Geschiedenis

De eerste ‘Atheners’ vestigden zich vermoedelijk rond 3500 v.C. op de heuvel Akropolis. De stad was tot circa 1065 een koninkrijk en een belangrijk centrum van de Myceense beschaving. Athene voerde diverse oorlogen tegen de Perzen, die ze versloegen in de Slag bij Marathon (490), maar die tien jaar later wel de stad en de Akropolis grotendeels verwoestten. Na diverse pieken en dalen bracht Athene in de 4e eeuw v.C. als wetenschaps- en kunststad beroemde namen als Socrates, Plato en Aristoteles voort.

In 168 v.C. werd de stad ingenomen door de Romeinen, maar ze bleef een belangrijke rol binnen het Romeinse Rijk vervullen. In 51 n.C. bezocht de apostel Paulus de stad. Rond 130 begon Keizer Hadrianus een aantal belangrijke bouwwerken. Ook dan bleef Athene steeds een belangrijk centrum.

Toch raakte de stad in verval wanneer ze in 297 en 395 door de Goten geplunderd werd. In 529 sloot keizer Justinianus de filosofenscholen zodat de stad definitief een onbetekenende uithoek van het Byzantijnse Rijk werd. Vervolgens werd Athene in 1204 veroverd door Franse kruisvaarders en bleef eeuwenlang een speelbal van diverse staten.

In 1458 werd de stad ingelijfd door de Turken, die uit respect voor het verleden de Atheners nog wel diverse privileges gaven, maar twee jaar later van het Parthenon wel een moskee maakten. De stad maakte bijna vier eeuwen deel van het Ottomaanse Rijk uit.

Wortels

Vanaf de 18e eeuw kreeg Athene het bezoek van veel rijke westerlingen, die geïnteresseerd waren geraakt in de wortels van hun beschaving. Dit spoorde het Griekse eenheidsdenken aan en in 1829 werd de Griekse onafhankelijkheid erkend door de grote mogendheden.

In 1833 volgde Athene het kleine Nauplion op als hoofdstad van het nieuwe koninkrijk. In de jaren daarop werden de universiteit (1837) en een orthodoxe kathedraal (1842) geopend en de stad breidde flink uit.

Tijdens de Vrijheidsoorlog werd de stad veroverd door vrijheidsstrijders en opnieuw door de Turken. Dit veroorzaakte allerlei verwoestingen. Na de oorlog was de bevolking tot 4000 verminderd. Toch kende Athene uiteindelijk een enorme groei. Omstreeks 1890 werd het aantal van 100.000 inwoners bereikt. In 1896 vonden de eerste moderne Olympische Spelen plaats.

Die groei ging onverminderd voort in de 20e eeuw. Zo kwamen in 1922 veel Griekse vluchtelingen uit Klein-Azië naar de stad. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Athene drie jaar lang door de Duitsers bezet, waarbij vele inwoners omkwamen door onder meer hongersnood. Nadien volgde een burgeroorlog, met als gevolg dat meer en meer Griekse plattelandbewoners naar de hoofdstad trokken.

Met de organisatie van de Olympische Spelen in 2004 werd de renovatie van de moderne stad ingezet.