Tim Van Steenbergen begeleidt nieuwkomers in Sociaal modeatelier RE Antwerp: ‘Ik voelde dat ik iets moest doen zoals Seppe Nobels’

Tim Van Steenbergen werkt met Anush en Raushana aan een rok voor de eerste collectie. © Sanad Latefa
Elke Lahousse
Elke Lahousse Journalist voor Knack Weekend

Ze leveren al twintig jaar een bijdrage aan de Belgische mode, elk op zijn of haar manier. Maar straks schakelen ontwerper Tim Van Steenbergen, Knack Weekend-hoofdredacteur Ruth Goossens en stylist Benoit Bethume een versnelling hoger. In hun sociaal atelier RE Antwerp zullen anderstalige nieuwkomers kleren maken van topniveau, uit reststoffen. “We gaan geen stoffen zakjes zitten stikken.”

Een sluimerend schuldgevoel, een verfrissend eurekamoment en een goed getimede e-mail. Ziedaar de ingrediënten die het fundament vormen van RE Antwerp, een sociaal modeatelier dat op dit moment uit de startblokken schiet in Antwerpen. Onder de creatieve begeleiding van ontwerper Tim Van Steenbergen, een vaste waarde in de Belgische mode, zullen vluchtelingen en anderstalige nieuwkomers in het atelier opgeleid worden tot vakmensen die kunnen meedraaien aan de top van de Belgische modesector. Het project komt er met hulp van Ruth Goossens, hoofdredacteur van Knack Weekend, en Benoit Bethume, visueel consulent, en moet een win zijn voor de vluchtelingen, die vaak een lange afstand kennen tot de arbeidsmarkt. Maar ook voor de Belgische mode, die een groot tekort heeft aan professionele ambachtslui.

Door vluchtelingen extra skills en technieken te leren, kunnen ze een rol spelen in de toekomst van de Belgische mode, die schreeuwt om personeel.

Een knagend schuldgevoel dus, daar begon het mee. In de Marialei in Antwerpen, vlak bij het Groen Kwartier, ontvangt Tim Van Steenbergen ons aan het begin van de zomervakantie in zijn huis en atelier. Zijn out of office staat al aan, morgen stapt hij op een trein naar het Zuiden, maar zijn hoofd draait nog overuren. Zodra hij terugkomt van vakantie, neemt hij zijn intrek in Circuit, een circulaire maakwerkplaats op het Antwerpse Nieuw Zuid. Wachten daar op hem: tien naaimachines, vijf anderstalige nieuwkomers, tientallen meters stoffen en de ambitie om iets radicaal anders te doen. “Na twintig jaar in de modesector was ik op een punt beland dat het huidige modesysteem, met meerdere collecties per jaar, buitenlandse productie en altijd nieuwe stoffen, mij een wrang gevoel gaf”, vertelt Tim. “Ik hou geweldig veel van mode, maar het klassieke systeem is nefast voor mens en planeet.”

Tim Van Steenbergen bereidt samen met Nassar de productie van de Mumtaz-broek voor.
Tim Van Steenbergen bereidt samen met Nassar de productie van de Mumtaz-broek voor. © Sanad Latefa

Die bezorgdheid deelde Van Steenbergen met Ruth Goossens en Benoit Bethume, twee mensen die hij jaren geleden in de sector leerde kennen en die vrienden werden. “De voorbije jaren gingen onze gesprekken vaak over hoe het anders zou kunnen, met meer focus op duurzaamheid, circulariteit en verantwoord ondernemen, zonder in te boeten op kwaliteit en stijl”, zegt Tim. “Maar wat we dan concreet wilden doen, daar kwamen we niet uit.”

Seppe Nobels achterna

Toen kwam dat eurekamoment. Eind 2021 wordt chef Seppe Nobels door Knack Weekend uitgeroepen tot Mens van het Jaar voor de oprichting van zijn Instroom-academie, een restaurant en sociaal-culinair project in Antwerpen waar anderstalige nieuwkomers opgeleid worden tot uitstekend keukenpersoneel. Tim Van Steenbergen leest het verhaal en denkt: dat is het. “Ik voelde dat ik iets moest doen zoals Seppe, maar dan met mode”, zegt hij. “Zo rijpte het idee voor een atelier waar vluchtelingen die in hun thuisland ervaring opdeden met kleding en textiel samen met mij collecties maken. Asielzoekers vinden vaak moeilijk werk, maar door deze mensen extra skills en technieken te leren, kunnen ze een rol spelen in de toekomst van de Belgische mode, die schreeuwt om personeel. Er is een nijpend tekort aan vakmensen voor kleinschalige maar high-end producties in ons land, zoals het maken van showcollecties of theaterkostuums.”

Vanuit hun duurzame ambitie kwam snel het idee om deze collecties te maken uit reststoffen en kledingoverschotten van Antwerpse merken en ontwerpers. Zoals modeliefhebbers weten, zijn in Antwerpen vele meters prachtige stoffen te vinden, van oude collecties, die onze ontwerpers gewoon in hun magazijn hebben liggen en tweemaal per jaar verkopen. “Zodra ik mensen als Dries Van Noten, Christian Wijnants of het team van Essentiel Antwerp opbelde, wilde iedereen meteen stoffen doneren”, zegt Tim. “Door hun oude stoffen te gebruiken, wordt niet alleen de ecologische voetafdruk van dit project beperkt, het is ook een manier om de nieuwkomers in contact te brengen met de creatieve bedrijven en modegeschiedenis van ons land. Het plan is om die ontwerpers geregeld een workshop te laten geven, zodat RE Antwerp ook een soort academie wordt waar uitwisselingen ontstaan tussen groepen van mensen die anders niet snel met elkaar in contact zouden komen.”

© Foto’s modellen Benoit Bethume, assistent Nagib Chtaib, make-up Laura Noben

Mode is een taal

Na een e-mail naar Chris Bryssinckx van Gatam, een vzw die de afstand voor asielzoekers en vluchtelingen tot de arbeidsmarkt probeert te verkorten, ging de bal echt aan het rollen. “Het team van Gatam werkt ook samen met restaurant Instroom en ze waren net op zoek naar een nieuw, gelijkaardig project toen ik hen benaderde”, zegt Tim. “Gatam staat in contact met alle opvang- en doorstromingscentra. Ze hebben ervaring in het selecteren en begeleiden van de juiste mensen voor dit project. Horeca en mode hebben weinig met elkaar te maken, dus de opstartfase van RE Antwerp is anders dan die van een keuken. Maar de voorbije weken sprak ik al met mensen uit Rusland, Pakistan en Armenië die interesse hebben om te starten.”

Dat hij voorzichtig is in die gesprekken, vertelt Van Steenbergen. Hij wil mensen niet vragen waarom ze naar België kwamen. Niemand verlaat immers zomaar zijn thuisland. “Wel wil ik weten welke ervaring ze met kleding hebben en waarom ze graag zouden samenwerken. Ik geloof dat mode de taal zal zijn om met die mensen in dialoog te gaan, over hun geschiedenis en toekomst. We hebben al één afspraak gemaakt: ze mogen een maand lang vertellen, brainstormen en experimenteren, in welke taal dan ook. Maar dan gaan we een maand stikken en hard doorwerken.” (lacht)

De nieuwe Zes

Net als bij restaurant Instroom, zal het eindproduct van RE Antwerp sterk afhangen van de mensen in het atelier. “Ik ga niet de ontwerper spelen die aan het hoofd staat en zegt: ‘Nu maken we honderd schuindraadjurken in het roze.’ We vertrekken van hun verhaal. Komen er Afghaanse mannen werken, dan zullen we waarschijnlijk herenkostuums maken. Een Pakistaanse vrouw toonde mij trots foto’s van broeken die ze gemaakt had, volumineus en met elastische rekkers erin. Met haar wil ik een project rond broeken uitwerken, vertaald naar stoffen en coupes die we ook in het Westen kunnen dragen. Het verbinden van Oost en West, Noord en Zuid, en samen een nieuwe mode maken. Dat wordt het doel. Telkens in beperkte oplage, maar wat we maken moet wel van niveau zijn en relevant voor een grote groep. Vaak zie je mensen uit landen als Roemenië of Polen een mininaaiwinkeltje beginnen waar ze kleding maken voor hun eigen community. Ik wil ambitieuzer zijn. Antwerpen heeft een bijzondere status in de internationale modewereld. Sinds het succes van de Antwerpse Zes, die met hun avant-gardistische mode België op de kaart zetten in de jaren tachtig, vraagt iedereen zich af wie of wat het vervolg kan zijn op de Zes. Hoe kan mode nog vernieuwend zijn in de wereld van 2023? Wat wij gaan doen, moet daar een antwoord op kunnen zijn. We gaan geen stoffen zakjes zitten stikken.” (lacht)

© Foto’s modellen Benoit Bethume, assistent Nagib Chtaib, make-up Laura Noben

Dat in elk kledingstuk heel wat emoties verweven zullen zijn, is nu al duidelijk. Wie binnenkort een kledingstuk van RE Antwerp koopt, krijgt dat hele achtergrondverhaal erbij. Dat wordt de taak van Knack Weekend-hoofdredacteur Ruth Goosens. “Ruth zal de verhalen optekenen van alle nieuwkomers, maar ook het verhaal van de stof of print waaruit je kledingstuk gemaakt werd. Is het een stof van Tim Van Steenbergen of van Christian Wijnants? Of een mix? Als koper krijg je volledige transparantie. Zelfs het meest eenvoudige witte T-shirt wordt op die manier een kledingstuk om te koesteren.”

Bij elk kledingstuk krijg je het verhaal van de maker, maar ook van de stof waaruit het gemaakt werd. Zelfs een eenvoudig T-shirt wordt zo een stuk om te koesteren.

Benoit Bethume, die als stylist en artistiek consulent werkt, zal instaan voor de visuele vertaling van de collecties. “We gaan deze kledingstukken niet op een klassiek model fotograferen”, zegt Tim. “Benoit deed onder meer ervaring op bij het internationaal succesvolle label van Marine Serre. Hij zal erover waken dat de achtergrondverhalen van de vluchtelingen en de gerecycleerde stoffen deel zijn van de beeldtaal van RE Antwerp. De kleren die we maken zullen vaak uniseks zijn. Ook dat moet in de foto’s duidelijk blijken.”

Nieuwe luxe

De komende maanden worden een testfase. Het doel is om tegen december een goed draaiend atelier te hebben. Een coach van Gatam zal de nieuwkomers op sociaal en administratief vlak begeleiden, want naargelang hun statuut werken ze allemaal met andere contracten. Daarnaast willen de oprichters de komende maanden een netwerk uitbouwen met andere innovatieve modebedrijven, zoals Cilab in Mechelen, een circulair textielcollectief. “Winst maken is niet meteen ons doel”, zegt Tim. “Vroeger was het als ontwerper voor mij hoofdzaak om honderden blouses en jurken te verkopen, maar succes is misschien ook: vijf blouses verkopen en één mensenleven veranderen. Dat van de maker, die na zijn of haar thuisland ontvlucht te zijn, opnieuw deel wordt van een positief verhaal. We hebben de luxe om te experimenteren en te bekijken hoe dit het best werkt dankzij de steun van stad Antwerpen, die ons 50.000 euro geeft voor de opstart. Maar ook omdat we het onszelf gunnen. Alle drie hebben we een inkomen uit andere jobs. Ik ontwerp dit najaar nog kostuums voor een opera in Lille en de nieuwe theatervoorstelling Oer en andere tijden van Guy Cassiers. Daarnaast teken ik collecties voor het Belgische label Wright. Het wordt dus een pittig najaar, en ik mag ook mijn man en zoon niet verwaarlozen. (lacht) Maar hard werken aan iets nieuws is ook heel fijn.”

Het team achter RE Antwerp. Bovenaan v.l.n.r.: Benoit Bethume, Ruth Goossens en Tim Van Steenbergen.
Het team achter RE Antwerp. Bovenaan v.l.n.r.: Benoit Bethume, Ruth Goossens en Tim Van Steenbergen. © Sanad Latefa

De kledingstukken zullen verkocht worden in het atelier zelf, op de locatie van Circuit in Antwerpen. Maar op termijn dromen de initiatiefnemers van een verkooppunt in de stad. “Waar klanten eerst door het atelier moeten, zodat ze de makers ontmoeten”, zegt Tim. “We denken bij het ontwerpen ook na over het tweede leven van je kledingstuk. Een oversized blouse kan bijvoorbeeld later nog in ons atelier eenvoudig worden aangepast naar een nieuw model. Ik denk dat dit een nieuwe vorm van luxe wordt. Andere steden zijn ons op dat vlak al voor. In Amsterdam en Arnhem bestaan al gelijkaardige initiatieven en aan de modeschool Polimoda in Firenze worden vakken als circulair denken gedoceerd. Dat is wat mode vandaag moet zijn: recycleren, hergebruiken, anders gaan denken. De naam RE Antwerp kwam er nadat in elke brainstorm woorden als reuse, rethink en recycle waren gebruikt. Het voorvoegsel ‘re’ vat alles goed samen en op termijn kunnen we misschien RE Brussels lanceren, of RE Paris.”

© Foto’s modellen Benoit Bethume, assistent Nagib Chtaib, make-up Laura Noben

Grote zakken

Een maand na dit gesprek ontmoeten we Tim Van Steenbergen nog heel even. Zijn vakantie zit erop en hij is intussen opgestart in het heldere atelier van Circuit samen met onder meer Nassar uit Syrië, Suhail uit Pakistan en Anush uit Armenië. Aan een van de tafels staat Mumtaz te knippen in een zwarte stof. “Dit moet een broek worden”, zegt ze. “In Pakistan knippen we broeken zonder patroon te gebruiken. We hebben ook geen zakken in onze broeken, want we dragen ze onder een kaftan. Maar die dingen mogen niet van Tim.” (lacht) Ze vertelt het in aarzelend Nederlands, maar met blinkende ogen. “Ik doe dit werk heel graag. Ik woon al vijftien jaar in België, maar weet nog goed hoe ik in Pakistan op jonge leeftijd leerde naaien. Samen met mijn moeder maakte ik babykleren, of stukken voor onszelf.”

© Foto’s modellen Benoit Bethume, assistent Nagib Chtaib, make-up Laura Noben

“Die broek is een goed voorbeeld van hoe we werken”, vertelt Tim. “Mumtaz toonde mij eerst hoe zij in Pakistan een broek maken en samen zochten we daarna naar een versie van die broek die past bij de Belgische markt. Het is een broek met extra grote zakken geworden, om het verschil met Pakistaanse broeken te accentueren. De broek is intussen al klaar voor productie, we hebben hem hier allemaal al eens gepast. Het is ongelooflijk hoeveel werk er in een maand al verzet is. Vier weken geleden kwam deze groep mensen bijeen als onzekere wezens. Vandaag helpen ze elkaar, nemen ze verantwoordelijkheid, maken samen plezier en boeken ze ontzettend snel vooruitgang. Die gezamenlijke focus op de kledingstukken helpt allicht bij het integreren. Alle onderlinge verschillen vallen weg in het atelier. De komende maanden gaan we hen helpen uitzoeken wat hun toekomstperspectieven op de arbeidsmarkt zijn. Suhail, een Palestijnse man, zou bijvoorbeeld in de interieursector terechtkunnen. Hij is een uitstekende stikker en kent de naaimachines goed.”

“Dit project is alles wat ik had durven dromen”, zegt Anush, die begin dit jaar uit Armenië kwam en daar modeontwerpster was. “Ik hou ervan om creatief te werken en Tim leert me nu hoe ik een T-shirt met drapage aan de kraag moet maken. Ik ontmoette bovendien alleen nog maar vriendelijke Belgen. Zijn jullie allemaal zo, of heb ik geluk?”

@reantwerp, reantwerp.com

Opendeurdag in het atelier op 23/9 van 14u tot 18u, Jef Cassiersstraat 29, Antwerpen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content