Wat is een wetroom, de nieuwe heilige graal in badkamerland?
Na kantoren en keukens krijgen nu ook badkamers een open vloerplan. Een nieuwe trend die zelfs de kleinste ruimte groots maakt en waarin je zoveel mag spetteren als je wilt.
“Als er iets is waar ik van hou, is het wel van buiten douchen”, zegt tuinarchitect Jeroen Provoost. Toen hij en zijn partner, architect Alexander Smedts, voor de verbouwing van hun Brusselse dakappartement stonden, wisten ze dat hun minuscule badkamer een uitdaging zou vormen. “Maar het is niet omdat we beperkt waren in vierkante meters dat het klein moest aanvoelen”, aldus het koppel. In plaats van een douche in de badruimte te proppen, transformeerden ze het kamertje tot een grote, waterdichte, in tegels bezette douche. Weg badkuip, weg spatwand. “Je kunnen wassen zonder zo’n vies douchegordijn dat tegen je aan plakt en door heel de ruimte lopen zonder ook maar iets aan te raken, is het dichtste dat je binnenshuis bij buiten douchen komt”, aldus Jeroen. “Het is de ruimte die het meest privé is, en toch de plezantste plaats in huis. Dat heeft iets hedonistisch.”
Enter: de wetroom. De nieuwe heilige graal in badkamerland. Volledig waterdicht gemaakt, loopt de doucheruimte – al dan niet met een bijpassend bad – door en mag alles, zoals de naam al zegt, nat worden. Bijkomend voordeel: door het wegwerken van aparte onderdelen oogt zelfs een badkamer waarin elke vierkante centimeter telt, gevoelig groter en rustgevender. Was het vroeger de ‘machinerie’ – de sauna, een grote jacuzzi – waarmee badkamers uitpakten, dan is het nu de cohesie van volledig in hetzelfde materiaal afgewerkte ruimtes, van polyesterbekleding tot natuursteen, die doet dromen. Om maar te zeggen: als je weet dat in het stekje van Gwyneth Paltrow een op Romeinse thermen geïnspireerde wetroom wacht, eentje waar je zo van de bronzen douche in het bad afdaalt, dan weet je eigenlijk genoeg.
Duizend jaar oud
In wezen is het concept van een wetroom niet nieuw, we kennen het al duizenden jaren vanuit de publieke ruimte. De oude Grieken en Romeinen hadden hun thermen, Turkije en Marokko hebben hamams en Japan heeft zijn onsens en sento’s. Wat vanuit sociologische hoek nieuw is, is dat we die verwenmomentjes steeds liever binnenshuis beleven en dat we daardoor ook meer budget overhebben voor onze eigen privévertrekken. Spendeerden onze grootouders geld aan pronkkasten om het bezoek in de woonkamer te imponeren, dan willen we vandaag gewoon onszelf wat meer gunnen.
Het fenomeen kadert in een grotere trend waarin wellness een steeds prominentere plaats krijgt. Consultancybureau McKinsey schatte het jaarlijks aan gezondheid, beauty, sport en consorten gespendeerde bedrag op zo’n anderhalf miljard dollar, met een vooropgestelde groei van vijf tot tien procent. Zie de virale beautyvideo’s en het succes van koffietafelboeken als Be Well van Gestalten of Japandi Living van Lannoo. Ook de badkamers in dat laatste Scandinavisch-Japans geïnspireerde boek zijn vaak wetrooms met een open vloerplan voor een kalmerend effect. Carolijn Domensino, lifestyle-uitgever bij Lannoo, zag de trend opkomen: “Wellness in huis werd een verlengstuk van ontspanning. De strakke, esthetische omkadering zorgt voor een erg hedendaagse stijl.”
Zwembadsfeertje
Architecte Pauline De Schryver leverde onlangs een met terracottakleurige kalk beklede badkamer op, en vindt die wellnessupgrade een logische evolutie: “Nog niet zo lang geleden was een eigen badkamer hebben geen evidentie. Waren de eerste puur functioneel en in wit porselein – vaak om dat klinische, reinigende aspect te benadrukken – dan voel ik vandaag dat klanten meer willen dan een functionele wasruimte. Ze zoeken iets om tot zichzelf te komen, dat doe je niet in een steriele ruimte.”
Wat het grootste verschil vormt met de inloopdouche die enkele jaren geleden in zwang was, is dat de grenzen in een wetroom vervagen, voegt architect Arthur Donck van Donck.Studio eraan toe. Voor hem staat plezier centraal: “Het feit dat de vloeren doorlopen, de opstapjes en daardoor de begrenzing verdwijnen, zorgt voor een aangenamere ervaring. Je komt uit de douche en moet je van weinig iets aantrekken. Het water mag druppen, het loopt toch weg.” In zijn eigen huis installeerde hij een badkamer in mozaïek. “Dat zwembadsfeertje geeft meteen een vakantiegevoel.”
Mooie voorbeelden uit het verleden zijn de betegelde wetroom die Le Corbusier in 1930 opleverde in Villa Savoye nabij Parijs, waarbij hij zelfs een chaise longue in de open badkamer bedacht. Dichter bij huis, recenter en toevallig ook blauw, ontwierp wijlen Maarten Van Severen in 2000 dan weer een blauwe, in polyester overtrokken oase met een douchebad voor het paviljoen van de culinaire Boxy-broers. Net die grote mogelijkheden in afwerking zorgen ervoor dat een wetroom vandaag niet uitsluitend voor de happy few is weggelegd.
“Ik merk dat steeds meer klanten oog hebben voor het esthetische”, zegt architect Tim Rogge, die bijna altijd een wetroom voorstelt en daarvoor vaak aan de slag gaat met een basis van glasvezel en hars waarop een waaier van kleuren mogelijk is: gevoelig goedkoper, maar ook heel mooi, waardoor je met een minimaal budget een leuke badkamer krijgt die meer dan een wasplaats is. Dat is overigens niet het enige wat van een wetroom een democratische badkamer kan maken. Rogge ontwierp onlangs een badkamer voor een ouder koppel: “Hun heel jonge kleinkinderen springen zo mee onder de familiedouche, maar wanneer het koppel later slechter ter been zou worden of hulp nodig heeft bij het wassen, blijft deze badkamer ideaal.”
In die zin vinkt een wetroom alle vakjes voor een droombadkamer aan. Zelfs de kleinste ruimte voelt groot aan, de eindeloze afwerking heeft mogelijkheden voor elk budget en ontdaan van hindernissen is ze zowel voor kinderen als ouderen aantrekkelijk, zonder dat ze de sfeer van een woonzorgcentrum ademt. En het beste van al bij zulke naadloze ontwerpen? Ze zijn nog makkelijk schoon te maken ook.
Je eigen wetroom
De prijs van een wetroom hangt af van de materiaalkeuze. Een op maat gemaakte onderbouw, vaak in houtstructuur, kun je voor zo’n 150-170 euro per vierkante meter overtrekken in polyesterbekleding met glasvezel en hars, zoals je die kent van zwembadtoepassingen en Eames-kuipstoelen. “In dat geval kun je soms met 5000 euro rondkomen voor het materiaal”, zegt architect Tim Rogge. “Met beton ciré of kalk – ook populaire afwerkingen – kan de prijs per vierkante meter verdubbelen en is 15.000 tot 20.000 euro voor een badkamer niet ongewoon. Al kun je een deel van de kostprijs beperken met alternatieven voor de vaak dure kranen.”
Een wetroombadkamer staat of valt met de waterdichtheid van het ontwerp: is die niet optimaal, dan is schimmelvorming niet uitgesloten. “Ga daarom altijd in zee met architecten en aannemers die ervaring hebben met wetrooms”, zegt architect Alexander Smedts, die in zijn eigen badkamer niets aan het toeval overliet. Onder de tegels werd de ruimte geseald met waterdichte folie, maar daarnaast werd alles met epoxyvoegen en waterdichte verf waar nodig afgewerkt, tot achter de spiegel toe. “Je wilt het zekere voor het onzekere nemen.”
Een wetroom is vaak op maat gemaakt en gebouwd op een verstopte houtstructuur, ook de meubelen. Wie, bijvoorbeeld om ergonomische redenen, toch liever een echte badkuip verkiest, kan die ook laten bekleden. “In mijn laatste project bekleedde ik de badkuip net als de rest van de ruimte in een kalktoepassing”, zegt Pauline De Schryver. “Dat geeft een warmer gevoel en dus een aangenamer resultaat. Weet wel dat je dan zowel voor de badkuip als voor de afwerking betaalt.”
De grootste uitdaging aan een wetroom is het goed wegstoppen van alle technische aspecten, volgens Arthur Donck van Donck.Studio. Hoe minimalistischer, hoe groter het werk: “Elektriciteit, de afvoeren van alle lavabo’s, douches, baden, vloerverwarming, waterdichtingen, de afwerking… Je kunt je niet voorstellen wat er allemaal achter de vloer schuilgaat.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier