Welke dieren leven er?
Veel mensen beginnen aan een safari omdat ze de zogenaamde ‘Big Five’ willen zien. Dat is een term uit het verleden en slaat op de vijf grote zoogdieren die het meest gewild waren voor de jacht, die het sterkst en gevaarlijkst waren. De dieren die bedoeld worden zijn de olifanten, leeuwen, neushoorns, panters en Cape buffels.
Naast deze ‘Big Five’ is er ook nog een ‘Little Five’. De dieren die daartoe behoren – de mierenleeuw, neushoornkever, olifantspitsmuis, buffelwever en het luipaardschildpad -, zien er misschien minder indrukwekkend uit, maar voor de echte natuurliefhebbers zijn ze net zo bijzonder. Verder staat de Serengeti bekend om de ‘Grote Migratie’ van meer dan een miljoen gnoes, zebra’s en gazellen.
The big five – Olifanten
De Afrikaanse olifant is het grootste landdier en weegt tussen de 3000 en 5000 kg en is daarmee ongeveer even zwaar als vier auto’s. Wanneer ze op zoek zijn naar voedsel kunnen ze volledige bomen omver trekken. Ze leven meestal in kuddes van 2 tot 24 olifanten. De kudde wordt geleid door het oudste vrouwtje, de ‘matriarch’ die tot 60 jaar oud kan worden. Iedere groep bestaat uit de dochters en jongen van de matriarch.
Mannetjes blijven bij de groep totdat ze in de puberteit komen. Rond hun dertiende beginnen ze seksueel gedrag te vertonen en dat wordt niet getolereerd door de vrouwtjes. Vanaf dat moment trekken ze er alleen op uit.
Aan het einde van het regenseizoen is de paringstijd en dan leven de olifanten in groepen van tegen de honderd. De oudere olifanten leren de jongeren alles wat ze moeten weten om in het wild te overleven. Olifanten zijn het grootste deel van de dag – ongeveer 16 uur – bezig met eten. De overige uren slapen ze, drinken ze of spuiten ze zichzelf nat met water en modder.
Helaas steeg de prijs van ivoor in de jaren ’80 zeer sterk, met het gevolg dat massa’s olifanten gedood werden door stropers en de olifanten die overleefden vluchtten naar Kenia. Sinds de tweede helft van de jaren ’90 is de rust terug gekeerd en op dit moment leven er rond de 2100 olifanten in Serengeti.
The big five – Leeuwen
Leeuwen zijn de grootste carnivoren van Afrika en zijn enorm sterk. Ze jagen op grote herbivoren zoals antilopen, gnoes en zebra’s. Het zijn nogal luie dieren, die het grootste deel van de dag slapend doorbrengen. Tijdens de middag komen ze meestal in actie om te jagen en op die momenten zijn ze alles behalve lui.
Vrouwelijke leeuwen leven en jagen in groepen. Mannetjes proberen de leiding te krijgen over zo’n groep door ervoor te vechten. Ze doden daarbij alle welpjes zodat de vrouwtjes snel opnieuw vruchtbaar worden en opnieuw jongen kunnen krijgen. Een mannetje die eenmaal de leiding heeft verkregen over een groep zal zich fel verzetten tegen andere mannetjes die de groep over willen nemen.
The big five – Neushoorns
Neushoorns zijn grazers en eten graag peuldragende kruiden en struiken. Verder drinken ze enorm veel water – rond de 25 liter per dag – en wentelen ze zich graag in de modder. De mannetjes leven altijd alleen en de vrouwtje vormen meestal kleine groepjes met kalfjes. De kalfjes wijken niet van de zijde van hun moeder. Ze zijn het meest actief vroeg in de ochtend en tegen de avond. De rest van de dag zijn ze bezig met rond te rollen in de modder. Helaas is hun aantal enorm afgenomen doordat stropers vaak op ze jagen.
The big five – Panters
Panters en luipaarden worden vaak door elkaar gehaald. Zelfs de Masaai, die bekend staan om hun kennis van de dieren en planten, gebruiken dezelfde naam voor de twee verschillende dieren. Toch zijn er duidelijke verschillen. Jachtluipaarden zijn kleiner, lichter en sneller dan panters. De stippen op hun vacht zijn rond en duidelijk afgetekend. Ze jagen overdag en doden hun prooi na een dramatische achtervolging, zoals je die vaak ziet in dierenfilms.
Panters zijn groter, sterker en de stippen op hun vacht hebben de vorm van roosjes. Ze jagen ’s nachts, bij voorkeur in gebieden met veel begroeiing. Ze overrompelen hun prooi en houden er niet van om er achteraan te moeten jagen. Het zijn solitaire dieren en komen alleen samen met soortgenoten om te paren.
Overdag zie je panters vaak luieren, het liefst liggend op een tak met een poot naar beneden bungelend. Als ze net een prooi gevangen hebben hangen ze die vaak over de tak een boom in de buurt. In Serengeti zal je ze het snelst zien in bomen langs riveren. Omdat ze zich vooral voortbewegen door dicht struikgewas, is de kans zeer klein dat je ze ziet wanneer ze actief zijn.
The big five – Cape buffels
Dit zijn zeer indrukwekkend dieren, vooral door hun enorme gekromde hoorns. Het zijn herkauwers die in groepen van 100 à 300 en soms in groepen van 1000 dieren leven. Deze grote groepen zijn verdeeld in sub-groepen van 30 tot 60 vrouwtjes met hun jongen. Dominante mannetjes lopen alleen vrij rond in de grote groep en als ze oud zijn verlaten ze de rest en trekken ze er verder alleen op uit. Vooral deze oude mannetjes lopen het gevaar gedood te worden door stropers op zoek naar hoorns. Naast deze stropers zijn leeuwen de enige vijanden van de buffels.
Net als koeien kunnen deze dieren niet veel verschillende geluiden produceren, maar wanneer ze een luid, brommend geluid maken, moet je maken dat je weg komt. Dat is namelijk een teken dat ze boos zijn en dan blijf je het beste uit de buurt van deze gigantische dieren. In Seregenti leven ze vooral in de Western Corridor in de buurt van de Grumeti rivier en in de bosgebieden rond Seronera.
De grote migratie – Gnoes
Een gnoe ziet er maar grappig uit. Het is een soort antilope met een sik, korte nek, hoge schouders, koeachtige hoorns en dunne pootjes. Het zijn grazers die dag en nacht lopen te eten op de graslanden. Tussen december en maart – het regenseizoen – leven ze op de vulkanische open vlakten onder de Ngorongoro krater. Hier worden ook de kalfjes geboren.
Wanneer het droge seizoen begint, veranderen de grasvlakten in semi-woestijnen en kunnen de gnoes er niet langer overleven. Ze trekken de regen achterna naar het noorden, naar Masai Mara. Wanneer de regenperiode opnieuw aanbreekt, trekken ze weer terug naar de grasvlakten. Deze tochten, die dus twee maal per jaar plaatsvinden, worden de ‘grote migratie’ genoemd en beslaan ongeveer 1000 kilometer. Groot is deze trektocht zeker, want ruim een miljoen dieren gaan tegelijkertijd op stap.
De grote migratie – Zebra’s
Zebra’s zijn grazers die zich gemakkelijk aanpassen. Ze kunnen overleven in grasachtige gebieden, maar ook in bossen, als er maar voldoende water is. Ze leven in harems, dat wil zeggen één hengst met een groep merries. Er zijn verschillende theorieën bedacht waarom zebra’s zulke opvallende strepen hebben, maar de meest waarschijnlijke theorie is dat ze door hun vacht ’s nachts onzichtbaar zijn. Dat is nu precies de tijd dat de roofdieren op hun loeren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier