Dood van een mode-icoon: ‘Ik denk dat ik behoorlijk lui ben’
Hij leek soms onsterfelijk, maar Karl Lagerfeld, de ontwerper die meer dan duizend witte overhemden in de kast had hangen, is op 19 februari 2019 overleden. Een portret van dit veelbesproken modemonument.
‘Ik denk dat ik behoorlijk lui ben,’ zei Karl Lagerfeld vorig jaar in een interview. ‘Dat ik beter kan. Ik ben nooit tevreden met mezelf. Ik word niet gelukkig van het werk dat ik doe. En dat, die continue ontevredenheid, drijft me om verder te doen.’
Lagerfeld, ’s werelds beroemdste modeontwerper, werkte verder tot het bittere einde. Hij had een levenslang contract bij Chanel, de belangrijkste van zijn vele werkgevers. Hij overleed vandaag in Parijs, op zijn 85ste, of daaromtrent.
Lagerfeld zou geboren zijn op 10 september 1933, maar zelf hield hij het jarenlang op 1938 of, in een interview met Paris Match, 1935. Je bent zo oud als je je voelt. (‘Ik zie niet enorm af,’ zei hij vorig jaar in Numéro, ‘Ik heb elke test ondergaan die je je kunt inbeelden en ze hebben niks verkeerds gevonden. Bel me over tien jaar nog eens terug.’)
Lelijke handen en een grote neus
Lagerfelds vader, Christian Lagerfeldt — de t sneuvelde ergens onderweg — was de directeur van een bedrijf dat gecondenseerde melk importeerde uit de Verenigde Staten. Zijn moeder, Elisabeth, verkocht als jonge vrouw lingerie in Berlijn, speelde viool, en had een fel karakter (Lagerfelds handen waren zo lelijk, vond ze, dat hij maar beter nooit begon te roken, en misschien konden ze gordijnen kopen om zijn grote neus te verstoppen).
Hij had een halfzus en een zus, beiden ouder. Hij wou aanvankelijk tekenaar worden en hij bleef zijn hele leven schetsen. Zijn ouders stuurden hem naar Parijs als tiener. Hij maakte er zijn middelbare school af aan het Lycée Montaigne, in het zesde arrondissement. In 1954 won hij de International Woolmark Prize met een schets van een mantel die later werd uitgevoerd door Pierre Balmain. Yves Saint Laurent won datzelfde jaar de prijs in de categorie jurken. Lagerfeld en Saint Laurent, die samen mode studeerden aan de Ecole de la Chambre syndicale de la couture parisienne, werden eerst vrienden, later rivalen, en uiteindelijk vijanden.
Saint Laurent werd snel een legende, eerst, in 1957, als opvolger van Christian Dior, en niet veel later met zijn eigen merk. Lagerfeld bleef zijn hele leven een huursoldaat. Hij begon als assistent in het couturehuis van Balmain, en bleef drie jaar. Daarna werkte hij vijf jaar voor Jean Patou. In de sixties, toen de prêt-à -porter werd uitgevonden, ging hij freelance. Hij ontwierp voor Krizia, Ballantyne, Charles Jourdan, en Chloé.
Doe voort
In 1965 werd hij artistiek directeur van Fendi. De Romeinse bontspecialist was op zoek naar een een meer trendy imago. Lagerfeld ging ongeremd tekeer met nertsen en ander wild — hij schoor ze, kleurde ze — en noemde het resultaat Fun Fur. Het logo van Fendi is nog altijd een dubbele F, en de collecties van het merk blijven fun (Lagerfeld tekende alleen de damescollecties; de in januari voorgestelde mannencollectie van komend najaar is een hommage aan de ontwerper). Lagerfeld was ontwerper voor het leven bij Fendi, en dat was hij ook bij Chanel, waar hij in 1982 werd aangeworven.
Lagerfeld was voor fast fashion een soort van paard van Troje: sinds zijn tussenkomst tellen winkelstraatmerken mee in de echte mode.
‘Bij Chanel heb ik een contract om vier collecties per jaar te tekenen,’ vertelde hij vorig jaar aan Numéro: ’twee keer prêt-à -porter en twee keer haute couture, maar in feite doe ik er tien, met de precollecties, de cruisecollectie en de Métiers d’art.’ Of dat niet wat veel was voor ontwerpers? ‘Azzedine Alaïa zei ooit, voor hij van de trap viel, dat ik zogezegd de oorzaak was van het onhoudbare ritme van de mode van tegenwoordig, maar dat is absurd. Als je voor een miljardenbedrijf werkt, dan moet je voortdoen. En als dat niet past voor je, dan ga je beter in de slaapkamer rommelen.’
Hij bleef collecties voor Fendi ontwerpen, en zijn eigen labels, Lagerfeld Gallery en, later, Karl Lagerfeld, en hij keerde ook nog eens enkele jaren terug naar Chloé. Lagerfeld Gallery geraakte nooit van de grond en Karl Lagerfeld, met overwegend zwarte kleren, blijft in zekere zin een mysterie. Allicht gaf hij voorrang aan Chanel en Fendi, en bleef er te weinig tijd over — passie, energie, inspiratie — voor zijn eigen merk. Maar het siert hem in elk geval dat hij van Karl Lagerfeld een toegankelijk merk probeerde te maken, draagbaar en redelijk geprijsd.
In de laatste decennia van zijn leven was Lagerfeld een soort populist. Een popster ook. Hij deed de allereerste designercollab met H&M, in 2014. Het succes daarvan zindert nog altijd na; Lagerfeld was voor fast fashion een soort van paard van Troje: sinds zijn tussenkomst tellen winkelstraatmerken mee in de echte mode. Lagerfeld was regelmatig te zien in populaire Franse talkshows, en hij was het onderwerp van verschillende documentaires. Lagerfeld was de ontwerper van Chanel. Maar hij was allesbehalve elitair. ‘Ik ben intussen zoals de krokodil van Lacoste’, zei hij. ‘Binnenkort gaan ze me overal op stikken.’
En ook: ‘Ik herinner me een ontwerpster die zei dat haar jurken alleen door intelligente vrouwen gedragen werden. Ze is, vanzelfsprekend, failliet gegaan.’ (De ontwerper had een scherpe tong; zijn meest boude uitspraken werden ooit in boekvorm verzameld).
Zelfs bij Chanel ging er de voorbije jaren vaak meer aandacht naar de adembenemende decors van zijn shows dan naar de kleren. Het Grand Palais aan de Champs-Elysées werd elk seizoen getransformeerd: een strand, een ijsschots, een supermarkt, de Eiffeltoren, een raket, een cruiseschip, een Parijse brasserie. Voor volgende week zou de replica van een mondain skioord gepland zijn (er werd nog niet meegedeeld of de show doorgaat). Vorig jaar gaf Chanel voor het eerst in de geschiedenis zijn jaarresultaten: een omzet van om en bij de 8.5 miljard euro in 2017. Meer dan Gucci, en bijna evenveel als Louis Vuitton.
Zijn affaires met een stijl duurden nooit heel lang, en hij had geen last van nostalgie.
Lagerfeld verzorgde zijn imago. Hij acteerde in een film van Andy Warhol (L’Amour, uit 1973), was jarenlang een gepassioneerde bodybuilder. Hij verzamelde design — art deco, Bauhaus en Memphis en hedendaags design — en woningen: Monaco, Biarritz, Hamburg, Parijs. Zijn affaires met een stijl duurden nooit heel lang, en hij had geen last van nostalgie. Alleen boeken bewaarde hij. Hij had er, schatte hij, meer dan driehonderdduizend (hij had ook zijn eigen imprint bij de Duitse uitgeverij Steidl, die jarenlang zijn fotoboeken uitgaf. Hij was een betere ontwerper dan een fotograaf).
Hij overdreef graag: toen de iPod pas uitkwam, had hij niet één maar ineens een hoop toestellen. Hij zou meer dan duizend witte hemden van Hilditch & Key gehad hebben, het stijve Britse herenmerk met een vitrine in rue de Rivoli. Je kon hem vaak in de buurt vinden, om de hoek van de studio van Chanel. Bij Colette, of bij boekhandel Galignani, waar ik hem tegenkwam op de dag dat Newsweek een zeer kritisch coververhaal over hem had gepubliceerd. Eerste zin: ‘Karl Lagerfeld is overrated.’
Op dieet voor een pak
Hij was naar verluidt bijzonder vrijgevig, gul met cadeaus voor de mensen die hem omringden. En hij pretendeerde nooit dat hij niet naar het werk van andere ontwerpers keek. Hij zag ooit een opvolger in Haider Ackermann, was recent vol lof over Marine Serre (‘1m50 en een stalen wil’), en bleef tot op het eind een fan van Hedi Slimane. Hij zat elk seizoen front row bij Dior Homme, en begon zelfs een dieet om zich in de pakken van de ontwerper te kunnen wringen. Wat resulteerde in Le meilleur des régimes: comment j’ai perdu 42 kilos en 13 mois, een bestseller in Frankrijk in 2007. Karl in skinny jeans en futuristische zonnebril was zijn derde incarnatie, na bodybuilder Karl in de seventies, en dikke Karl met waaier in de eighties.
Zijn grootste liefdesverhaal is dat met Jacues de Bascher, een jonggestorven dandy die ook een affaire heeft gehad met Saint Laurent, wat de relatie tussen de twee ontwerpers geen goed heeft gedaan. Lagerfeld had de voorbije jaren naar eigen zeggen geen vaste partner. Tenzij Choupette, zijn kat, die de voorbije jaren bijna even beroemd was als hijzelf.
Lagerfeld werkte meer dan vijftig jaar voor Fendi, bijna veertig jaar voor Chanel. Hij leek soms onsterfelijk. Vorig jaar verscheen hij plots met een baardje op de front row van Kris Van Assches laatste show voor Dior Homme.
Dat er misschien toch, ooit, een einde zou komen aan het verhaal, werd duidelijk toen hij verstek liet gaan voor de coutureshows van Chanel, op 22 januari. Dat was blijkbaar onverwacht. ‘Hij komt naar de tweede show’, werd op de eerste show afgeroepen. Maar hij kwam ook niet groeten na de tweede show. Virginie Viard, directeur van de ontwerpstudio en al meer dan dertig jaar naaste medewerker van Lagerfeld, verving hem. Ze waren vorig seizoen al eens samen opgekomen.
‘Waarom zou ik stoppen met werken?’ antwoordde Lagerfeld ooit op de vraag of hij soms aan zijn pensioen dacht. ‘Als ik stop, dan sterf ik, en dan is alles voorbij.’
Afgelopen vrijdag zou hij, volgens bronnen, nog fittings hebben gedaan voor de show van Chanel volgende week. En blijkbaar was hij ook nog nauw betrokken bij de voorbereidingen van de show van Fendi, die normaal gezien overmorgen in Milaan plaatsvindt. Aan het Franse modetijdschrift Numéro vertelde Lagerfeld vorig jaar dat hij geen begrafenis hoefde. ‘Nog liever sterven.’
Chanel liet al weten in een communiqué dat Virginie Viard door CEO Alain Wertheimer wordt vertrouwd ‘met het creatieve werk voor de collecties, zodat het erfgoed van Gabrielle Chanel en Karl Lagerfeld kan verder leven.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier