Wat moet je zien?
Rocky Mountains
De sterattractie van het Glacier National Park zijn natuurlijk de Rocky Mountains zelf. Toppen zoals de Stimson, Kootenai, Triple Divide, Summit en Elk zijn samen met de Red Rock Canyon, de Garden Wall en Cracker Canyon een absolute must.
Het landschap stijgt en daalt en wringt zich telkens weer in verrassende bochten. Vochtige regenwouden wisselen dan weer af met droge toendragebieden wat het Waterton-Glacier National Park zijn typische uitzicht geeft.
De meren
De meren, rivieren en stromen van het Waterton-Glacier National Park, zoals de grote meren Lake McDonald, St. Mary en Waterton zijn sprankelende pareltjes. De wandelroutes richting het Cobalt Lake en de Quartz Loop zijn dan ook exceptionele paden.
In deze waters kun je ook naar believen vissen, maar de kans dat je temidden dit verrukkelijke landschap eerder gaat mediteren is groter dan dat je aandachtig je dobber in de gaten blijft houden.
Een van de mooiste meren -en de langste- van het park is Lake McDonald. Een immense gletsjer kerfde de 16 km lange en 143 meter diepe waterpartij lang geleden uit. De Kootenai Indianen noemden het de “Sacred Dancing Lake”. Zijn oevers waren vroeger immers de plaats van hun talrijke ceremonies. Je kan er georganiseerde boottochten maken, maar ook pleziertochtjes, en natuurlijk vissen.
Going-to-the-Sun Road
Sommigen beschouwen deze 80 km lange rit van Apgar naar St Mary van west naar oost, als hét hoogtepunt van hun bezoek aan het Glacier National Park. De Going-to-the-Sun Road is de belangrijkste autoweg in Glacier en misschien ook wel de mooiste in Noord-Amerika. Ze wordt omschreven als een “don’t look down” road.
De weg heeft maar twee grote bochten. De meesten doen zo’n 3 uur over de rit, maar tijdens het hoogtoeristische seizoen ziet de weg zwart van het verkeer, wat soms wel tot wat vertraging en frustratie kan leiden. De beste tijdstippen om de weg af te rijden zijn daarom ’s morgens vroeg en in de late namiddag.
De autoweg snijdt het park in een noordelijke en zuidelijke helft en doorkruist de Continental Divide. Ze passeert Heaven’s Peak, Birdwoman Falls, de Garden Wall en Sunrift Gorge. Mocht je toevallig een fiets bijhebben, dan moet je zeker de Going-to-the Sun affietsen.
De spectaculaire afdalingen zijn een onvergetelijke ervaring en zeker de moeite waard na een lastige beklimming. Vergeet niet af en toe van de weg af te slaan om de dramatische berguitzichten te bewonderen. Het is ook aangeraden om de weg in beide richtingen af te leggen omdat het landschap aan beide kanten van de weg enorm verschilt.
Let op: in de winter is de Logan Pass gesloten. De Going-to-the-Sun Road wordt namelijk op die plaats ontoegankelijk op de maandag na de derde zondag in oktober. De vroegste openingsdatum is 16 mei, maar in de regel wordt de weg opnieuw open gesteld tijdens de eerste twee weken van juni. De laatste openingsdatum is 23 juni.
Two Medicine Valley
De kleurrijke rotsen van de Two Medicine Valley, nabij East Glacier zijn adembenemend en worden vaak onterecht over het hoofd gezien. Hier rijzen bergen met prachtige kleurschakeringen op, die dan nog eens weerspiegeld worden in glasheldere meren.
Tijdens de talrijke wandelingen die je er kunt maken word je verblind door een kleurenpallet van groene, rode en gele rotsstenen. Breng ook een bezoekje aan de Running Eagle Falls (toegankelijk voor rolstoelgebruikers).
De naam, ‘Two Medicine’, komt van de Blackfeet- en Bloodstammen. Die waren namelijk op een bepaald moment overeengekomen om samen een medicijnritueel te houden. De Blood kwamen echter niet op tijd opdagen en dus hield elke stam dan maar afzonderlijk haar eigen ceremonie in twee medicijnhuisjes vlak naast elkaar.
Foto: Travel Montana
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier