Murielle Scherre en e5 slaan handen in elkaar voor duurzame, uniseks denimcollectie

De Belgische modeketen e5 en lingerieontwerpster Murielle Victorine Scherre (la fille d’O) lossen samen een denimcollectie. De focus ligt op duurzaamheid en uniseks fits.
De samenwerking van e5 en Murielle Victorine Scherre resulteerde in een collectie van vijf stuks, bestaande uit drie broeken, een hemd en een mouwloos vestje. ‘Je kunt ze op heel veel manieren dragen en ze hebben een oversized fit. Kleding heeft geen gender,’ klinkt het.
Hoe verliep de samenwerking met e5?
Murielle Victorine Scherre: ‘Het was heel boeiend om te kunnen samenwerken met een team met zoveel ervaring. Het merk e5 bestaat al meer dan 45 jaar, dus zij hebben heel veel kennis over kledingproductie. We konden samen zaken in vraag stellen en echt ver gaan in het uitpluizen van de beste opties.
Daarnaast vind ik de collab ook boeiend, omdat het aantoont dat er niet één pad is om te bewandelen als je duurzaam wil omgaan met mode. Je kunt tweedehands kopen, Belgische mode aanschaffen, biologische materialen verkiezen of net gaan voor gerecycleerde materialen, kleine merken steunen of net grotere merken die willen verduurzamen een duwtje in de rug geven. Er is niet één manier zaligmakend.
Duurzame mode wordt weleens verweten elitair te zijn. Met la fille d’O weiger ik compromissen te sluiten, maar omdat ik een klein merk ben, kost mijn productie en dus mijn product ook meer. Vooraleer je als merk duurzaamheid kunt afdwingen bij productiepartners, moet je een bepaalde grootte hebben. Daardoor is het veel meer werk voor mij als klein lingerielabel om alles op de juiste manier te doen. Als ik het goed wil doen, moet ik het zelf doen. Duurzaam produceren is nog niet de norm. Daarom vind ik deze samenwerking zo fijn, want e5 heeft een grotere productie en dus ook meer macht. Dat de prijzen toegankelijk zijn, geeft meer mensen de kans een duurzaam stuk aan te schaffen.’
Als ontwerpster draag je al sinds de start van je eigen label, la fille d’O, duurzaamheid heel hoog in het vaandel. Hoe heb je dat in deze collectie geïncorporeerd?
‘Voor het materiaal hebben we gewerkt met 20% post consumer denim en 80% biokatoen. Die post consumer denim komt van de ‘refive days’ in 2024, een project van e5 waarbij ze samen met Oxfam afgedankte kleding inzamelen en herbestemmen. Ze hebben specifiek denim ingezameld met zo min mogelijk lycra en die vervolgens tot nieuw garen en doek verwerkt. Om de kwaliteit te garanderen hebben we voor deze verhouding gekozen, van 20% gerecycleerde vezels en 80% nieuw biokatoen, omdat de vezels korter worden door te recyleren. Hoe langer de vezel, hoe beter de kwaliteit. Het biokatoen heeft een GOTS-certificaat, wat een betrouwbaar label is. Met deze samenstelling hebben we een slijtvast materiaal gekregen, dat je heel lang kunt dragen. Daar hebben we vijf denimstuks mee gemaakt, die door verschillende genders gedragen kunnen worden en lang meegaan.’
Waarom hebben jullie gekozen voor een collectie uit denim?
‘Iedereen kent en draagt denim, maar het is een van de meest vervuilende materialen. Daarom vond ik het leuk om er een duurzamere oplossing voor te vinden. Zo hebben we niet enkel gewerkt met gerecycleerd materiaal en biokatoen, maar ook nagedacht over andere ecologische hacks. De productinfo is bijvoorbeeld niet gedrukt op karton, maar op snijafval van de voering van de zakken. Zo kon dat in hetzelfde atelier gemaakt worden, waardoor er minder vervoer nodig is in de keten.
De komende seizoenen breiden we de capsulecollectie uit met nieuwe kledingstukken. Zo kun je als klant voortbouwen op wat je al gekocht hebt. Ook de voorgaande collecties blijven beschikbaar. Zo’n langdurige samenwerking maakt ook deel uit van een duurzame aanpak in de mode.’
Lees ook: Shoppen in je eigen kleerkast: 10 tips om nieuwe outfits te creëren met oude kleren
Het is helaas niet simpel om als merk de kaart te trekken van duurzaamheid. We horen steeds vaker noodkreten van duurzame merken dat het water hen aan de lippen staat. Wat moet er volgens jou veranderen aan de modesector op dat vlak?
‘Veel (lacht). We hebben nog een lange weg te gaan. De oplossingen moeten van twee kanten komen, zowel van de modesector als van de wetgevers. Modemerken moeten stoppen met winst voorop te stellen, want het is uiteraard goedkoper om totaal geen rekening te houden met mens en milieu en gewoon aan snel tempo niet-duurzame producten op de markt brengen.
Nog niet zo lang geleden werd duurzaamheid nog weggezet als woke bullshit, en als je ermee bezig was, werd je een drama queen genoemd. Dat vind ik absurd, want als ik woke ben, wat zijn de anderen dan? Slapend, blind, en apathisch? Het alternatief van kiezen voor duurzaamheid klinkt toch niet lovenswaardig?
De mode is nog steeds het Wilde Westen, er heerst een straffeloosheid. Er zijn duidelijke afspraken nodig, en in de mode zijn die grotendeels afwezig. Kinderarbeid, toxische stoffen, milieuverontreiniging: dat wordt allemaal vergeven. Als ik wil duiden waarom ik daar niet aan meedoe, kost mij dat geld. Ik heb geen budget voor certificaten, maar de merken die er sowieso niet mee bezig zijn, kunnen gewoon verder produceren. Valsspelen levert meer winst op. Een goed voorbeeld daarvan is het feit dat er een Fairtrade-label bestaat. Eigenlijk zou op alle niet ethische producten een unfairtrade label moeten hangen, dat vind ik veel logischer.’
Zal de nieuwe Europese wetgeving rond duurzaamheid in de mode heil brengen?
‘Het is heel goed dat de EU eindelijk bezig is met wetgeving, maar ik weet niet of het snel genoeg gaat. Greenwashing zou worden bestraft, maar merken vinden weer nieuwe manieren om aan greenwashing te doen. Zoals het label ‘Designed in Belgium’. Dat is misleidend, want dat wil gewoon zeggen dat iemand in België een potlood heeft vastgehad.
Je kunt het de consumenten ook niet kwalijk nemen dat ze het bos door de bomen niet meer zien. Zij willen gewoon in een winkel kunnen kiezen wat ze mooi vinden, zonder eerst onderzoek te moeten doen naar het merk om te weten of er bloed kleeft aan de kleding. De makers en de politiek moeten dat werk doen voor de mensen, zodat zij zich geen zorgen moeten maken.
Dat gezegd zijnde, ben ik ook hoopvol. Dat een bedrijf zoals e5 met mij in zee wil gaan en echt wil inzetten op duurzaamheid in verschillende facetten, geeft me moed. Ze durven het aan om de lat hoger te leggen, wat ik lovenswaardig vind. Verandering in de sector is dus mogelijk, maar er zal nog veel werk voor nodig zijn.’
De collectie van Murielle Victorine Scherre x e5 is verkrijgbaar online en in de winkels van e5. De denimstuks worden gemaakt van 20% gerecycleerde denim en 80% biokatoen, in het productieatelier in Tunesië.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier