Tussen Scandinavisch strandhuis en Frans hotel: binnenkijken in een Knokse vakantiewoning ingericht door interieurarchitect Peter Ivens
Voor het eerst in zijn 25-jarige carrière bundelt interieurarchitect Peter Ivens een tiental van zijn belangrijkste Belgische projecten in een boek. Een daarvan staat in Knokke-Heist, waar we heel uitzonderlijk mochten binnenkijken.
Hij heeft er wel wat in Knokke-Heist staan: eerste en tweede verblijven die hij sfeervol inrichtte voor een cliënteel van wereldse designliefhebbers. Waarom Peter Ivens dan net deze woning opnam in zijn boek Houses? Behalve het feit dat dit huis een van de recentere is in de badstad, somt hij de massieve materialen en de doorgedreven detaillering op als redenen.
‘Maar ook de persoonlijke band met de eigenaars’, vertelt hij. De heer des huizes is Paul Bauwens Adenauer. De Duitse bouwondernemer en zoon van de eerste bondskanselier van de Bondsrepubliek Duitsland is er die dag niet, maar hij stelt met plezier zijn zomerverblijf open voor de interieurarchitect die ook zijn woning in Keulen inrichtte. Binnenkort trekken ze samen naar Palma de Mallorca voor een volgende samenwerking.
‘Het klikte meteen van bij onze eerste ontmoeting bij Bea (Mombaers, die het merendeel van de projecten van Peter Ivens inricht met meubelen, kunst en decoratie, red.). Paul zit in de bouwwereld, maar is ook architect van opleiding. Zijn inbreng is hier dus heel aanwezig.’ Adenauer wilde een vakantiehuis, maar niet te landelijk of te typisch Knokke. ‘Hij wilde het allemaal wat strikter, wat rationeler.’
De houten vloerplanken zijn misschien wel tweehonderd jaar oud. Er zitten imperfecties in, soms vlekken. Maar ze geven wel meteen een ziel aan de ruimte.
Peter Ivens
De strakke lijnen aan de buitenkant, de rode klinken op het terras, de doorgedreven symmetrie in het grondplan zijn typisch Duits te noemen. Net als het atrium dat je ginds vaker tegenkomt in statige gezinswoningen. Ivens zorgde binnen voor een sfeer die doet denken aan Scandinavische strandhuizen en klassieke Franse hotels.
Gebruikssporen
‘Alles start met de vloer’, antwoordt hij op de vraag hoe hij voor zoveel sfeer zorgde in een nieuwbouwwoning die slechts twee zomers geleden werd opgeleverd. ‘Men staat er niet altijd bij stil, maar de vloer maakt een heel groot deel uit van een interieur. Het is een soort canvas vanwaaruit ik vertrek.’ Hij koos voor brede houten planken die stuk voor stuk zijn gerecupereerd uit afgebroken of gerenoveerde landhuizen in het buitenland. ‘Ze zijn misschien wel tweehonderd jaar oud’, schat hij. ‘Er zitten imperfecties in, soms vlekken. Maar ze geven wel meteen een bepaald karakter, een ziel aan de ruimte.’
Ivens heeft het niet echt voor materialen die te nieuw of te glad (blijven) aanvoelen. Zijn gevoeligheid voor tactiliteit en textuur kreeg hij met de paplepel mee. Hij vertelt hoe zijn familie vijf generaties lang actief was in de mode. Dat ze als kleermakers kostuums en trouwkledij maakten. Zelf volgde Ivens dat pad ook gedurende tien jaar vooraleer hij resoluut voor interieurarchitectuur koos als jonge dertiger.
We lopen langs gesloten kasten, afgewerkt met gevlochten riet dat doorheen de jaren nog verder zal vergelen. Hij wijst op de bronzen deurgrepen die al mooi gepatineerd zijn. In de keuken staan de ongelijke muurtegels, de brede dampkap, handgemaakt in zwart tadelakt, en het eiland in oneffen natuursteen in contrast met de steriele inox van de keukenkasten. Maar ook daar verschijnen de eerste gebruikssporen. ‘In de keuken wordt stevig gekookt, in de wintertuin naar hartenlust gespeeld,’ weet Ivens, ‘het is een huis waarin kan en wordt geleefd.’
Perfecte symmetrie
Nadat hij me de keuze geeft tussen lift of trap richting bovenverdieping, lopen we langs de aparte slaap- en badkamers van de eigenaars en hun dressings. Beide perfect gespiegeld aan elkaar. Ook een niveau hoger worden de kamers en badkamers herhaald in perfecte symmetrie. Een folie van de eigenaar. De akoestische systemen zorgen voor een aangename, gedempte sfeer die je vooral in hotelkamers ervaart.
Ik hou van doorleefdheid. Van soberheid ook, van anonimiteit. Maar dan op een verrassende manier. Het mag niet te saai zijn.
Peter Ivens
Eenzelfde lambrisering en porseleinen lampen van Jos Devriendt komen overal terug. ‘Die moeten nog wat meer oxideren’, merkt Ivens op wanneer hij over een van hen wrijft. ‘Ze zijn nog wat te nieuw naar mijn smaak.’ Alles baadt er in het wit, met hier en daar een houten accent, om maximaal ruimte te laten voor de kunstwerken en designobjecten van het gezin.
Is er zoiets als een Peter Ivens-signatuur, vraag ik hem terloops. ‘Ik kan niet zeggen dat er een constante is, juist omdat ik heel persoonlijk werk’, antwoordt hij waarna hij even pauzeert om na te denken. ‘Behalve misschien dat ik graag met natuurlijke, massieve materialen werk. Ik hou van doorleefdheid. Van soberheid ook, van anonimiteit. Maar dan toch op een verrassende manier. Het mag niet te saai zijn’, lacht hij. Hij noemt Braziliaans en Mexicaans design als inspiratiebron, maar ook het werk van de Zwitserse architect Gregory Tsantilas.
Terwijl hij de projecten die hij bundelde in Houses toont, is het soms moeilijk te geloven dat ze in België staan. Ze zijn zeker divers: museaal aan het ene uiterste, filmisch aan het andere. Leren legplanken in een open kast (waarvoor hij ontwerper Michaël Verheyden inschakelt), een grafische claustra, een moody zitput, grillige breuksteen of imposante doorzichten. Het zijn die accenten die telkens verwondering en bewondering opwekken.
Broer en zus
Het woord anonimiteit valt regelmatig die namiddag. Het is een statuut waarin Peter Ivens zich comfortabel voelt. De luxe om overal ongestoord met gescheurde jeansbroek en sweater met de hond te wandelen en door niemand te worden aangesproken. Het babbelen liet hij al die tijd liever over aan Bea Mombaers met wie hij zijn hele carrière al samenwerkt. Sinds die eerste ontmoeting in de zeilclub, meer dan twintig jaar geleden. ‘We zijn als broer en zus. We voelen elkaar bijzonder goed aan. Het is nooit moeilijk’, vertelt hij. Met Houses treedt hij voor het eerst op de voorgrond. Maar de bescheidenheid blijft. ‘We hebben lange tijd ingezoomd op de details, op de deco om ons verhaal te vertellen. Nu is het tijd om eens de totaliteit van al dat werk te laten zien.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier