Timon Van Mechelen
‘2025 wordt een pijnlijk, maar broodnodig scharnierjaar voor de modesector’
Het zijn spannende tijden voor de modesector, en 2025 belooft een scharnierjaar te worden. Een jaar van chaos, verandering, en van nieuwe gezichten. Er zijn voor zover ik me kan herinneren nooit zoveel ontwerpers tegelijk vervangen. Op menselijk vlak is dat natuurlijk pijnlijk, maar het zou de industrie weleens de broodnodige nieuwe perspectieven kunnen geven die al een paar seizoenen ontbreken. De omzetcijfers in de sector staan flink onder druk en veel ontwerpers reageren verlamd op deze crisis. Sommige shows kunnen nog het best omschreven worden als een grote bruine brij van saaie en voorspelbare oversized blazers, bandplooibroeken en sandalen met een klein hakje. Terwijl andere merken helemaal niet meer de moeite nemen om iets nieuws te bedenken. Ze hernemen gewoon populaire stukken uit hun eigen archieven.
‘Is de mode collectief uitgeblust en is de ideeëntrommel leeg?’ vraagt collega Jesse Brouns zich af in zijn heldere analyse in de Black Mode van deze week. Als je zo de klant, die steeds meer verzadigd raakt, wilt blijven boeien, lijkt deze wissel van de wacht 2.0 meer dan welkom.
Het is tijd voor een moderevolutie. Het soort revolutie dat Coco Chanel ontketende in de jaren 1920, toen ze met haar little black dress vrouwen bevrijdde van de strenge maatschappelijke regels en het juk van de man. Of de revolutie van Christian Dior, die met zijn beroemde New Look na de Tweede Wereldoorlog de nadruk legde op de borsten, taille en heupen. En natuurlijk Giorgio Armani, die de modegeschiedenis waarschijnlijk zal ingaan als de ontwerper die mannenmode zachter en comfortabeler maakte. Alle drie ontwerpers die met hun kleren in eerste instantie vaak weerzin opwekten, soms zelfs choqueerden, maar die het modebeeld tenminste op z’n grondvesten deden daveren. Visionairen die ons kleren voorschotelden waarvan we initieel zelfs niet wisten dat we ze nodig hadden, in plaats van varianten op bestaande stukken uit te brengen.
De vraag is: wie zal het net als Chanel, Dior en Armani aandurven om risico’s te nemen en het vercommercialiseren van de mode – de grote logo’s, de insta-hypes en de makkelijk te verteren kleren – tegen te gaan? Het is nu, meer dan ooit, het moment voor radicale, gedurfde ideeën. Voor ontwerpers die niet bang zijn om te falen, al moeten ze daar ook de kans toe krijgen van de grote bazen. Met de hete adem van de aanhoudende inflatie in de nek hebben modebonzen immers nog weinig geduld. Wie niet oplevert – lees: voldoende it-bags of schoenen creëert – wordt genadeloos aan de kant geschoven. Het is dus maar te hopen dat zij, ondanks de druk van de commerciële belangen en de huidige marktomstandigheden, de creativiteit en liefde voor het vak weer laten primeren. Want als we één les mogen trekken uit de huidige modecrisis, dan is het wel dat op safe spelen maar weinig merken vooruit heeft geholpen.
We hoeven trouwens niet ver te gaan voor een voorbeeld van hoe mode weer impact kan hebben. In Nederland barst het momenteel van de merken die tegen de stroom durven in te gaan en daar internationaal succes mee boeken. Dit bewijst dat verandering mogelijk is en dat nieuwe ideeën, hoe onconventioneel ook, alleen maar aangemoedigd moeten worden. Of zoals meneer Armani me vertelde: ‘Mode heeft de kracht om percepties te veranderen, cultuur te beïnvloeden en vooruitgang te stimuleren. Dat zal altijd mijn drijfveer blijven en ik hoop dat dit nooit verandert.’
Lees ook: Waarom regent het ontslagen in de modewereld? ‘Er wordt paniekvoetbal gespeeld’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier