Belg Jan-Jan Van Essche maakt triomfantelijk catwalkdebuut op Pitti Uomo in Italië: ‘Het is geen toeval dat we nu mochten showen’
Met Pitti Uomo in Firenze begon afgelopen week het nieuwe modeseizoen. De Belgische ontwerper Jan-Jan Van Essche gooide er hoge ogen met zijn debuut, maar ook de Britse Martine Rose en Chateau Orlando maakten het mooie weer. Wie zijn deze ontwerpers en waarom zijn ze het onthouden waard?
1. DE ERVAREN DEBUTANT: JAN-JAN VAN ESSCHE
“De mensen van Pitti volgden ons al een hele tijd,” zei Jan-Jan Van Essche, die zijn label dertien jaar geleden begon. “Dat ze me nù hebben gevraagd, voelt aan als een weloverwogen, bewuste beslissing. En dat komt overeen met de manier waarop wij werken, traag maar gestaag. We doen pas iets als we er klaar voor zijn. “Toen ik vorig jaar eindelijk terugkeerde naar Parijs met Pietro (zijn levens- en zakenpartner, red.) voelden we dat er iets in de lucht hing. Een week later kregen we de vraag van Pitti.”
“Dit is dus onze eerste show. Vroeger presenteerden we onze collecties in een showroom, in de marge van de modeweek van Parijs. Tijdens de pandemie zijn we films beginnen maken omdat we de kleren in beweging wilden tonen aan onze klanten. We hebben over een periode van drie jaar vijf films gemaakt, met een team dat sindsdien familie is geworden. We vertrouwen elkaar. En dat team heeft ook geholpen aan de show.”
Van Essche titelde de show ‘Rite’, “naar een voorstelling van Pina Bausch die ik vorig jaar heb gezien.” Het was een totaalspektakel in drie hoofdstukken: een eerder klassieke catwalkshow; een door Sidi Larbi Cherkaoui gechoreografeerd luik met zes dansers; een ‘tableaux vivant’ voor de fresco’s in de ommuurde tuin van het 13de-eeuwse klooster van Santa Maria Novella, en een muzikale performance in openlucht van de Japanse taiko-speler Tsubasa Hori.
Greatest hits
De collectie bestond voor tweederde uit de ‘greatest hits’ van Van Essche, soms in nieuwe stoffen. Dat was goed: de ontwerper doet sowieso niet aan trends. Hij volgt zijn eigen weg, op zijn manier en tempo. Hij wordt al jaren geapprecieerd door een nichepubliek, maar lijkt nu klaar voor bredere erkenning. De show op Pitti was een mijlpaal in zijn carrière. “Ik ben geen man van veel woorden,” zei hij. “Ik ben benieuwd naar de reacties.”
Dat Jan-Jan van Essche uitgerekend nu gevraagd wordt voor Pitti Uomo is inderdaad geen toeval. Zijn opzet past perfect in een periode waar dieper wordt nagedacht over waar het met de mode naartoe moet. Hij doet aan slow design. Hij is geen duurzame designer, of pakt daar toch niet mee uit, maar hij is wel integer, met een grote focus op handwerk. Hij is een mannenontwerper, maar zijn collecties worden voor ongeveer de helft door vrouwen gekocht en gedragen. Dat het legendarische Belgische model Kristina De Coninck meeliep, ooit nog muze van Martin Margiela, was in dat opzicht veelbetekenend. De casting was ook bijzonder divers.
2. PUBLIEKSLIEVELING DIE HIGH FASHION BETAALBAAR MAAKT: MARTINE ROSE
Martine Rose is, net als Jan Jan Van Essche, geen nieuwkomer. Ze behoort al jaren tot het rijtje van meest interessante ontwerpers uit Londen, ontwierp capsulecollecties voor gigalabels als Nike (haar roze monstersneakers van enkele jaren zijn legendarisch), Ugg, Napapijri en, heel recent nog, Tommy Hilfiger, en definieerde als rechterhand van Demna de mannengarderobe van Balenciaga – ze werkte drie jaar voor het Franse huis. Martine Rose is iemand die mikt op een jonger publiek van city kids en de vinger aan de pols heeft wat er bij hen leeft. Ze is onafhankelijk, realistisch en integer. Het is iemand die haar eigen overtuigingen kan verkopen aan merken als Nike, en door dat soort samenwerkingen haar mode betaalbaar maakt. Dat is, zeker in high fashion, niet evident. Tot gisterenavond had ze nooit buiten Londen geshowd.
“Ik voel me niet helemaal op mijn gemak,” zei ze backstage. “Ik ben ‘out of my comfort zone’, en ik besef wel dat dat een goede plek is om te vertoeven, maar op dit moment vind ik het een beetje beangstigend. Tegelijk is het ook heel opwindend. Dit is dus mijn eerste show buiten Londen, na vijftien jaar. De eerste vraag die ik mezelf heb gesteld, was: hoe kan ik doen wat ik normaal gezien in Londen doe, hoe breng ik dat naar Firenze? Ik wou de geschiedenis en de cultuur van Firenze in de show betrekken, en van Italië in het algemeen. Dit is een prachtige stad: er zijn veel mogelijkheden om ze als een soort background te gebruiken. Maar ik wou mezelf toch wat meer verdiepen en met Firenze omgaan op een authentieke, echte manier.”
“Ik wou een homage brengen aan de locals. En daarom hebben we heel veel gewone en minder gewone Italianen gecast: jongens en mannen die in koffiebars werken, verkopers van de overdekte markt die we als locatie hebben gekozen. Er zijn ook spelers van ‘calcio storico’, de typisch Florentijnse, middeleeuwse variant op voetbal, en we hebben ook wat vrienden meegebracht uit Londen.”
Ode aan de clubcultuur
Ook de soundtrack was Italiaans: een eerbetoon aan de italohouse en de Italiaanse new wave van de eighties, “een genre dat wereldwijd de dansmuziek heeft beïnvloed.” Ze ziet cultuur, benadrukt ze, “in de meest brede zin.”
“Ik was al begonnen aan de collectie toen ik gevraagd werd voor Pitti. De essentie van de collectie, dat ben ik. Maar achteraf bekeken zie ik toch wel wat Italiaanse invloeden in de kleren. Die louche Italiaanse clubcultuur, misschien. En Italië is uiteindelijk toch ook de bakermat van mannenmode.”
“Mensen zijn mijn voornaamste interessepunt,” zei Rose nog. “Ik ontmoet graag mensen, ik vind het heerlijk om mensen te leren kennen, om hen te begrijpen. Ik geloof in alledaagsheid, in gewone, ordinaire dingen. En wat dat betreft is Italië heel anders dan Groot-Brittannië. Er is natuurlijk een taalbarrière, maar het gaat verder dan dat. Voor mij was het een heel bijzondere ervaring. In Londen zijn streetcastings doodgewoon, hier lijkt iedereen meer… oprecht is niet het juiste woord en ik ga het juiste woord nu ook niet vinden. Maar ze zijn in elk geval nieuwsgierig, en enthousiast. Bijna iedereen die we hebben aangesproken, wou graag meedoen.”
3. DE KLEURRIJKE NIEUWKOMER: CHATEAU ORLANDO
Chateau Orlando is het vorig jaar opgerichte modelabel van de jonge Britse illustrator en decorateur Luke Edward Hall. Hij toonde zijn vijfde collectie op Pitti (titel: ‘Storm Prince of the Old Cornish’), maar het was zijn eerste presentatie, met een installatie die, vertelde hij, geïnspireerd was door zijn eigen tuin. Er waren gigantische ruikers rozen, en typisch Engelse sandwiches, gevuld met erwtjes.
“Ik wou een label beginnen dat staat voor waar het mij in mijn ander werk ook altijd om gaat: kleur, patronen, prints. Ik hou van vintage, van vrolijke, optimistische kleren. Ik mix en match graag. Ik hou van prints, van schreeuwerige tinten, maar ook van klassieke vormen. We zijn een jaar geleden begonnen, met een Italiaanse zakenpartner. Ik ben geïnteressseerd in verhalen. Achter elke collectie zit een verhaal. Vorige zomer ging het over Italië in de eighties. De collectie die we hier tonen, voor komende winter, is een ‘deep dive’ in Cornwall. Ik laat me inspireren door mijn passies: boeken, de natuur, mythologie, reizen.”
Cornwall core
In Cornwall, in het verre Westen van Engeland, heeft Hall een zomer doorgebracht, “alleen, in een cottage, in een baaitje bij de zee. Ik heb mezelf ondergedompeld in de cultuur van het land. De verhalen zijn amazing: zeespoken, draken, bijzondere figuren. Je voelt er soort mystieke magie. Het is er heavenly, heel bijzonder. De inspiratie van Cornwall zie je in het breiwerk, in de motieven. Maar het felle kleurenpalet is dan weer eerder mijn eigen inbreng.”
Waar de naam Chateau Orlando vandaan komt? “Ik heb een hele reeks woorden die ik mooi vond, of die tot mijn verbeelding spraken, aan elkaar geplakt. En Chateau Orlando klonk gewoon heel mooi. Orlando (van Virginia Woolf, nvdr) is één van mijn favoriete boeken. Door er ‘chateau’ aan toe te voegen, reis je bijna vanzelf in de tijd. Chateau Orlando zou een hotel in het zuiden van Frankrijk in de seventies kunnen zijn, of een nachtclub in West Hollywood in de eighties. Ik vind het fijn dat het van alles kan betekenen. En dat Chateau Orlando goed klinkt, schreef iemand me, kan op de een of andere manier ook wetenschappelijk worden bewezen.”
WAT IS PITTI UOMO?
Pitti Uomo, traditiegetrouw aan mannenmode gewijd, onderscheidt zich van de gevestigde modeweken in Milaan en Parijs omdat het in eerste instantie een beurs is — maar wel een belangrijke: een gigantisch tentoonstellingsterrein met honderden stands, waar labels uit de hele wereld hun collecties presenteren aan buyers en journalisten van heinde en verre. Met hele secties gewijd aan klassieke merken, maar ook zalen met outdoormode, en dit keer zelfs een paviljoen gewijd aan outfits en accessoires voor honden. Daarnaast is er elk seizoen ook een nevenprogramma, met shows en presentaties van gastontwerpers. Soms zijn dat gevestigde namen, maar soms ook opkomend talent. Pitti heeft bovendien een bijzondere band met de Belgische mode. Van Ann Demeulemeester en Dries Van Noten over Haider Ackermann tot Raf Simons. Ze zijn er allemaal langsgeweest. Dit keer lag de focus op de Antwerpse ontwerper Jan-Jan Van Essche, die er voor het eerst sinds hij zijn label opzette een catwalkshow organiseerde.
NEXT UP: DE MODEWEEK IN MILAAN
De modekaravaan verhuist vandaag naar Milaan, waar het tweede luik van het mannenmodeseizoen wordt geopend door Gucci. Morgen zijn er shows van onder meer Dolce e Gabanna, en zondag is het de beurt aan Etro, Prada en J.W. Anderson. De jonge garde wordt vertegenwoordigd door Magliano, het duo Jordanluca, en de Brit Charles Jeffrey Loverboy, getalenteerde ontwerpers allemaal.
Voor Gucci is het een belangrijk moment: de eerste toegewijde mannenshow sinds jaren, maar vooral, de eerste show na het vertrek van creatief directeur Alessandro Michele. Die heeft nog geen opvolger (de collectie is ontworpen door de studio. Het is uitkijken naar signalen of Gucci wat stijl betreft dezelfde richting uitgaat of evolueert naar iets anders. Volgens de geruchtenmolen zou er worden gepoogd om van Gucci nog meer een luxemerk te maken, met een focus op de klassieke accessoires van het label.
Intussen heeft ook Louis Vuitton, dat volgende week in Parijs showt, nog geen opvolger voor wijlen Virgil Abloh. Dat bedrijf heeft wel een nieuwe CEO, Pietro Beccari, tot nog toe hoofd van Dior. Het wordt de eerste mannenshow van Vuitton die niet is geïnspireerd door het erfgoed van Abloh. Er is aan meegewerkt, zo werd afgelopen week bekendgemaakt, door Colm Dillane van het veelbesproken jonge Amerikaanse label Kidsuper. Dat volgende week òòk op de modekalender staat. Met, zo is al aangekondigd, ‘guest appearances’ van bokser Mike Tyson en stand up comedians Jeff Ross, Stavros Halkias en Andrew Schultz. Wordt Dillane de permanente creatief directeur van de mannencollecties van Vuitton? Zijn ontwerpers als Martine Rose of Samuel Ross nog in de running? Afwachten. Maar het wordt zeker een spannend seizoen, vol cliffhangers en onverwachte wendingen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier