Geschiedenis

Zoals de Noorse traditie het wil liet de Viking Ingólfur Arnarson, die vanwege een conflict met de Noorse koning in IJsland ging wonen, de goden beslissen waar hij zijn boerderij zou neerzetten. Net voor de kust wierp hij zijn twee troonpalen overboord, zwerend dat hij zich op de exacte plek waar ze aanspoelden zou vestigen.

Groot was zijn ontgoocheling echter toen hij ontdekte dat de palen op een verlaten, met stoomwolken bedekte en op het eerste zicht onvruchtbare plek beland waren. Arnarson noemde het gebied in de Faxabaai, op de zuidwestelijke kust, ‘Reykjavik’ of ‘Rokerige Baai’ en bouwde er zijn boerderij in 874 op de hoek van Kirkjustræti en Aðalstræti, in het centrum van de stad. Reykjavik is daarmee de oudste stad van IJsland.

Deze legende is overbekend in IJsland en wordt uitgebeeld in het wapen van de hoofdstad. Het standbeeld van de ontdekker Ingólfur Arnarson (door Einar Jónsson) is te zien in het centrum van de stad op de Arnarhóll.

Door interne strubbelingen verzwakt de macht van IJsland en wordt het land ingelijfd door Noorwegen. IJsland blijft echter een zekere graad van autonomie behouden. In 1387 worden Noorwegen en IJsland verenigd met Denemarken.

Van de 15e tot de 18e eeuw hebben de IJslanders het echter niet makkelijk. Ze worden economisch geëxploiteerd en hebben te kampen met natuurlijke catastrofes die bijna de gehele IJslandse bevolking uitroeien. Tegen het einde van de 18e eeuw leefden er nog maar 40.000 mensen op het eiland.

De gemeenschap in Reykjavik bestond in die tijd uit slechts een handvol boerderijtjes die leefden van de jacht en de landbouw. Maar toen Reykjavik in 1786 handelsrechten kreeg, groeide de bevolking in een ijltempo aan.

In 1843 werd de Althing (het IJslandse parlement dat al sinds 930 actief was) opnieuw ingesteld. De stad werd vervolgens de zetel van de regering, het hooggerechtshof, de president, de bisschop, de Latijnse school en de theologische school. De universiteit van IJsland werd in 1911 in Reykjavík dat uiteindelijk in 1918 de hoofdstad van IJsland werd.

Het ‘Althing’ is dus het oudste nog opererende parlement van Europa. In 930 kwam het parlement samen in openlucht om te vergaderen en te beslissen over de wetgeving. Op de rotspunt Lögberg, oftewel de berg van de rechtspraak, zat de voorzitter van het Althing die de vergadering in goede banen leidde. De Lögrétta, het wetgevende deel van de bijeenkomst, bestond uit de 39 belangrijkste leiders, 9 andere leden en de voorzitter. De Lögrétta loste conflicten op en nam nieuwe wetten aan.

Op het einde van de tweede WO werd IJsland onafhankelijk van Denemarken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content