terug richting centrum, dan worden ook de restaurants, winkels en hotels duurder. En de architectuur statiger. In Chelsea en Knightsbridge, maar ook in Kensington of Notting Hill liggen woonstraten met grote grandeur. Het is er verbazend relax fietsen.
Na even zoeken vinden we zelfs bij de bekende winkel Harrods een fietsenrek. Een portier met groen kostuum en pet houdt – “Good afternoon, miss !” – de deur open voor elke bezoeker. Zelfs als die niets komt kopen. “Good afternoon to you too, sir !”
Bron: Weekend Knack
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier