Juweelontwerpster Paloma Picasso: ‘Ouder worden betekent niet dat de inspiratie opdroogt’

© .

Paloma Picasso (68) was al bekend als muze van Yves Saint Laurent en ‘dochter van’ voor ze opviel met haar eigen creaties. Zo sieren haar juwelen sinds 1980 de collecties van Tiffany & Co. en lanceerde ze een parfumlijn in samenwerking met L’Oréal.

Als tiener heb ik me lang verzet tegen een creatief beroep. Als je vader Pablo Picasso is, maak je het jezelf dan alleen maar moeilijk, dacht ik. De teken- of schilderkunst waren helemaal uitgesloten. Dan hadden mensen me steevast met hem vergeleken, en één wereldberoemde kunstenaar in de familie was genoeg. (lacht) Uiteindelijk gaf mijn passie toch de doorslag: als styliste voor avant-gardistische theaterproducties in Parijs experimenteerde ik eind jaren zestig met edelstenen, en nadien vroeg Yves Saint Laurent me om modejuwelen voor hem te ontwerpen. Wellicht moest het gewoon zo lopen – aan een creatieve roeping ontkom je niet.

Tekenen is voor mij een middel, geen doel op zich. Het laat me toe om mijn ideeën uit te drukken en ze vast te leggen op papier, maar dat is alleen maar de eerste stap. Uiteindelijk gaat het erom een juweel te maken dat mensen zullen dragen. Ik werk niet voor de kunstwereld, maar voor de vrouwen en mannen die van mijn ontwerpen houden. Toen Tiffany & Co. me in 1979 vroeg om juwelen te ontwerpen, heb ik dan ook meteen toegehapt. Het geheim van onze lange samenwerking is respect: Tiffany & Co. geeft me de artistieke vrijheid die ik als ontwerper nodig heb.

Voor mij was het als jonge tiener evident dat vrouwen hetzelfde konden doen en bereiken als mannen

Creativiteit vergt openheid van geest. Je moet openstaan voor alles wat op je afkomt in het leven, dus ook voor de input en mening van andere mensen. Zo kun je je eigen gedachten aanscherpen. Zo bespreek ik mijn ideeën vaak met mijn echtgenoot – iemand die me niet zomaar complimenten geeft, maar eerlijk zegt wat hij denkt. Zolang je maar weet dat je uiteindelijk zelf de knoop moet doorhakken. “Wat ik denk, is niet belangrijk”, vertelde mijn vader me toen ik hem als negenjarige mijn tekeningen toonde. “De enige die je werk kan beoordelen en uitmaken of het goed genoeg is, ben jijzelf.”

In de jaren zestig begreep ik de strijd voor vrouwenemancipatie niet. Mijn moeder (de Franse kunstschilderes Françoise Gilot, nu 95, red.) was een onafhankelijke vrouw en had op eigen houtje carrière gemaakt. Voor mij was het als jonge tiener evident dat vrouwen hetzelfde konden doen en bereiken als mannen. Het inzicht dat mijn moeder heel vooruitstrevend was voor haar tijd is pas later gekomen. Maar het was een geluk om haar als voorbeeld te hebben. Ik heb altijd onbevreesd en zelfverzekerd mijn weg gezocht, zonder angst dat ik het als vrouw moeilijker zou hebben.

Ouder worden betekent niet dat de inspiratie opdroogt. De wereld rondom je blijft bewegen, je hebt als ontwerper een vat vol ervaringen om je creativiteit te voeden. Niet alleen visuele esthetische ervaringen, maar ook de gebeurtenissen in je leven, de hele waaier aan menselijke emoties en de boeken die je gelezen hebt of andere herinneringen. Als ik aan de tekentafel ga zitten, weet ik op voorhand niet wat het resultaat zal zijn, maar ik heb wel een zeker vertrouwen. Er zijn gewoon te veel dingen waarop je bij het creëren kunt focussen.

Ik ben op mijn hoede voor gewoonte en herhaling. We hebben allemaal de neiging om dingen op een bepaalde manier te doen, en niet op een andere. Dat is gewoon wie je bent. Maar om iets nieuws te creëren, moet je ook minder voor de hand liggende en misschien zelfs onbekende aspecten van je persoonlijkheid verkennen. Welke juwelen zou ik bijvoorbeeld dragen als ik een blond tienermeisje zou zijn, of wat als ik een man was? Zulke vragen stel ik mezelf graag. Ze laten me toe om juwelen te maken die nog steeds uit mezelf komen, maar waarin ik me wel op een andere manier uitdruk.

Ik leef in het hier en nu. Het nadeel daarvan is dat ik geen fantastische zakenvrouw ben, maar daarvoor kon ik gelukkig altijd op de juiste mensen rekenen. Anderzijds kan ik vrij goed omgaan met melancholie. Yves Saint Laurent en vele anderen die een belangrijke rol speelden in mijn leven, zijn er niet meer, maar dan denk ik aan wat ze achtergelaten hebben. Vergeet niet dat mijn vader 68 was toen ik geboren werd en dat ik ook in het begin van mijn carrière vaak de jongste van het gezelschap was. Ik besefte dus al vroeg dat de wereld uit generaties bestaat, en dat mensen er wellicht niet altijd zullen zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content