Wat moet je zien in de stad Luxemburg?
De gelijknamige hoofdstad van het Groothertogdom Luxemburg is een erg propere, rijk uitziende stad. De stad ligt in een ravijn en op de twee aansluitende flanken. Op de ene helling ligt de oude stad, op de andere de moderne. Het oude centrum is op een mooie manier aangevuld met de modern uitziende gebouwen en musea. In 1994 zijn het oude centrum, de zogenaamde opgravingen in de ‘Lucilinburhuc’ op de Bockrots, en de stadswallen opgenomen op de Werelderfgoedlijst. Over de oude muren loopt de Chemin de Corniche, die een prachtig uitzicht over de stad biedt.
Ook de Casemates du Bock, of kazematten, staan op die lijst. De eerste onderaardse gangen kwamen er in 1644 tijdens de Spaanse overheersing. Oorspronkelijk werden ze gebruikt als verdedigingsmiddel, tijdens de Tweede Wereldoorlog deden ze dienst als schuilplaats. Nu vormen ze één van de grootste toeristische trekpleisters van de stad.
Maar de oude stad heeft ook nog heel wat andere bezienswaardigheden. Zo heb je het Groothertogelijk Paleis uit 1572. In de zomer is het paleis open voor het publiek, maar ook de rest van het jaar is de residentie een bezoekje waard. Al is het maar voor de wisseling van de wacht. Of voor de prachtige Renaissancegevel met de sierlijke bas-reliëfs. Rechts van het paleis vind je het Huis van Afgevaardigden uit 1859.
Het stadhuis van Luxemburg stamt dan weer uit de neogotische stijlperiode. Het gebouw, van de hand van de Luikse architect Justin Remont, werd opgetrokken in 1828 op de voormalige ruïnes van een Franciscanenklooster. Napoleon had het in 1804 cadeau gedaan aan de Luxemburgse bevolking. Voor de hoofdingang staan twee leeuwen van de hand van dierenbeeldhouwer Auguste Trémont. Voor het stadhuis staat het ruiterstandbeeld van Willem II van Oranje-Nassau, die van 1840 tot 1849 over het Groothertogdom regeerde. Voor een exacte replica van het beeld kan je naar Den Haag.
Gezellige pleintjes
Ook telt de stad enkele religieus getinte architecturale pareltjes. Zo is er de Onze-Lieve-Vrouw-kathedraal van Luxemburg uit het begin van de 17e eeuw, een eenvoudiger versie van de Notre Dame in Parijs. Rond 1935 kreeg de laatgotische kathedraal een uitbreiding. Vooral de crypte met de graven van de familie van het groothertogdom en het grafmonument van Jan de Blinde trekken veel kijklustigen. Ook de St-Michielskerk stamt uit de 17e eeuw. Ander religieus erfgoed vind je in de Neumünsterabdij. Al is die voormalige Benedictijnerabdij eind negentiende eeuw omgebouwd tot een militair ziekenhuis en daarna tot een mannengevangenis. Momenteel is het een cultureel centrum en een winkel met culturele inhoud.
Daarnaast telt de stad enkele gezellige pleinen. Zo is er Place d’Armes, dat in de voetgangerszone ligt. Op de talrijke terrasjes onder de bomen genieten zowel lokale inwoners als toeristen van een drankje en een hapje. Ook het toeristische infocentrum vind je er en twee keer in de maand is het er rommelmarkt. Daarnaast is er de Vismarkt met zijn prachtige huizen.
De moderne stad
De Pont d’Adolphe brengt je over het ravijn van de oude naar de moderne stad. De brug is 95 meter lang en gebouwd in het begin van de twintigste eeuw. Ze staat symbool voor Luxemburg en was ooit de grootste stenen brug ter wereld. Van op de brug heb je een prachtig uitzicht over de vallei.
In het moderne stadsdeel, ook wel Kirchberg genoemd, liggen heel wat Europese instellingen zoals het Jean Monnet-gebouw, waar de administratieve diensten gehuisvest zijn. Toch ligt er te midden van al die blinkende nieuwbouw ook nog een oud bouwsel: het Fort Thüngen uit de 18e eeuw, ook bekend als’Les Trois Glands’. Het bouwwerk ligt in het Dräi Eechelen-natuurpark.
Op de oude restanten van het fort is in 2006 het Mudam, het Musée d’Art Moderne du Grand-Duc Jean, gebouwd. Het ontwerp is van Leoh Ming Pei, de architect van de glazen piramide van het Louvre. Ook voor zijn ontwerp in Luxemburg heeft de architect veel glas in combinatie met natuursteen gebruikt. De collectie bevat werk van tal van hedendaagse kunstenaars zoals Jan Fabre, Wim Delvoye en Cindy Sherman. Het motto van het museum is: “Be the artist’s guest”. Met andere woorden: wees welkom, kijk rustig rond, vraag eventueel wat uitleg aan een gids, geniet van de kunst en architectuur en eet en drink rustig iets.
Ook het Musée de la Forteresse, dat handelt over het Fort Thüngen en de algemene architectuur van militaire forten, ligt op de site. Tenslotte ligt de zandkleurige ronde Philharmonie Luxembourg, van de hand van Christian de Portzamprac, op het nabijgelegen Europaplein. De meer dan 800 stalen zuilen rondom, de enorme glaspartijen en de sfeerversterkende verlichting maken dit concertgebouw tot een architecturale parel van formaat.
Ook in het Casino Luxembourg worden regelmatig tentoonstellingen van hedendaagse kunst en concerten met hedendaagse muziek georganiseerd. Daarnaast kunnen kunstliefhebbers naar Villa Vauban. Dit kasteel net buiten het stadscentrum biedt onderdak aan drie permanente collecties met vooral werken uit de 17e tot 19e eeuw. Daarnaast kan je er vaak tijdelijke exposities bezoeken. In de Photothèque krijg je dan weer een beeld van de architecturale ontwikkeling van de stad doorheen de jaren. Tenslotte is het Historisch Museum een aanrader. De geschiedenis van de stad wordt er op een hypermoderne manier terug tot leven gewekt.
De andere musea van Luxemburg zoals het Tram- of Bankmuseum kan je ontdekken op de site van de stad. Ontspannen kan al shoppend in de Rue des Capucines of al genietend in La Coque.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier