Sander Bos ontwerpt look in appelleer voor festival rond innovatie en technologie
Hasselt organiseert als eerste van zes steden een stadsfestival rond innovatie en technologie. De stad nodigt de Limburgse Zes uit als ambassadeurs voor circulaire mode. Sander Bos, bekend van de Amerikaanse show ‘Making the Cut’, ontwerpt speciaal voor de gelegenheid een look in appelleer.
Je bent samen met de andere leden van de Limburgse Zes gevraagd om een creatieve kijk op circulaire mode te bieden tijdens het Flanders Technology & Innovation Festival (FTI). Wie zijn deze Limburgse Zes?
Sander Bos: ‘Marylène Madou, Matteo La Rosa, Tessa Borrenberghs, Jordy Arthur, Marie Van Puyenbroeck en ik zijn zes jonge mode-ondernemers uit Limburg, maar ook vooral zes vrienden. De Antwerpse Zes kent iedereen en Antwerpen als modestad heeft een internationale reputatie, maar ook in Limburg zit veel talent. Denk maar aan Raf Simons en Martin Margiela, allebei afkomstig uit onze provincie.
Dat we nu gekend staan als een collectief vind ik positief, samen sta je altijd sterker. We hoeven niet te leunen op elkaar, want we hebben elk onze eigen carrière, maar het is fijn om te weten dat het kan. Niemand van ons ziet elkaar als concurrent. Wij als Limburgers staan nu eenmaal bekend voor onze vriendelijkheid (lacht).’
Je toont tijdens het FTI-festival een creatie uit appelleer in Z33. Hoe verliep het proces?
‘Aan de UCLL (University Colleges Leuven-Limburg) zijn ze al een tijd bezig met het APPEAL-project, waarbij lokaal fruitafval wordt omgezet tot een biomateriaal met verschillende toepassingen, waaronder vegan leder. Ik werd gevraagd om met hun materiaal aan de slag te gaan. Doorgaans worden fruitleders ingezet voor accessoires, zoals handtassen en schoenen. Mijn merk focust zich op kleding, dus ik ben trouw gebleven aan mezelf en ben de uitdaging aangegaan om een veelzijdige rok te creëren van het fruitleer. Het is een minder buigzaam materiaal dan ik gewoon ben, dus ik heb geëxperimenteerd met technieken die ik nog nooit eerder toepaste. Als ontwerper is dat enorm leerrijk.’
Je werkt graag met gerecycleerde stoffen, maar hoe zet je nog in op duurzaamheid met je eigen merk?
‘Pas wanneer iemand een item bestelt, gaat het in productie. Daardoor heb ik geen overschotten, die vervolgens in solden moeten gaan. Klanten geven bij de bestelling hun maten door. Ik heb een heel erg internationaal cliënteel en de kledingmaten durven weleens te verschillen. Klanten uit België en Nederland komen ook soms langs in mijn atelier voor de opmetingen, maar voor een New Yorker is dat natuurlijk niet mogelijk. Daarom geef ik de optie om online maten door te geven, zodat iedereen een goed zittend stuk kan bestellen. Deze aanpak brengt me ook dichter bij m’n klanten, wat ik een fijne gedachte vind. Door te kiezen voor ‘made-to-measure’ is de pasvorm van wat je koopt veel beter, wat ook duurzamer is.
Mijn oma vormde de inspiratie voor deze aanpak. Zij vertelde hoe ze vroeger in Hasselt naar een naaister stapte en daar op maat gemaakte kleding bestelde. Ik verzoen die oude manier van werken met nieuwe technologische mogelijkheden.’
Geloof je dat technologie de mode van de toekomst duurzamer zal maken?
‘Ik ben hoopvol over de technologische ontwikkelingen, maar uiteindelijk gaat het erom wat wij als mensheid doen met die technologie. Gebruiken we die ten goede of gaan we nog meer produceren en vervuilen? Stoffen recycleren is goed, maar als overproductie de norm blijft en afgedankte stuks verbranden de goedkoopste optie, dan zal innovatie de sector niet verduurzamen. De vernieuwde aandacht voor strengere wetgeving rond duurzame modeproductie is broodnodig, want je kunt niet zomaar rekenen op de goodwill van grote bedrijven.
Het zou verboden moeten zijn om kleding te verkopen die gemaakt werd in onethische omstandigheden. Het zorgt voor oneerlijke concurrentie onder de merken. Kun je consumenten ervan beschuldigen om goedkope stuks te kopen als die worden aangeboden? Ten eerste is het niet simpel om te weten wat duurzaam is gemaakt en ten tweede heeft niet iedereen een even groot budget. Er moeten globale wetten komen, want anders gaat het nooit écht veranderen. Ik hoop dat we de dag nog mogen meemaken dat duurzame productie verplicht wordt. Het is een probleem dat de mode overstijgt natuurlijk, dus er is nog veel werk aan de winkel.’
Dankzij het Amazon-programma ‘Making the Cut’ en je populariteit op sociale media heb je een heel internationaal publiek. Nooit overwogen om naar het buitenland te verhuizen en van daaruit te werken?
‘Ik heb er zeker over nagedacht, but I love Belgium. Als tiener wilde ik misschien wel naar het buitenland verhuizen, maar intussen hoeft dat niet meer. Ik kan reizen voor m’n werk en ik woon hier heel graag.
Dankzij sociale media en mijn webshop kan ik perfect vanuit België werken en toch mijn internationale klanten aanspreken en bedienen. Ook mijn deelname aan ‘Making the Cut’ heb ik te danken aan sociale media. De Instagrampagina van de CFDA (Council of Fashion Designers of America) deed een repost van een van mijn ontwerpen. Per ongeluk eigenlijk, want normaalgezien promoten ze enkel Amerikaanse ontwerpers. Ik liet hen weten dat ik vereerd was met de post, maar dat ik een Belgische ontwerper was. Ze bedankten me voor m’n eerlijkheid en lieten de Instagrampost staan. Zo kwam het team van ‘Making the Cut’ bij mij terecht. Op die manier heeft technologie me al heel erg geholpen met mijn carrière. Toen ze me contacteerden werkte ik nog in de Quick om rond te komen.
Hier in België kan ik een heel normaal leven leiden. Als ik bel met medekandidaten van ‘Making the Cut’ en ze wandelen over straat, dan hoor ik hoe ze worden aangeklampt. Dat gebeurt veel minder in België, wat ik fijn vind. Als ik zin heb om tot twee uur ’s nachts op café te gaan met vrienden, dan kan dat perfect. Ik ben graag verankerd in het echte leven. Ook voor mijn werk is dat beter. Mijn ontwerpen zijn bedoeld voor echte mensen. Mode is een kunstvorm die erg gelinkt is met de tijdsgeest, met wat er leeft. In België wonen en werken is in dat opzicht ideaal.’
We zullen je dus niet snel betrappen op sterallures?
‘Ik heb niet de arrogantie te denken dat ik meer of beter ben omdat ik nu eenmaal kleding ontwerp. Ik blijf liever met beide voetjes op de grond.’
De Limburgse Zes tijdens FTI Hasselt
Sander Bos ontwerpt een kledingstuk met appelleer ontwikkeld door de UCLL en zal het proces delen bij Z33.
Marylène Madou ontwerpt repair patches van dead stock. Ter plekke kan je ook leren hoe je je kleding met deze patches op een creatieve manier kan pimpen.
Matteo La Rosa laat ons anders naar kledij kijken: overstijgt tijdloze kledij de tijd niet? Neem plaats in zijn fotobooth en laat je outfit schitteren op de wall of fame.
Tessa Borrenberghs leert ons met haar installatie bij Z33 bij over innovatieve technieken. Ze wil de bezoeker uitdagen om kritisch te zijn en open te staan voor nieuwe ideeën en methoden. Op 16 maart gaat de ontwerpster in gesprek met verschillende sprekers in het modemuseum van Hasselt.
Jordy Arthur ontwerpt met zijn platform JA-Academy een tas met oude banners en vlaggen van de Stad Hasselt. Hij deelt zijn instructievideo én geeft je de kans deze ter plaatse te maken, onder begeleiding van Avansa.
Marie Van Puyenbroeck is aangesteld als stylist voor de modeshow van Vlaanderen Circulair en geeft je een blik in de backstage zodat je lokale frontrunners kan ontdekken in het Modemuseum.
Praktisch
Benieuwd naar de creaties van Sander Bos en de overige leden van de Limburgse Zes? Trek dan naar het FTI.
Met meer dan 100 activiteiten toont stad Hasselt tussen 16 en 21 maart hoe technologie en innovatie onze toekomst vormgeven. 35 activiteiten draaien rond duurzame mode.
Ook op het slotfestival van FTI in Antwerpen op 23 & 24 maart ontdek je wat de mode van morgen brengt.
ftihasselt.be
ftihasselt.be/activiteiten/circulaire-mode
fti.events/slotfestival
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier