‘Hier woonde een drugsdealer en de keuken zat vol vocht’: binnenkijken in een onverkoopbaar pand dat vervelde tot designwoning
Augustin Bown, medeoprichter van interieurbedrijf AFC-Collection, verbouwde een vervallen herenhuis in Vorst tot een stadsoase. ‘Hier kom ik tot rust, maar raak ik ook geïnspireerd.’
Onverkoopbaar. Zo zag dit pand in Vorst eruit, toen Augustin Bown het voor het eerst bezocht. ‘De façade was mooi en de straat aantrekkelijk, maar binnenin was het een echte ramp. De drugsdealer die er woonde kweekte cannabis. De inkomhal had affreuze roze tegels, de plafondbekleding viel naar beneden, de keuken had een enorm vochtprobleem. Kortom, een extreme wanorde. Maar ik durfde de gok toch te wagen. Ik deed een bod onder de vraagprijs en dat werd snel aanvaard’, vertelt Bown, die in 2020 samen met Audrey Joris AFC-Collection oprichtte: een start-up met showrooms in Knokke, Brussel en Antwerpen, die ‘het midden houdt tussen een meubelzaak en een interieurarchitect’. Ze prijkten vorig jaar nog in onze 40 onder 40-lijst.
‘De enige optie voor mijn huis was: alles strippen. Dat kostte iets meer, maar de lage vraagprijs compenseerde dat’, vertelt Bown. In een jaar tijd paste hij de circulatie, de draagstructuur, de lichtinval én de functionaliteiten in het pand aan. Hij betrok de halfondergrondse verdieping bij de duplexwoning en bracht er zijn slaapkamer, gastenkamer en badkamer in onder. Boven creëerde hij een keuken, eethoek en zithoek. Inclusief royale pivotdeur richting de nieuwe stadstuin, aangelegd in niveaus. ‘Mijn eigen project zag ik als een experiment of testcase voor AFC. Hier deed ik alles wat klanten doorgaans weigeren of te gedurfd vinden’, zegt hij.
Braden op beton
De drieledige indeling – typisch voor stadsappartementen van rond de eeuwwisseling – is altijd een uitdaging voor interieurarchitecten. Die enfilade (reeks van aaneensluitende vertrekken, red.) veroorzaakt vaak een tunneleffect én een problematische donkere middenkamer. ‘Door daar de keuken in te installeren, gaf ik die middenkamer meteen een duidelijke bestemming. Het is het schakelstuk tussen de zithoek en de eethoek. Maar op feestjes blijven mensen altijd aan het centrale meubel in de keuken plakken.’ Dat betonnen kooklabo-slash-barmeubel is het showpiece van heel de woonst: het rust op betonnen poten, waarin de leidingen verwerkt zitten. ‘Boven mijn inbouwkookplaten hangt bewust geen dampkap. Ik wilde geen doos boven mijn fornuis. Ik zet het raam wel een beetje open als ik kook.’
De keukenkasten in massief hout zijn van Vermland, een Deense keukenbouwer waarmee AFC-Collection intussen samenwerkt. En ook de Deense verlichtingsproducent Lyfa en zetelfabrikant Arflex zijn zulke partners, waarvan hij stukken in huis heeft gehaald. ‘Maar toch is dit appartement meer dan een showroom voor onze merken’, zegt Bown. ‘Mijn interieur komt niet uit een catalogus. En ook voor onze AFC-klanten is dat de approach. Ik wilde geen clean of steriel interieur. Ik noem dit liever “gemodereerd eclecticisme”. Hier kom ik tot rust, maar raak ik ook geïnspireerd.’
Lees ook: Een likje meer: binnenkijken in een klassiek Brussels appartement vol kleur en design
Gecureerde designwoning
Het meeste van wat je in Bowns woonst ziet, is verzameld door de jaren. ‘De vintage stoel waar je op zit, is bijvoorbeeld mijn eerste collectiestuk ooit. Gekocht toen ik 15 was’, zegt hij. ‘Die originele schommelstoel van Charles en Ray Eames is een eerste editie in glasvezel met rafelige randjes. Meteen ook de inspiratiebron voor mijn ronde eettafel in datzelfde materiaal.’ Naast de Eames staat een topstuk van ontwerperskoppel Muller Van Severen. ‘Dit unieke stuk, handgemaakt in hun atelier, stond ooit in het Gentse Design Museum. Een geniaal ontwerp, omdat het tegelijk een rek, meubel en lamp is. Tijdloos, minimaal, rustgevend, clean, edgy, gestructureerd en toch funky: het hybride meubel vat mijn smaak goed samen.’
Het werk van Fien Muller en Hannes Van Severen zit op de grens tussen kunst en design: ze ontwerpen voor Hay én exposeren bij Tim Van Laere Gallery. Aan die spreidstand waagde Franz West zich decennia eerder ook al. De wereldberoemde Oostenrijkse kunstenaar bedacht, naast sculpturen en installaties, ook meubelen in kleine oplages. ‘Mijn ouders kochten twintig jaar geleden voor elk van de drie kinderen een Franz West-sculptuur. Tot recent zat de mijne nog in de doos. Hier in Vorst komt het werk voor het eerst prachtig tot zijn recht in mijn zithoek.’
Van A4 naar 3D
Augustin Bown komt uit een familie van ondernemers en estheten. Beide trekjes heeft hij duidelijk meegekregen. Hij studeerde economie, maar belandde meteen bij Profirst, een Brussels bedrijf dat wereldwijd luxueuze defilés, feesten, diners, events of productlanceringen in elkaar steekt. Bown werd er inhouse scenograaf. In de evenementensector leerde hij, naast snel en efficiënt dromen realiseren, ook ontwerpen op intuïtie. Zowel voor zijn eigen huis als voor zijn AFC-klanten is dat Bowns beproefde methode. ‘Ik heb niet meer nodig dan een blaadje papier, wat kernwoorden en materialen om de basis te leggen voor een project. Van daaruit vertrekt ons team om het verder uit te werken in 3D. Voor mij hangt alles samen: de verlichting, de muziek, de geur, de flow, de meubelen. Alles moet kloppen’, zegt hij. ‘Omdat plannen lezen niet aan iedereen besteed is, hebben we digitale tools, waarmee we – samen met de klant – spelenderwijs een interieur opbouwen. Noem ons een one-stop-shop tussen een interieurarchitect en designwinkel.’
Lees ook: Net als Elvis. Waarom je de tuinkamer van Sam De Bruyn niet zomaar ‘veranda’ mag noemen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier