Auteur Luc Deflo: ‘Voor jongere auteurs is het moeilijker geworden om door te breken’

© WOUTER VAN VAERENBERGH

Knack Weekend bestaat 35 jaar. Voor wie speelde ons blad een bepalende rol? Deze week: auteur Luc Deflo.

Luc Deflo (60) won in 2008 de Hercule Poirotprijs voor de beste Vlaamse misdaadroman, een prijs opgericht in de schoot van Knack Weekend in 1998. Van Deflo’s 35 psychologische thrillers werden meer dan 650.000 exemplaren verkocht. Zijn nieuwste thriller Verdorven verschijnt later deze maand bij Van Halewyck.

‘Ik was heel trots toen ik in 2008 de Hercule Poirotprijs won voor Pitbull. Toch had ik er een dubbel gevoel bij. Ik schrijf niet om prijzen te winnen, in mijn ogen telt enkel de mening van de lezer – niet die van recensenten of jury’s. Bovendien ging het al om mijn vierde nominatie voor de Hercule Poirot. Maar ik was ook compleet overrompeld door de media-aandacht die de bekroning met zich meebracht. Die was compleet nieuw voor me, het kransje van schrijvers dat regelmatig de pers haalt is behoorlijk klein.

De eerste nominatie ontving ik in 1999 voor Naakte zielen, mijn debuut. De positieve ontvangst droeg ertoe bij dat ik een tweede boek mocht schrijven, en dat was veel meer dan ik verwachtte. Ik had verschillende uitgevers al tevergeefs een autobiografische roman voorgelegd – ik was allang blij dat iemand een boek van mij wilde publiceren. Op de Boekenbeurs had ik ook gezien dat veel auteurs tijdens signeersessies op hun pen zaten te bijten. Waarop kon ik als debutant dan hopen? Elke recensie was in die tijd een cadeau, ook de slechte. (lacht) Het was dat jaar trouwens Jef Geeraerts die de Hercule Poirotprijs won en terecht, De PG is zijn beste boek ooit.

Ik ben een workaholic – ik zou mezelf lui vinden als ik minder dan twee boeken per jaar schreef.

Destijds was ik naast schrijver ook organisatieadviseur bij KBC. Eerst voltijds, later deeltijds, maar ook daar ben ik zes jaar geleden mee gestopt. Elk vrij moment aan mijn boeken werken, de lopende projecten van mijn team bijbenen: de combinatie werd te zwaar. De verkoop liep goed, en het was mijn droom om fulltimeschrijver te zijn. Al blijft het een eenzame bezigheid. De toffe collega’s, het koffietje met mijn beste maat op de bank – dat mis ik soms.

Naakte zielen blijft mijn eerste kind. Het was het begin van de telegramstijl die nu mijn handelsmerk is, maar ook van de reeks rond Bosmans en Deleu. Bevroren hart, de opvolger, kostte me bloed, zweet en tranen. Bij een debuut heb je alle tijd van de wereld en kun je eindeloos bijschaven, maar die luxe is eenmalig. Nu schrijf ik elk jaar twee boeken, inclusief stand alone thrillers als Lust en Verdorven. Ik ben een workaholic – ik zou mezelf lui vinden als het er minder waren.

Voor jongere auteurs is het moeilijker geworden om door te breken. Zeker als je thrillers schrijft – dat segment is sinds mijn debuut geëxplodeerd. Zonder recensies of een uitgeverij met een reclamebudget bestaat je boek gewoon niet. Ik heb vaak de opmerking gekregen dat het bankwezen een competitieve wereld is, maar de uitgeverswereld is dat nog veel meer.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content