Interview: Jani Kazaltzis over zijn JBC-collectie, Buffalo’s en duurzame kleren
Jani Kazaltzis, de schrik van alle modeblunderende Vlamingen, heeft een herencollectie ontworpen voor de Belgische modeketen JBC. De capsulecollectie, met zowel casual als gekledere looks, is vanaf 30 oktober te koop. Weekend.be kreeg de stylist te pakken voor een interview.
JBC kwam bij je aankloppen om samen een collectie te ontwerpen. Wat was de eerste gedachte die in je opkwam?
Jani Kazaltzis: Ik vond het een heel leuk idee. Het is een kinderwens die uitkomt. Vroeger wilde ik altijd ontwerper worden, maar dat is er niet van gekomen. En dan ben ik in het stylisme gerold. Maar ik was mettertijd vergeten dat ik ontwerpen leuk vond en dat graag wilde doen. En toen kwam JBC met de vraag en was ik meteen enthousiast.
Hoe zijn jullie precies te werk gegaan?
Ik heb geen technische achtergrond, ik kan dus niet tekenen. Maar je hebt een vertrekbasis nodig. We hebben daarom de inhoud van mijn kleerkast gebruikt als startpunt, zodat de ontwerpers van JBC mijn ideeƫn konden vertalen naar een tekening.
Wat voel je nu, nu je je ideeƫn tot leven ziet komen?
Oh my god, ik heb dit echt wel gedaan. Een heel leuk gevoel. De allereerste keer dat ik me dit realiseerde was tijdens de fotoshoot toen modellen mijn kleren droegen.
Hoe zou je je stijl omschrijven?
Mijn stijl is vrij casual, maar ik hou er wel van om er opgekleed uit te zien. Een chinobroek vind ik geweldig, omdat je dit met alles kunt combineren en je ziet er meteen een beetje chiquer uit. En dit zonder te geforceerd te zijn.
Ik hou ervan om mezelf ’s avonds op te kleden. En dat wilde ik ook in mijn collectie hebben, zowel casual voor overdag en opgekleder voor een avondje uit. Bovendien heb ik ook een hekel aan stoffen die prikken. In alle pulls zit zijde, ze zijn dus ‘prikproof’.
Wat is je favoriete item?
De blazer met de opstaande kraag is mijn favoriet. Ik hou van blazers, ik heb er meer dan zestig in mijn kast hangen. Ik vind het een belangrijk item in een mannenkast. Het maakt een outfit direct wat opgekleed. Heel wat mannen denken dat een blazer altijd geforceerd moet zijn. Daarom heb ik speciaal voor tweed gekozen en een opstaande kraag zodat het cooler wordt. Het hoeft geen dwangbuis te zijn.
In het programma ‘Zo man zo vrouw’ probeer je mensen te bekeren van hun foute kledingstijl. Heb je zelf ook een foute periode gehad?
Iedereen die in de mode zit, kan niet ontkennen dat hij/zij stylingfouten heeft gemaakt. Mode verandert, na tien jaar wordt mode vulgair. Nadien kijk je erop terug en denk je: ‘What the fuck heb ik aangehad?’. Maar dat komt ervan als je trends volgt. Is dat een modeblunder? Neen, je hebt toen gewoon de trend gevolgd. Het wordt pas later een modeblunder. En zelfs daarvan vind ik dat je de humor ervan moet inzien. Het enige waar ik spijt van had, dan waren mijn Buffalo’s. Die heb ik echt te lang gedragen.
Zijn je Buffalo’s dan je grootste miskoop geweest?
Miskopen heb ik eigenlijk heel weinig gedaan. Zeker niet op het vlak van een slechte snit of dergelijke. Ik ben altijd heel erg bezig geweest met de technische kant van het lichaam. Ik ben geen modestylist, maar ik ontleed een lichaam constant. Welk gevolg de keuze voor het ene of het andere kledingstuk voor je lichaam kan hebben.
Wat is jouw ultieme fashiontip voor mannen overal ter wereld?
Casual en comfortabel gaat samen! Comfortabel wil niet zeggen dat het lelijk hoeft te zijn. Heel wat mannen dragen hun trainingsbroek na de sporttraining gewoon door. Een goedzittende chino, dat is mijn ’trainingsbroek’.
De laatste maanden is er heel wat commotie rond de werkwijze van kledingfabrieken, onder meer na de ramp in Bangladesh. Hoe sta jij hier als stylist tegenover?
Ik vind dat allemaal heel erg wat er gebeurt, want ik ben er achter de schermen ook mee bezig. Maar ik hou er niet van om mensen met de vinger te wijzen. Want volgens mij is het publiek genoeg wakker geschud. Ik keur helemaal niets goed, maar nu moeten de rollen ook wat omgedraaid worden en moeten de klanten in actie schieten. Het grote probleem is dat we, jij en ik, er allemaal aan meedoen. Maar we weten te weinig hoe het zit met alternatieven.
Hoe zou je het dan aanpakken?
Ik ben ervan overtuigd dat wanneer merken meer uitpakken met ecologische kledij, dat dit heel veel succes kan hebben. In de Delhaize vind je rekken met bioproducten, dit zouden we ook moeten vertalen naar kledingketens. Dat bijvoorbeeld in de H&M of JBC een rek met een biolabel terug te vinden is. We moeten het gewoon cooler maken, nu hangt er nog te vaak een ‘geitenwollensokken’-sfeer rond.
Maar een keten als JBC is er ook wel hard mee bezig. Daarom werk ik ook met hen samen. JBC heeft ondertussen al enkele schadelijke, chemische producten gebannen uit het verwerkingsproces. Ze hebben bovendien ook een team ter plaatse in China dat de productie van nabij opvolgt en controleert. We gaan dus de goede richting uit, maar het mag nog verder gaan voor mij. En daar wil ik met plezier mijn schouders onder zetten.
Annelien Boens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier