Multimerkenwinkel A Suivre houdt stand in helse modewereld: ‘Wij maken het verschil met onze originele selectie en kleine labels’

Modeketens schieten als paddenstoelen uit de grond en strooien met kortingen en dumpingprijzen. Toch slagen de zussen Van Doorslaer er al acht jaar in om zich recht te houden in dit modegeweld. Met hun zes multimerkenwinkels verspreid over Vlaanderen bereiken ze een breed publiek. Wat is hun geheim? Knack Weekend had een interview met Veerle Van Doorslaer.

Hoe begint het verhaal van A Suivre?

Veerle Van Doorslaer: ‘Ik leerde de wereld van de mode en de retail kennen dankzij mijn schoonmoeder. Zij had winkels in feest- en trouwkledij en tijdens mijn studie rechten trok ik met haar op stap om de aankopen te doen. Toen ze er na dertig jaar mee ophield en ik na mijn stage aan de balie had ontdekt dat de advocatuur niets voor mij was, heb ik de zaak overgenomen. Ik heb mijn zus, met wie ik een erg goede band heb, voorgesteld om het samen te doen. Nadat ze er een nachtje over had geslapen, hebben we besloten om ervoor te gaan en het meteen naar onze had te zetten en af te stappen van de feestkledij.’

Wie hebben jullie in gedachten bij de selectie van jullie labels en looks?

‘Voor een modebewuste vrouw tussen de 30 en 50 jaar, al wordt onze mama ook door ons gekleed. Wij hebben heel wat merken in onze aanbod, we kiezen voor labels die trends zetten en vernieuwend zijn. Net omdat we zo’n groot aanbod hebben, kunnen we ze allemaal met elkaar combineren. Op die manier stap je buiten met een unieke look.’

Is jullie eigen stijl ook een bron van inspiratie?

‘Wij (met zus Nele) gaan altijd samen collectie kiezen. Het is erg moeilijk om iets aan te kopen waar we zelf niet achterstaan, enkel alleen omdat het een eyecatcher is. We hebben gemerkt dat als wij niet overtuigd zijn van een item, dat het kan ook niet verkoopt.’

Jullie hebben winkels in Brugge, Brussel, Gent, Knokke, Kortrijk en Roeselare. Hoe houden jullie stand tussen de eindeloze rij filialen van modeketens?

‘Wij proberen het verschil te maken door een evenwicht te vinden tussen bekende merken als Kenzo en Paul & Joe, en de keuze om elk seizoen vernieuwing te brengen met kleinschalige, onbekende merken. Dit seizoen kozen we bijvoorbeeld voor het Oostenrijke merk Femme Maison, door iemand getipt die bij Raf Simons werkt. Op die manier bieden we iets aan onze klanten dat ze nergens anders vinden.

Service is daarnaast ook iets waarmee wij ons kunnen onderscheiden van bijvoorbeeld pure webshops. Als iemand is onze winkel iets laat retoucheren, dan proberen wij – in de mate van het mogelijke – het kledingstuk aan huis te leveren zodat die persoon niet opnieuw het drukke stadsverkeer moet trotseren.’

Hebben jullie nog plannen tot uitbreiding? Ik zie dé modestad van Vlaanderen, Antwerpen, nog niet prijken in het lijstje.

‘Op zich willen we wel graag voet aan grond zetten in Antwerpen, maar Antwerpen is een moeilijke stad. Het is inderdaad een koopkrachtige modestad, maar er zitten al heel wat collega’s die hetzelfde segment ambiëren. We proberen wel na te gaan of een webshop een goed idee is voor ons. We werken al haar aan de online visibiliteit op onze website en via sociale media.’

Duurzaamheid wordt steeds belangrijker in de modesector. Speelt dit een rol in jullie keuze voor de merken?

‘We besteden hier aandacht aan. Heel wat klanten kiezen voor duurzamere stukken die van een goede kwaliteit zijn en wegblijven van de fast fashion. Het is leuk dat mensen terugkomen met een kledingstuk van enkele jaren geleden om een nieuwe look samen te stellen. Daarnaast houden we er ook van om stuks aan te bieden die in België gemaakt zijn.’

Annelien Boens