Ischia
Op het eerste gezicht heeft Ischia misschien niet de dramatische aantrekkingskracht van het nabije Capri, maar wie het eiland beter leert kennen vraagt zich af of keizer Augustus wel goed bij zijn hoofd was toen hij – in ruil voor Capri – Ischia overgaf aan de Napolitanen. Ischia mag dan maar 47 vierkante kilometer groot zijn, er is ontzettend veel te zien.
In de Romeinse tijd was Ischia een vermaard kuuroord voor keizers en rijke patriciërs. Geen kwaal die niet door de thermale bronnen verzacht wordt, zoals ook blijkt uit een boek van de zestiende-eeuwse dokter Lasolino.
De kuurtraditie kende haar eerste hoogtepunt in de achttiende en de negentiende eeuw toen de grand tours door Europa in zwang raakten. Zowel Goethe als Proust zochten er soelaas voor hun teer gestel, Ibsen schreef er zijn Peer Gynt en Garibaldi herstelde er in 1864 van zijn oorlogswonden.
Thermale tuinen
Ook nu nog is er in Ischia Porto een Terme militare, bewaakt door twee imposante gouden leeuwen aan de poort van de voormalige Villa Reale. En verder zijn er thermale tuinen zoals het stijlvolle Negombo en heeft zowat elk hotel van enige betekenis zijn eigen therme, waar de meest diverse vormen van massage, balneo- en inhalatietherapie verstrekt worden.
Zo ook het Grand Hotel Terme Il Moresco, een Moorse toren afgeschermd van de rest van de wereld door een schitterende tuin vol bananenpalmen en parasoldennen. Aardig gelegen ook, Il Moresco, op wandelafstand van zowel Ischia Porto als Ischia Ponte.
Het eerste een levendige toeristenhaven met vooral op de rechterkaai een sliert visrestaurants en bars waar het Bier vom Fass-gehalte nog draaglijk is. In de flaneerstraat, die eerst Via Roma en daarna Corso Vittoria Colonna heet, zijn Gucci, Versace, Armani en co goed vertegenwoordigd. Daarnaast nogal wat winkels met antieke juwelen en verleidelijke kasjmieren truien van een lokaal merk. En terrassen om ijs te lepelen en naar de passanten te kijken.
Liefdesnest van Michelangelo
Ischia Ponte is een heel ander verhaal. Het ligt in de schaduw van het Castello Aragonese, een imposante, wat broeierige burcht op een rots vlak voor de kust die nu via een brug met het vasteland verbonden is. De rots was al bewoond in de vijfde eeuw voor Christus, toen de tiran Hiero van Syracuse hem kreeg als beloning voor zijn overwinning op de Etrusken en er wachttorens installeerde om er alle bewegingen in de Golf van Napels te observeren.
De huidige burcht werd in 1438 gebouwd door Alfonso van Aragon en Michelangelo zou er een liaison gehad hebben met een adellijke maîtresse. Mis vooral de crypte onder de Cattedrale dell’ Assunta niet, met de fresco’s van de school van Giotto. De kerk zelf is trouwens ook aardig.
En verder lijkt het alsof de tijd in Ischia Ponte ergens in de jaren vijftig is blijven stilstaan. Gevels in fletse pastelkleuren, pokdalig van ouderdom en behangen met wasgoed.
Il fungo staat in Lacco Ameno. Het nostalgische en nog vrij authentieke kuuroord kende zijn grootste bloei dankzij krantenmagnaat Angelo Rizzoli, een soort Italiaanse Randolph Hearst die hier in de jaren vijftig een aantal kuurhotels opende met namen als Regina Isabella en Villa Svizzera.
In de elegante Villa Arbusto, naast archeologisch museum ook cultureel centrum, tonen oude foto’s Rizzoli, met buik en sigaar, en al het schoon volk dat hij naar Lacco Ameno lokte: Sofia en Gina, Maria Callas, Helena Rubinstein, een piepjonge Alain Delon en Catherine Deneuve.
La Mortella betekent mirte en het is de naam van misschien wel de mooiste tuin die je ooit gezien hebt. Een componistentuin waarin de klanken even belangrijk zijn als de kleuren en geuren: het ruist, ritselt en klatert tussen de rotspartijen, watervallen, zeldzame boomvarens, bromelia’s en Victoria Amazonica’s, en van het geheel gaat een melancholische en tegelijk troostende betovering uit.
Bron: Weekend Knack
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier