In het restaurant worden gasten ontvangen in stijl. Maar ook thuis bij sterrenchef Bernard Dewitte staat de liaison tussen vintage en toevallige vondsten op punt. ‘Een interieur in één keer bij elkaar kopen: zo werkt het niet voor ons.’
Wie al ging eten in de sterrenzaak van Benoit en Bernard Dewitte, zal – behalve hun culinaire verfijning – vast ook het warme interieur gesmaakt hebben. De broers hebben er veel gevoel voor en dat is aangeboren, zo blijkt. ‘Onze mama heeft ons de liefde voor interieur bijgebracht. Ze is een verzamelaar die erg goed kan decoreren. Haar huis is een curiositeitenkabinet waar je ogen tekortkomt. Het staat er vol, maar alles heeft zijn plekje’, weet Bernard. ‘Als we iets nieuws in huis halen, heb ik nog altijd graag de zegen van mijn mama.’

Toch was het niet zijn moeder, maar zijn vader die hun het toekomstige huis tipte. ‘Papa gaat vaak fietsen in de streek en zag onderweg het tekoopbord hangen. Er bleek een oude weduwe te wonen die nog maar een stukje van het huis gebruikte. Het pand was nogal onderkomen, maar we zagen de oude balken en originele vloeren en voelden meteen de charme’, vertelt hij. En al lag het aan een drukke straat, de authentieke sfeer en de mooie voortuin met een bijzonder smeedijzeren hek errond wisten het koppel toch te verleiden. ‘Het had iets landelijks, als een Frans boerderijtje, maar dan aan een steenweg in de Vlaamse Ardennen.’

Puzzelen met blokjes
Van buiten ziet het huis er relatief klein uit, binnen vallen meteen de mooie volumes en hoge plafonds op. ‘Het is compact, maar we benutten alle kamers ten volle, zeker sinds onze twee dochters Clémence en Madeleine er zijn. Niks is hier bovenmaats, er is geen verloren ruimte. Na de renovatie van de benedenverdieping, hebben we onze slaapkamer aangepakt. De ruimte werd dubbel zo hoog, we slapen onder de originele nokbalk.’

‘Recent voegden we boven nog een volume toe in houtskeletbouw, ontworpen door Katharina Smalle, architect bij Quemas in Brugge en een goede vriendin. Haar man is designer en smid Thomas Serruys. Een van de buitentafels die hij ontwierp voor hun trouwfeest kochten we aan als terrasmeubel. Ons interieur vertelt ons persoonlijke verhaal van vriendschappen, reizen of toevallige vondsten. Er zit niet per se een ontwerp of concept achter, maar het brengt wel emotie teweeg. Dingen die je nauw aan het hart liggen, passen vaak goed bij elkaar.’

De kleurrijke schilderijen van Kristof Santy bijvoorbeeld, ontdekt dankzij Thomas Serruys. Of de vintage Italiaanse wandkast, een trouvaille uit de Brusselse Hoogstraat. ‘Het meubel kocht ik ietwat impulsief, en het bleek net te laag voor ons huis. Dus improviseerde ik met houten blokjes om het toch maar te doen passen in de woonkamer’, legt Bernard Dewitte uit.

‘Ik heb sowieso een grote passie voor vintage, zeker als het om verlichting gaat. Met sfeerlampen kun je een-twee-drie een ambiance creëren. Dat doen we in het restaurant ook. Kaarsen zijn al even belangrijk als sfeerschepper. Zelfs toen de schilderwerken nog niet rond waren, had ik al kaarsen aangestoken om het hier gezellig te maken.’
Lees ook: 4 chefs over hoe je thuis mooie borden op tafel tovert: ‘Durf met saus te spelen’
Verzameling kurkentrekkers
Ook al werken Stéphanie en Bernard Dewitte dagelijks samen in het restaurant – zij als maître, hij als sommelier – toch is hun huis geen plek om zich in te graven, ver weg van alle sociale contact. Van hun knusse huis maakten ze al van meet af aan een plek om te ontvangen. De kunst van het entertainen hebben de twee perfect onder de knie, ook van vrienden en familie.

‘We houden graag diners thuis. Een paar dagen op voorhand zijn we dan al bezig met het menu en de aankleding’, bekent Stéphanie. Het hele huis is afgestemd op ontvangen. Het onderkomen minikeukentje en de koterijen werden afgebroken en vervangen door een grote leefkeuken met een dubbele eettafel en ruime bijkeuken: ‘Ideaal voor de mise-en-place. De keuken met houten fronten is gemaakt door onze schrijnwerker.’
‘Kastruimte was essentieel: we hebben erg veel kook- en decoratiegerei. Als ik in een tweedehandszaak of op een brocantemarkt mooie borden of servetringen zie, koop ik ze. Van op reis brengen we graag souvenirs mee die een plek krijgen in ons huis. De collectie artisanale kurkentrekkers is daar een goed voorbeeld van. Aan een heb je in principe genoeg, maar als ik een bijzondere kurkentrekker vind, breng ik hem mee.’

Net omdat er geen interieurarchitect aan te pas kwam, is het huis van Bernard en Stéphanie permanent in evolutie. ‘Een interieur in één keer bij elkaar kopen: zo werkt het niet voor ons. Het moet organisch meegroeien met ons leven’, vindt Bernard.
Regelmatig komen er nieuwe objecten en designstukken aanwaaien. Soms via schoonzus Geraldine Van Heuverswyn, soms via Thomas Serruys, soms via Bernards moeder. Ook aan Stéphanies kant is interieur een passie. Haar vader, die een huis heeft in Frankrijk, was vroeger marktkramer, maar haalt nu huizen leeg tijdens zijn pensioen. ‘Bernard en ik delen die passie voor interieur en schoonheid. Ze hangt heel nauw samen met onze passie voor ontvangen.’
Lees ook: Nergens beter eten dan thuis: binnenkijken in de keuken van de chef