Chennai
Chennai zou mijn eerste kennismaking met India worden. Gesprekken met mensen die India al bezocht hadden vormden meestal één lange, lyrische lofzang. Het prachtige land, de kleurrijke mensen en niet te vergeten: de Indiase keuken. Het water kwam hen duidelijk meteen terug in de mond. Eens geproefd lijkt India een microbe die je stevig in zijn greep houdt. Zou India ook mij niet meer loslaten?
Na een rechtstreekse vlucht van tien uur landt het Indiase vliegtuig van Jet Airways op de luchthaven van Chennai, beter gekend als Madras. Het is eind april en elf uur ’s avonds, maar de warmte valt als een blok op ons neer. De 38 graden in Chennai verschillen dan ook dag en nacht van de schamele 20 graden in ons Belgenland.
Mijn eerste indrukken? Eenmaal buiten het luchthavengebouw krioelt het van de mensen. ‘De Indiërs zijn altijd onderweg’, vertelde een ervaren India-reizigster me. En inderdaad, overal en altijd wandelen mensen langs de baan. Maar daar blijft het niet bij. Indiërs léven grotendeels op straat. Vaak slapen ze er zelfs. Zomaar, in hun autoriksja of langs de kant van de weg. En ook rond het luchthavengebouw lijkt het wel een openluchthotel.
Wat ook opvalt: controles, controles en nog eens controles. Om de twee meter staat een controleur, op de luchthaven moet je tijdens het boarden tot zeven keer je paspoort tonen. Terwijl de échte controles dan eigenlijk al achter de rug zijn. In India is men zowaar nog strenger dan in de Verenigde Staten. Al gaat het er tegelijk een stuk minder professioneel aan toe.
Ook de grote hotels zijn sinds de bomaanslagen in Mumbai op de controlekar gesprongen. Metaaldetectoren en fouilleerbeurten zijn er schering en inslag. Al behouden de Indiërs ook tijdens de controles hun typische glimlach. Ook zijn ze nog steeds erg behulpzaam en lijken ze altijd goedgemutst. Een vriendelijk volk, die Indiërs.
Al sta je als westerling soms vreemd te kijken van bijvoorbeeld al de Indiase bureaucratie. En voelt het met de handen eten in het begin toch een beetje vreemd aan. Maar laat dus vooral je westerse ideeën en gewoontes thuis als je naar India trekt. Om die ideeën achter te laten was een bezoek aan de plaatselijke Hindutempel ideaal. Schoenen uit en op blote voeten de tempel in. Zodat je je meteen een ‘echte’ Indiase voelt.
En ja, ik moet bekennen. Een halve dag dacht ik aan het India-virus te kunnen weerstaan. Maar dan was er geen ontsnappen meer aan. De liefde voor India ontluikt snel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier