Kreukje voor de sfeer: binnenkijken in een warme ninetieswoning met ruimte voor imperfecties
Interieurvormgever Géraldine Van Heuverswyn bracht warmte en huiselijkheid in een utilitaire jaren 90-woning met praktijk. Dat deed ze met veel hout en een mix van zelfontworpen meubelen. En met wat kreuken hier en daar. ‘Dat tikkeltje imperfectie maakt het gezellig.’
De jaren negentig zijn al een tijdje terug. We zien het aan de collecties in de kledingwinkels en horen het aan de revival van de muziek. Maar de appreciatie voor de nieuwe architectuur uit die tijd? Die is nog wat lauw te noemen. De constructieve elementen, het gebruik van industriële materialen zoals staal en glas, en de focus op transparantie en licht zijn niet voor iedereen weggelegd. Te kil, is vaak het verdict.
Niet voor Géraldine Van Heuverswyn en haar man, sterrenchef Benoit Dewitte. Hun eindoordeel paste eerder in de categorie coup de foudre. ‘We hadden totaal geen plannen om te verhuizen. Onze vorige woning was echt leuk en bijzonder goed gelegen. Op slechts vijf minuutjes van het restaurant (het gelijknamige restaurant Benoit Dewitte dat haar man runt met zijn broer Bernard, red.)’, vertelt Géraldine Van Heuverswyn.
We vroegen zelfs niet om elkaars mening na het huisbezoek, zó duidelijk was het. Diezelfde dag was de koop beklonken.
De interieurvormgever met een flair voor uitgepuurde, tijdloze interieurs runt naast haar projecten ook twee galerie-boetieks. Een in Knokke, een andere in Kruisem. ‘Maar dit konden we niet laten schieten. We vroegen zelfs niet om elkaars mening na het bezoek, zó duidelijk was het. We deden een bod, dezelfde dag was het beklonken.’ En ook: ‘Onze kinderen zitten op internaat. Toen we hen opbelden om het nieuws te melden, dachten ze dat het een slechte grap was.’
Dat gevoel ebde weg toen de tieners samen met hun ouders de open ruimte op de gelijkvloerse verdieping, ooit de praktijken van een landschapsarchitect en een radioloog, en de ruime woning erbovenop bezochten. ‘Meer nog dan het licht was het misschien wel dat bovenkomen dat de klik gaf’, gaat ze verder. ‘Beelden kunnen dat gevoel moeilijk vatten.’ Als ervaringsdeskundige laat ze me voor op de zwarte metalen trap. Boven duikt de woonkamer in al haar glorie op. Met haar bakstenen plafond, uitzicht op groene boomkruinen rondom het dakterras en de wind die de gordijnen lichtjes doet wapperen. Het is een schoolvoorbeeld van hoe een ruimte tot de verbeelding kan spreken.
Gecontroleerde prikkels
Géraldine wist dan ook meteen welke meubelen ze hier wou. Zoals een metalen eettafel in het genre van Maarten Van Severen die ze met twee reeksen vintage stoelen combineerde. Rechts zit je op Pierre Chapo’s, links op stoelen geïnspireerd op George Nakashima.
Tussen een set zogenaamde hunting chairs van Duitse origine en een Wire C-kast van Muller Van Severen plaatste ze een überklassieke sofa. Haar all-time favoriet, aldus Géraldine. ‘Zo’n sofa met rok vind ik geweldig. Het valt allemaal wat scheef en gekreukt, net zoals de gordijnen die ik overal ophing aan staaldraden. Dat tikkeltje nonchalance, die imperfectie? Die maken het juist gezellig.’
Alles tot in de puntjes af, daar kan ik niet goed tegen. Vandaar de kreuken in het textiel, het patina op de meubelen.
Ze komen ook terug in haar projecten. ‘Ik weet sinds een paar jaar dat ik ADHD heb. Alles tot in de puntjes af en strak, daar kan ik niet goed tegen’, legt ze uit. ‘Ik heb nood aan een beetje rommel, aan vijf procent nonchalance. Vandaar de kreuken in het textiel, het patina op de meubelen, de kast waarvan je de inhoud door de staaldraden kunt zien. Het zijn allemaal prikkels, maar in gecontroleerde mate. Anders gaat het me wat vervelen.’
Structurele ingrepen deed Géraldine niet. De badkamer kreeg een luxehotelwaardige wastafel, de steunpilaren hier en daar liet ze bekleden, de muur op ooghoogte waarachter de keuken zich bevond werd afgebroken. In plaats daarvan creëerde ze een ruime open keuken met een eiland dat, nu Benoit niet meer in het weekend werkt, vaak dienstdoet als buffet. De leefruimte staat in verbinding met de slaap- en badkamers via een kleine sas. ‘Dat was er al toen we de woning kochten’, legt ze uit. ‘Het valt niet echt op, maar het heeft een grote meerwaarde in de woning. Het zorgt ervoor dat we, ook al zijn we over de hele verdieping verspreid, toch verbonden blijven.’
Tieners in de showroom
Terug beneden legt Géraldine uit hoe de gelijkvloerse verdieping verschillende functies heeft. De ruimte is perfect afsluitbaar van de gezinswoning en zou in principe verhuurd kunnen worden. Momenteel doet ze voornamelijk dienst als een soort kangoeroewoning slash ontvangstruimte. Haar tieners hangen er graag rond de pingpongtafel of in de fitnessruimte waar ook een logeerbed en PlayStation-hoek werden ingericht. Een droom voor menige puber. Maar evengoed ontvangen Géraldine en haar man er hun vrienden of professionele contacten.
‘De hele week zijn Benoit en ik heel erg op mensen gericht. Onze echte thuis, boven, houden we daarom graag privé’, legt ze uit. Het is ook een showroom van haar kunnen, als interieurvormgever en meubelontwerper. Blikvanger naast de salontafel van Hadge is een prachtige sofa waarvan de donskussens je helemaal omvatten en de rug dienstdoet als lage toog.
Het is niet het enige stuk van haar hand. Met enige bescheidenheid – zichzelf verkopen vindt ze een uitdaging – wijst ze ook het daybed in de fitness aan, de wand- en vloerlampen, of de zitbank die ze bedacht, objecten die ze stuk voor stuk liet maken door lokale vaklui. Minimal doopte ze haar collectie. ‘Ik hou van hout en natuursteen. Opnieuw voor de oneffenheden, dat patina. Vraag me niet om iets te lakken, dat is te perfect’, lacht ze. ‘Zie je, die vijf procent achtervolgt me overal.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier