Twintig jaar renoveren loont: binnenkijken in onroerend erfgoed
Een prachtig gerenoveerd modernistisch huis in Roeselare werd zonet bekroond met de Onroerenderfgoedprijs. Bewoners Katrien Jansoone en Tom Priem restaureerden met veel geduld en passie hun woning gedurende meer dan twintig jaar.
Het kubistische huis uit 1932 valt meteen op in een kleine straat in Roeselare. De buren zullen destijds wellicht grote ogen hebben getrokken toen het werd opgetrokken. De eigenaar van een naburige betonfabriek, een zekere De Busscher, gaf architect Joseph De Bruycker de opdracht de woning te ontwerpen voor zijn dochter. De bouwmeester kreeg carte blanche, zolang het maar in een avant-gardistische stijl was, de favoriete vormentaal van de opdrachtgever. Alleen deelde diens dochter zijn voorliefde niet en ze dekte alle moderne elementen van de woning letterlijk toe toen ze erin trok. Zo bracht ze behangpapier tegen de muren aan en bedekte ze de vloeren met tapijt. Het huis, gebouwd op een structuur van betonpalen, is een typisch voorbeeld van het modernisme: kubistische volumes, plat dak en grote ramen. Door het gebruik van gewaagde decoratieve elementen doet de woning denken aan de kunstbeweging De Stijl.
Verborgen schatten
We komen binnen langs een lage trap die naar de ingang leidt en zien meteen een opvallend gastentoilet, ingekapseld in een blok bedekt met grijze tegels en oranje voegen. Een gedurfde keuze van de architect en misschien wel een voorbode van wat we verder zullen ontdekken in de andere ruimtes. En we blijven niet op onze honger zitten, want bij het binnengaan van de studio worden we getrakteerd op een spervuur van kleuren: de vloeren zijn bedekt met blauw, geel, groen, rood… Alle kleuren zijn aanwezig, of toch bijna. Het gebruik van verschillende materialen versterkt het bonte kleurenpalet: een mengeling van marmer, tegels, marmerglas, rubber, linoleum en hout. In 1934 sloot De Bruycker het terras en maakte hij in de binnenmuur een gigantisch kleurrijk glas-in-loodraam en zette daarmee de kers op de taart. ‘Toen ik het huis de eerste keer zag, had ik zin om weg te vluchten’, zegt eigenares Katrien. ‘Het zag er grijs en donker uit en er sijpelde water binnen langs het platte dak. De muren en vloeren waren bedekt met behangpapier en tapijt. We moesten veel verbeelding aan de dag leggen om ons er te zien wonen. Maar tijdens de werken hebben we verborgen schatten ontdekt.’
Zoals het meest verrassende element, de vloer van de living in een veelkleurig marmeren linoleum, ontworpen door kunstenaar Victor Servranckx. De geometrische vormen stellen een abstract landschap voor met een afwisseling van rechte en gebogen lijnen. ‘De vloer is in feite de voorloper van linoleum, dat destijds nog niet bestond’, legt Katrien uit. ‘Hij is echt ter plaatse gerealiseerd. Dat er de hele tijd tapijt op heeft gelegen is een voordeel: de zonnestralen hebben de vloer niet aangetast.’
In ere hersteld
Dankzij de foto’s die toen gepubliceerd zijn in het maandblad Bâtir hebben de huidige eigenaars de oorspronkelijke inrichting teruggevonden en bepaalde verdwenen elementen kunnen terugbrengen, zoals in de woonkamer. ‘Het enige probleem is dat het zwart-witfoto’s zijn. Het is soms moeilijk om de juiste kleur te achterhalen’, preciseert Katrien. Maar dankzij stratigrafisch onderzoek op de muren konden de bewoners de originele kleuren achterhalen. ‘Volgende zomer gaan we de kamers van de kinderen herschilderen, maar ze mogen de kleur zelf kiezen. Ze hebben al veel geduld moeten hebben de afgelopen jaren, we zijn het hun verschuldigd.’ Omdat het huis een aantal ongelukkige ingrepen had ondergaan in de jaren zestig moesten Tom en Katrien grote herstel- en restauratiewerken uitvoeren: dakwerken, isolatie, elektriciteit, schrijnwerk. Op de gevel was een bekleding aangebracht die de oorspronkelijke bakstenen had beschadigd. Het herstellen van de bakstenen nam een volledig jaar in beslag. ‘Architectuurstudenten kwamen regelmatig langs om de vooruitgang van de werf te volgen’, vertelt Katrien nog.
Schoonheid versus comfort
De keuken oogt modern en is uitgerust met een Cubex-inbouwkeuken, wellicht een van de eerste in Vlaanderen. De goudgele kleur doet de kleine ruimte oplichten: het was vroeger de vluchtplaats van de dienstmeid die op de zolder woonde.
Het gezin deed veel toegevingen op het vlak van comfort uit esthetische overwegingen: ‘We hebben nog maar twee jaar een vaatwasser en een klein koelkastje dat we hebben weggestopt in een meubel in de eetruimte: de grote koelkast is in de kelder gebleven.’ De meubelinrichting in de rest van het huis is ontworpen door architect De Bruycker, die meubelen tekende en eigenaar was van een fabriek. Veel van de meubelen zijn verdwenen, maar enkele opvallende stukken staan er nog steeds, zoals de bibliotheek in de studio en een kleine tafel in de leefruimte. ‘We zouden graag nog de geïntegreerde zitbank, die doet denken aan de sofa van Villa Cavrois, reproduceren.’
Levenswerk
Een beschermde woning restaureren is een levenswerk en de klus is nog niet af: de bewoners willen in de toekomst de inkomhal met de trap, de badkamer en de slaapkamers onder handen nemen. ‘Onze liefde voor het huis is iets persoonlijks,’ zegt Tom, ‘maar door de Onroerenderfgoedprijs te winnen wordt het een objectief gegeven en tastbaar voor het grote publiek en de specialisten. We waren verrast en heel blij met de prijs, het toont aan dat de mentaliteit aan het veranderen is en men het belang van de interbellumarchitectuur beter begint te begrijpen. Het stemt ons ook nederig omdat dit huis in de eerste plaats de verdienste is van een visionaire architect en opdrachtgever.’
ID Joseph De Bruycker
– Geboren in Sint-Truiden in 1891 en overleden in Roeselare in 1942.
– In het begin van zijn carrière wordt hij erg beïnvloed door de neogotiek. Hij evolueert in de jaren twintig naar het modernisme, een periode waarin hij samenwerkt met kunstenaars als Huib Hoste en Victor Servranckx.
– Hij ontdekt vervolgens de moderne Nederlandse architectuur van Willem Dudok, wat de rest van zijn werk sterk zal beïnvloeden.
– In 1925 begint hij ook meubelen te tekenen en wordt hij directeur van meubelfabriek Het Binnenhuis. Veel stukken die er worden geproduceerd vinden een weg naar zijn woningen.
– Hij ontwerpt verschillende huizen, vooral in Roeselare, maar zijn beroemdste ontwerp, De Ooievaar, uit 1935, bevindt zich in Oostende.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier